De verschillen die er toe doen
19 april 2020Door Stijn Rombouts
Afgelopen donderdag hadden wij een activiteit met Sarita Bajnath over microagressies. Microagressies zijn kleine vormen van minachtend beledigend of aanvallend gedrag ten aanzien van iemands identiteit. Vaak gebeurt dit onbewust. De workshop van Sarita was ook een oproep voor ons allemaal om je uit te spreken tegen deze microagressies en tegen discriminatie. Om aan die oproep gehoor te geven, wil ik graag een verhaal delen dat ik begin dit jaar al heb mogen vertellen voor GroenLinks Provincie Utrecht.
Piet, algemeen bestuurslid bij GroenLinks Provincie Utrecht, vroeg mij in januari of ik een praatje zou willen houden op de nieuwjaarsborrel van de provincie samen met GroenLinks De Bilt en Zeist. Diversiteit zag hij het liefst als onderwerp. Even twijfelde ik, want ik wist niet zeker of het nu zo ideaal was om als witte cisgender hetero man te gaan spreken over diversiteit. Het is ook niet echt mijn onderwerp: ik praat liever over windmolens. Maar zoals de meeste mannen hoor ik mezelf net iets te graag praten, dus kon ik uiteindelijk de verleiding niet weerstaan.
GroenLinks spreekt vaak de ambitie uit een diversere vereniging te willen worden en dat is bij DWARS niet anders. Onze organisaties bestaan voor een groot deel uit witte mensen die ooit ergens aan de universiteit hebben gestudeerd of naast een universiteit hebben gelegen. Onze diversiteit is het resultaat van de keuzes die we maken, of de keuzes die we juist niet maken. Door namelijk niet stil te staan bij een mogelijke keuze, kiezen we automatisch voor de norm. Als je in Nederland bent geboren en je hebt nog nooit nagedacht over wat je eet, eet je waarschijnlijk vlees. De keuze om vlees te eten is hier namelijk de norm. Ik zal een paar voorbeelden geven van de keuzes die we maken binnen DWARS en GroenLinks.
Tijdens de zomertour van DWARS maken we keuzes bij welke scholen of opleidingen we wel en niet langsgaan, binnen onze vereniging gebruiken we woorden als gremia en een congrespresidium, en politieke nerds zoals ikzelf gebruiken in praatjes veel te lange zinnen die op geen enkele manier nog lijken op B1 Nederlands en waarvan je aan het eind van de zin al niet meer weet waar die nu eigenlijk begon. Dit maakt ons minder toegankelijk. Niet alleen binnen onze vereniging, maar ook in onze taal naar buiten maken we keuzes. In sommige sollicitaties van GroenLinks staat bijvoorbeeld nog steeds M/V in plaats van M/V/X. Ook de onderwerpen die we aansnijden zijn keuzes. De onderwerpen die we als belangrijk zien en de woorden of frames die we kiezen, bepalen wie GroenLinks vertegenwoordigt.
Keukenmini’s en plastic koala’s
Hierover leerde ik meer tijdens mijn werk. Ik werk in de thuiszorg. Als thuiszorgmedewerker help ik mensen die nog thuis wonen met huishoudelijk werk dat ze zelf niet meer kunnen doen. Dit verhaal voert langs drie van mijn adresjes.
Het eerste adres is bij een woonzorgcentrum in Kanaleneiland. Ergens bovenin een van de woontorens maakte ik eind vorig jaar schoon bij een Nederlandse vrouw van achterin de tachtig. Ik viel in voor haar vaste hulp. Tijdens mijn werk kom ik wel vaker opmerkelijk ingerichte appartementen tegen en dit appartement was daar geen uitzondering op. Van achter het bed werd ik aangestaard door een grote porseleinen pop en ik moet er eerlijk gezegd niet aan denken dat dat het eerste zou zijn wat me aan zou kijken in de ochtend. De rest van het appartement was niet veel beter. Met mijn stofdoek ging ik van fotolijstjes naar Albert Heijn keukenmini’s en van plastic koala’s naar een soort roze olifant die ze van haar kleindochter had gekregen.
Tijdens de koffie vroeg ik haar hoe het was om in het zorgcentrum te wonen. Ze begon een heel verhaal over een van de bewoners die zich vreemd gedroeg. Hij was zomaar bij een vrouw in het appartement onder hem binnengevallen en gaan roken. Hij was heel intimiderend geweest, maar dat was logisch volgens mijn cliënte, want hij was immers een Marokkaan en dat volk is nu eenmaal van nature bozer. Dat zit in het bloed. De zoons waren volgens mevrouw al helemaal vervelend, want die werkten het proces tegen om hem te laten opnemen, terwijl hij hier natuurlijk helemaal niet moest wonen. Hij was een gevaar voor iedereen. Vervolgens at ze haar lunch op, die haar was gebracht door haar Marokkaanse zuster uit het zorgcentrum.
Mijn tweede adresje die dag was bij de eerder genoemde Marokkaanse meneer. Hij heet Hassan, en heeft last van dementie of iets soortgelijks. Dit zorgt ervoor dat hij soms de stofzuiger kwijt is als ik aan het stofzuigen ben, en dat het gebruiken van de lift soms verandert in een uitgebreide wandeling door het hele gebouw. Soms vergeet hij voor mij de deur open te doen en hij kijkt de hele dag naar Animal Planet. Hij is nog niet opgenomen, omdat het voor hem lastig is met veranderingen om te gaan. Veranderingen geven hem stress en het verzorgingshuis kan niet aan al zijn behoeftes voldoen. Halal eten is bijvoorbeeld een probleem.
