The Immigrant Dilemma / Het immigrantendilemma
25 april 2021Author / Schrijver: Srishagon Abraham
Lees de Nederlandse versie hieronder, of klik op deze link.
English
Growing up as a child of immigrants, community plays a central role in one’s culture. Your family isn’t just your parents and siblings – it’s your third cousin, once removed; your neighbours – the aunties that gossip, the uncle with his family-run restaurant that would always give you an extra gulab jamun. The community is your home, it’s the family that raised you as much as your parents did.
But there comes a point in one’s life where the values you’re raised with aren’t the values you hold onto – where your self-identity and expression conflicts with the identity of the collective. You’re faced with the conundrum of two opposing voices: one telling you to suck it up and put up with the traditions and norms you’ve been raised with at the expense of giving up some degree of self, of your individuality; the other telling you to dive headfirst into the unknown, to embrace change, to embrace yourself – with the awareness of the risk of hurting those around you and the connections that you have. I call this the immigrant dilemma. This isn’t necessarily always an issue of left versus right, or of progressivism versus conservatism, but it is always a dichotomy of two voices: the collective versus the self.
Of course, this isn’t universal to all first, second or even third generation immigrants. Of course, this may be something anybody remotely leftist or progressive from a right-wing or conservative community faces, and vice versa. Of course, this may be something anybody who identifies with an identity not accepted by their community faces.
Why the ‘immigrant dilemma’ then? Because of a dimension that interplays with this conundrum, that echoes and amplifies these conflicting voices in one’s head: the influence of gentrification and urbanisation in the broader society one’s community belongs to.
Gentrification is often analysed from the perspective of the external – of the gentrifier. We see articles and studies analysing the effects of gentrification on immigrant communities, how it pushes costs of living to levels in which these communities are forced out of their homes and livelihoods that existed prior to gentrification.
The immigrant dilemma is that of the gentrified – of the immigrant child with the world still ahead of them. The two voices are often deafening when amplified with this added dimension. Choosing the collective would not only mean giving up some degree of self, it would mean siding with the gentrified and refusing to adapt to the changes around one’s community, potentially sacrificing one’s own future opportunities and successes. Choosing the individual would not only mean diving headfirst into the unknown to embrace one’s self with the risk of hurting others and your connections with them, it would mean betraying your community to side with the gentrifier – the side that’s hurting them, taking their livelihoods away from them.
It almost seems like this boils down to an argument of selfishness. How selfish is one if they choose the individual and thus, by extension, the gentrifier? Is one truly abandoning their community and siding with what one could call the oppressor? We could convince ourselves that we have to focus on the self, because our self-identity and expression is important; because our happiness is important. We could convince ourselves that this self-development and accommodation is necessary for us to achieve a position in the future in which we are then better able to help our community. But are we merely lying to ourselves to assuage the darker reality of the situation?
This is the immigrant dilemma. And this was a choice I had to make as a third-generation immigrant in Malaysia. This is a choice I continue to battle with as a(n increasingly likely) first-generation immigrant in the Netherlands. I am fully aware of the immense privilege I have had and continue to have to be able to study in Europe fully funded by my parents who essentially came from nothing. My family history was that of poverty. My parents came from childhoods spent growing up in tiny two-room village houses shared between my grandparents and 5+ siblings. Despite the discrimination, the systemic laws against them and the rapid gentrification and urbanisation of their village, my parents, their siblings and our community supported each other and the collective. They worked extremely hard to strengthen our Indian community and to bring us to where we are now.
Yet, it was my parents that then chose the self when raising me. They began to save, and pushed from as young as I can remember the idea for me to leave this land, my home, to pursue my dreams in greener pastures. They wanted me to be happy, to not suffer the same discrimination they faced.
But did I? I’ve seen the fates the people in my community face. I’ve experienced it myself many times. I wanted to help. I couldn’t just abandon them, I had to come back to support and stand up for my community. At the same time, I wanted to be happy. I wanted to live a life not in fear but with the freedom to be myself. I wanted to strive for my dreams and ambitions. I wanted to work hard just like they did so I could achieve the platform I know I can achieve in a society where that was possible.
My community back in Malaysia will always be my home, I will always love them, and I’m sorry.
I chose the self.
Even now, I often battle with this dilemma of whether I should stay or return.
Again, I am choosing the self.
Nederlands
Als een kind van immigranten, speelt de community een centrale rol in iemands cultuur. Je familie bestaat niet alleen uit je ouders, broers en zussen – het is je derde neef, eenmaal verwijderd; je buren – de aunties die roddelen, de uncle met zijn door een familie gerund restaurant die je altijd een extra gulab jamun zou geven. De community is je thuis, het is het gezin dat je even goed heeft opgevoed als je ouders.
Maar er komt een moment in je leven dat de waarden waarmee je bent opgegroeid niet de waarden zijn waaraan je je vasthoudt – waar je zelfidentiteit en -expressie in strijd gaan komen met de identiteit van het collectief. Je wordt geconfronteerd met de tweestrijd bestaande uit twee tegengestelde stemmen: één die je vertelt om het op te laten voor wat het is en de tradities en normen waarmee je bent opgevoed te accepteren ten koste van het opgeven van een zekere mate van jezelf, van je individualiteit; de ander vertelt je om met je hoofd in het onbekende te duiken, verandering te omarmen, jezelf te omhelzen – met het besef dat er een risico is dat je de mensen om je heen pijn doet en de connecties die je hebt zal verliezen. Ik noem dit het immigrantendilemma. Dit immigrantendilemma gaat niet altijd om een kwestie van links versus rechts, of van progressivisme versus conservatisme, maar het is altijd een dichotomie van twee stemmen: het collectief versus de zelf.
