Het falende beleid van universiteiten
02 september 2015Door Tessel Wijne
Er is het afgelopen jaar al veel gesproken over de toegankelijkheid van het onderwijs. Met de invoering van het leenstelsel, waar DWARS tegen was, werd de discussie tussen bestuurders, politiek en studenten over de toegankelijkheid gestart. Veel buitenstaanders en niet-studenten durfden het simpele argument aan te voeren dat studeren ‘een investering in jezelf is’ en dat de enkele tienduizenden euro’s studieschuld die jongeren opbouwen een klein detail zijn in het verdere leven. Voor ons studenten is het de zoveelste maatregel die niks te maken heeft met wat we allemaal zouden moeten willen: studenten een aantal jaar de kans geven zich te ontplooien van jongere tot volwassene.
Afgelopen jaar was er naast de protesten tegen het afschaffen van de Stufi ook nog eens de overstromende emmer op de UvA met de bezetting van het Maagdenhuis. Over beiden onderwerpen is genoeg geschreven. Het was daarom ook dat ik een aantal weken geleden mijn column over het onderwijs in de prullenbak gooide, een digitale prullenbak voor de duidelijkheid.
Vanmorgen las ik echter iets waar ik al een aantal maanden geleden van gehoord had maar wat ik zo bizar vond dat ik er maar niet heel veel aan denken wilden. Uit een artikel van de Volkskrant op 2 september bleek dat het de gewoonte geworden is van masteropleidingen om studenten met een ‘zesje’ niet te accepteren op hun masteropleiding, terwijl de student wel de voorbereidende bachelor succesvol afgesloten heeft.
Als jongere die actief is binnen een PJO maar ook een voltijdstudie er naast doet, en wederom eerstejaars is, voel ik me vrij beledigd door dit soort rariteiten. Ik vraag me af of het rechtvaardig is om jongeren die misschien nog geen 21 zijn te weren van een masteropleiding omdat ze geen 7 gemiddeld hebben gehaald in hun bachelor. Het is immers zo dat je op je 18e nog lang niet het vermogen hebt om de doffe stof die bij een universitaire studie hoort tot je te nemen als iemand die twee jaar ouder is.
Zelf heb ik een raar pad gevolgd en begin ik op mijn 20e aan een nieuwe bachelor. Ik ben bekend met de valkuilen van een universitaire studie en heb daarom dus al een streepje voor op mijn mede sjaersen. Daarbij is het zo dat ik naast de 40 uur die ik gemiddeld per week aan mijn studie besteed ook een aardig rijtje nevenactiviteiten heb. Zo ben ik op het moment van schrijven nog voorzitter van de mooiste DWARS afdeling van het land. Dat daar aardig wat tijd in zit per week kan ik niet ontkennen, en dat ik in de week met tentamens ook nog vaak genoeg met DWARS bezig ben is een feit. Ik doet dit echter om mezelf op alle terreinen te ontplooien, dit betekent echter wel dat mijn cijfers soms niet zo hoog zijn als dat ze kunnen zijn wanneer ik 60 uur per week aan mijn studie zat. Betekent dit dat ik daarom minder geschikt ben om een masteropleiding te doen? Door de grote variëteit aan activiteiten die een deel van de jongeren doen, ontplooien zij zichzelf niet alleen tot jongeren met kennis binnen een vakgebied maar ook tot volwassenen. Volwassenen die in staat zijn om de kennis die zij hebben opgedaan tijdens hun studie toe te passen in wat ik maar even de ‘grote mensen wereld’ noem. Het afgelopen jaar deed ik een management studie die net zo saai was als dat het klinkt. Ik weet echter zeker dat ik door mijn ervaringen binnen DWARS meer management ‘skills’ heb opgedaan dan ik in die drie jaar bachelor zou leren. Zo heeft iemand met brede politieke ervaring denk ik ook meer potentie om een politicologie master te voltooien, omdat deze persoon in het veld heeft gewerkt wat hij of zij bestudeert. Iemand die toevallig goed een boek uit zijn hoofd kon leren en een 8 gemiddeld staat kan deze kwaliteiten ook bezitten maar heeft ze nog minder laten zien.
Mijn punt is dat universiteiten terug zouden moeten streven naar het creëren van een omgeving waarin studenten die als kinderen aankomen tijdens hun introductieweek, een aantal jaren later de plek verlaten als ontwikkelde volwassenen. We schieten immers niks op met mensen die allemaal een boek uit hun hoofd kunnen leren maar vervolgens geen idee hebben hoe de kennis toegepast moet worden. Ik vind het daarom een ernstige zaak dat studenten die zich enorm hebben ontwikkeld maar geen 7 gemiddeld staan wel geweerd worden van de master waar hun bachelor hun op voor zou moeten bereiden. Het is immers vreemd dat een universiteit de kwaliteit van hun eigen bachelor niet vertrouwd en dat studenten vervolgens de dupe zijn hiervan.
En voor de geïnteresseerden, neen ik heb mijn P niet met een 8 gehaald en ook niet met een ‘zesje’. Het is aan jullie om in te vullen wat ik gemiddeld haal, het enige wat ik wel alvast kan vertellen is dat ik weet dat ik nooit had kunnen leren wat een bijna jaar bestuurswerk mij heeft geleerd vanuit een boek.