Omdat de communicatie dus soms een beetje moeizaam is, heb ik goed contact met een van zijn zoons: Adil. Met Adil spreek ik over van alles. Hij geeft me advies bij mijn sollicitaties en we hebben het geregeld over de politiek. We spreken dan over de woningmarkt in Utrecht, het groen in de buurt, maar ook over de verharding in de samenleving. De samenleving wordt harder tegenover mensen met een andere achtergrond: migranten zoals Adil. Adil geeft hierin GroenLinks ook de schuld. GroenLinks (en andere linkse partijen) zijn te veel opgeschoven en meegegaan in het denken van rechtse partijen: het reduceren van mensen tot wat ze economisch bijdragen aan de maatschappij.
De arbitraire meetlat
Dit deed me erg denken aan een artikel van Zihni Özdil dat ik las over tolerantie als voorwaarde voor immigratie. In het artikel vroeg hij zich af: waarom mag je als immigrant niet integreren als bijstandsmoeder? Immigratie wordt volgens Zinhi al jaren gemeten langs drie linialen: onderwijs, werk en criminaliteit. Als je goed bent opgeleid, een baan hebt en geen crimineel bent, ben je dus goed geïntegreerd. Ook links Nederland maakt zich hier aan schuldig. Migratie zou goed zijn om de vergrijzing tegen te gaan, criminaliteitscijfers zouden dalen, en steeds meer migranten vinden een plek op de arbeidsmarkt. Dementerende Hassan is in dit frame een last en de zuster die soep brengt goed ingeburgerd.
In de angst om vooral maar niet weggezet te willen worden als naïef of ‘wegkijkend’, maken linkse partijen rare sprongen, en gaan gesprekken over het maximum aan migranten dat kan worden toegelaten. Realisme noemen we dat dan. Of nog erger: we reageren niet. Het debat aangaan op culturele thema’s zou politieke zelfmoord zijn of rechtse partijen in de kaart spelen. We reageren geschokt als Baudet of Wilders weer eens een racistische uitspraak doet, maar spelen telkens een uitwedstrijd. Steeds verder drijft het gesprek af van wat ons verhaal zou moeten zijn: fundamentele gelijkheid. Ik heb geen recht op een groter puntje van de taart omdat ik in Nederland geboren ben. Daar heb ik immers niks voor gedaan. Het debat drijft weg van onze waarden en Adil voelt zich niet meer door ons vertegenwoordigd.
Om nog even terug te komen op de inburgering, wil ik nog een derde adres beschrijven waar ik recent kwam helpen. Vlak bij mijn huis in Kanaleneiland mocht ik invallen voor een vaste hulp bij een Marokkaanse vrouw van rond de zeventig. Ze was geërgerd dat ik als man kwam helpen (mannen zijn er niet veel in de thuiszorg), maar na wat mopperen verwelkomde ze me in gebrekkig Nederlands toch in haar woning. Snel pakte ze een hoofddoek, zodat ik haar haren niet langer zou zien, en wees me de weg naar de allesreiniger.
Ik zou nu chagrijnig kunnen zijn over het feit dat deze conservatieve moslimvrouw mij vervelend behandelt, dat ze geen Nederlands spreekt terwijl ze al zeker twintig jaar in Nederland woont, maar dan leg ik weer de focus op de liniaal die Zihni noemt. De liniaal die alleen geldt voor buitenstaanders. Als ik rondkijk in het appartement, zie ik namelijk in alles de woning van mijn oma. Van de nog ingepakte zeepjes op het toilet, omdat ze de verpakking te mooi vond om ze uit te pakken, tot de verjaardagskalender. Van de foto’s van de kinderen en kleinkinderen tot de zware houten stukken meubilair die je bij het stofzuigen amper van de wand krijgt. De vriendinnen van mijn oma vinden waarschijnlijk ook dat een man niet kan schoonmaken en pittig conservatief zijn is niet uitsluitend een verschijnsel onder Marokkaanse ouderen. Kortgezegd zou ik kunnen focussen op de verschillen die er niet toe doen. Rooibosthee tegenover muntthee, Jezusbeeldjes tegenover een foto uit Mekka.
De verschillen die er wel toe doen
Ik zou me ook kunnen richten op de verschillen die er wel toe doen. Het feit dat als haar kleinzoon een winkel in loopt het winkelpersoneel te horen krijgt dat er een verdachte jongeman is binnengelopen en of hij wat beter in de gaten gehouden kan worden. Dat haar dochter waarschijnlijk al tegen haar kinderen een gesprek over racistische pesterijen op school heeft moeten voeren. Dat ze wel direct geraakt werd door de uitspraken van Geert Wilders en Thierry Baudet.
Nu wil ik even teruggaan naar mijn gesprekken met Adil. Adil kwam ongeveer dertig jaar geleden naar Nederland. Hij stemde bij de verkiezingen afwisselend op GroenLinks en Partij van de Arbeid. Tijdens een van onze gesprekken vroeg ik hem wat hij in het afgelopen jaar nu eigenlijk had gestemd voor de provinciale verkiezingen. Hij had niet gestemd. Hij was het vertrouwen kwijt. Hij voelde zich door geen enkele linkse partij vertegenwoordigd.
In 2020 hebben we geen verkiezingen. Maar dat wil niet zeggen dat we een jaartje rust hebben. We hebben precies een jaar om Adil te laten zien dat GroenLinks ook zijn partij kan zijn. Een jaar waarin we niet reageren op rechtse frames, maar laten zien waar wij voor staan. Vanwege de coronacrisis zijn we gedwongen om flexibel te zijn op heel veel manieren. We zullen op een andere manier het contact moeten zoeken met mensen die dezelfde idealen hebben als wij. Laten we deze crisis dan als kans aangrijpen om ook nieuwe groepen aan te spreken. Dan zal 2020 het jaar zijn waarin DWARS én GroenLinks inclusievere en diversere verenigingen worden.