Dit dilemma is natuurlijk niet universeel voor alle immigranten van de eerste, tweede of zelfs derde generatie. Het kan natuurlijk iets zijn wat iedereen enigszins links of progressief binnen een rechtse of conservatieve community kan ondervinden, en vice versa. Het kan natuurlijk iets zijn wat iedereen die zich identificeert met een identiteit die niet wordt geaccepteerd door hun community kan ondervinden.
Waarom noem ik het dan het ‘immigrantendilemma’? Vanwege een dimensie die in wisselwerking staat met dit raadsel, die deze tegenstrijdige stemmen in het hoofd weerkaatst en versterkt: de invloed van gentrificatie en urbanisatie in de bredere samenleving waartoe de community behoort.
Gentrificatie wordt vaak geanalyseerd vanuit een extern perspectief – die van de gentrifier. We zien artikelen en studies die de effecten van gentrificatie op immigrantencommunity’s analyseren die al vóór de gentrificatie bestonden, hoe het de kosten van levensonderhoud naar een hoger niveau duwt zo hoog, dat deze community’s zelfs gedwongen worden hun huizen en bestaansmiddelen te verlaten.
Het immigrantendilemma is het verhaal van de gentrified – van het immigrantenkind met een wereld nog voor zich liggend. De twee stemmen zijn voor hen vaak oorverdovend als ze worden versterkt met deze extra dimensie. Kiezen voor het collectief zou niet alleen betekenen dat je een zekere mate van jezelf opgeeft, het zou betekenen dat je de kant van de gentrified kiest en je aan de veranderingen rondom je community weigert aan te passen, waardoor je ook mogelijk je eigen toekomstige kansen en successen opoffert. Het kiezen van het individu zou niet alleen betekenen dat je voorover in het onbekende duikt om jezelf te omarmen met het risico anderen en je banden met hen ook te schaden, het zou betekenen dat je je community verraadt om de kant van de gentrifier te kiezen – de kant die hen schaadt en de levensonderhoud van hen wegneemt.
Het lijkt bijna alsof dit neerkomt op een op egoïsme gebaseerde keuze. Hoe egoïstisch is iemand als ze voor het individu kiezen en dus, in het verlengde, de gentrifier? Verlaat iemand werkelijk hun community en kiest deze de kant van wat men de onderdrukker zou kunnen noemen? We zouden onszelf ervan kunnen overtuigen dat we ons moeten concentreren op de zelf, omdat onze zelfidentiteit en -expressie belangrijk is; omdat ons geluk belangrijk is. We konden onszelf ervan overtuigen dat deze zelfontplooiing en deze accommodatie nodig is om in de toekomst een positie te bereiken waarin we onze community beter kunnen bijstaan. Echter, liegen we dan niet gewoon tegen onszelf om de duistere realiteit van de situatie te verzachten?
Dit is het immigrantendilemma. En dit was een keuze die ik moest maken als derde generatie immigrant in Maleisië. Dit is een keuze waar ik als (een steeds waarschijnlijkere) eerste generatie immigrant in Nederland mee in gevecht blijf. Ik ben me er volledig bewust van dat ik het enorme voorrecht heb gehad en nog steeds heb om in Europa te kunnen studeren, volledig gefinancierd door mijn ouders die van ver moesten komen. Mijn familiegeschiedenis was een geschiedenis van armoede. Mijn ouders zijn in hun jeugd in kleine dorpshuizen met twee kamers opgegroeid die zij met mijn grootouders en 5+ broers en zussen moesten delen. Ondanks de discriminatie, de systemische wetten die tegen hen gericht waren en de snelle gentrificatie en urbanisatie van hun dorp, steunden mijn ouders, hun broers en zussen en onze community elkaar en het collectief. Ze hebben keihard gewerkt om onze Indiase community te versterken en ons te brengen naar waar we nu staan.
Toch hebben mijn ouders voor de zelf gekozen toen ze mij gingen opvoeden. Ze begonnen geld te sparen en drongen sinds ik me kan herinneren aan dat ik dit land, mijn thuis, zou gaan verlaten om mijn dromen na te jagen op plekken waar het gras groener was. Ze wilden dat ik gelukkig zou worden, dat ik niet dezelfde discriminatie zou ondergaan als waarmee ze zelf geconfronteerd werden.
Maar wilde ik dat? Aan de ene kant heb ik het lot gezien waarmee de mensen in mijn community geconfronteerd worden. Ik heb het zelf vaak meegemaakt. Ik wilde helpen. Ik kon ze niet zomaar in de steek laten, ik moest terugkomen om mijn community te steunen en voor hen op te komen. Aan de andere kant wilde ik gelukkig zijn. Ik wilde een leven leiden zonder angst, met de vrijheid om mezelf te zijn. Ik wilde mijn dromen en ambities nastreven. Ik wilde hard werken, net als zij, zodat ik het platform kon bereiken dat ik wist te kunnen bereiken in een samenleving waar dat mogelijk was.
Mijn community in Maleisië zal altijd mijn thuis zijn, ik zal altijd van ze houden, en het spijt me.
Ik koos voor de zelf.
Zelfs nu vecht ik vaak met het dilemma of ik moet blijven of moet terugkeren.
Nogmaals, ik kies de zelf.