Blogs,Campagne

De zin en onzin van de doorrekeningen: 5 vragen beantwoord

12 maart 2021

Schrijver: Koen Donatz

De ‘doorrekeningen’, het is een term die veel rondgaat in campagnetijd. Op 1 maart publiceerde het Centraal Planbureau (CPB) de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s. [1] Na het publiceren van de doorrekeningen kunnen politici trots vertellen dat hun verkiezingsprogramma zorgt voor de grootste koopkrachtstijging of de meeste banen. De doorrekeningen zijn daarmee zowel een middel waarmee partijen zichzelf op de borst kunnen kloppen, alsmede een stok waarmee ze hun electorale concurrenten kunnen slaan. Maar wat zijn de doorrekeningen precies? En wat heb je er eigenlijk aan? In deze blog zal ik je aan de hand van vijf vragen uitleggen waar het over gaat.

Wat zijn ‘de doorrekeningen’?

Voor elke Tweede Kamerverkiezingen kunnen partijen ervoor kiezen hun verkiezingsprogramma’s te laten doorrekenen door het CPB. Het CPB is het economische onderzoeksinstituut van Nederland. Met hun onderzoeken ondersteunt zij beleidsmakers en politici. In de doorrekeningen onderzoekt het CPB van elk verkiezingsprogramma hoeveel de partij besteed aan wat, welke lasten zij verhogen en verlagen en wat de economische effecten hiervan zijn op bijvoorbeeld de koopkracht, werkgelegenheid en inkomensongelijkheid. Partijen zijn niet verplicht hun programma’s te laten doorrekenen. In totaal lieten tien partijen hun programma’s doorrekenen. De PVV, de Partij voor de Dieren en Forum voor Democratie kozen ervoor dit niet te doen.

Zijn de doorrekeningen relevant?

Het mooie van de doorrekeningen is dat het partijen dwingt concreet te worden. Alle verkiezingsprogramma’s staan vol van mooie, ambitieuze maatregelen, maar bij de doorrekeningen worden partijen geconfronteerd met het feit dat plannen geld kosten en dat hun ideeën economische effecten hebben. De doorrekeningen geven een goed overzicht van hoe de partijen het beschikbare geld uit willen geven en waar hun prioriteit ligt. Daarmee zijn de doorrekeningen een goed middel om verschillen en overeenkomsten tussen partijen te zien. Zo laten de doorrekeningen bijvoorbeeld helder zien dat de SP en GroenLinks het meest van alle partijen willen investeren in klimaat en milieu en DENK en 50PLUS het minst.

Wat zijn de kritiekpunten op de doorrekeningen?

Er is ook veel kritiek op de doorrekeningen. Hierbij enkele van de belangrijkste kritiekpunten op een rijtje:

  • Niet alles is goed door te rekenen. Zo is bijvoorbeeld niet goed door te rekenen wat de economische effecten zijn van investeringen in het onderwijs en innovatie. Dit kan partijen stimuleren hierop te bezuinigen, om beter uit de verf te komen in de doorrekeningen.
  • De middellange en lange termijn economische prognoses in de doorrekeningen (zo rekent het CPB uit wat de effecten van de verkiezingsprogramma’s zijn op de hoogte van de staatsschuld in 2060) zijn zeer onzeker. Het CPB geeft daarom zelf ook aan dat de doorrekeningen vooral gebruikt moeten worden om partijen te vergelijken, niet om tot achter de komma te bekijken wat de Nederlandse staatsschuld zal zijn in 2060 als partij A het voor het zeggen zal krijgen na 17 maart.
  • Deze verkiezingen komen veel partijen met ambitieuze hervormingsplannen, voor bijvoorbeeld het toeslagenstelsel. De effecten van deze hervormingen zijn lastig te berekenen voor het CPB.
  • De coronacrisis geeft een vertekend beeld. Door de crisis wordt er in 2021 ongebruikelijk veel geld uitgegeven, wat het lastiger maakt om te kijken of partijen extra geld willen investeren in een bepaald domein ten opzichte van een ‘normaal’ (pre-corona) jaar.
  • Dit is er een voor de fijnproevers, maar ik wil hem even genoemd hebben: Sommige aannames waarop het CPB haar modellen baseert zijn twijfelachtig. Zo doet het CPB de aanname dat de maatregelen die de partijen in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan op het eerst mogelijke moment ingaan en daarna lineair groeien naar het einde van de kabinetsperiode. Echter, in de praktijk zullen maatregelen natuurlijk niet per definitie op het eerst mogelijke moment ingaan of lineair groeien. Over het moment en het tempo van de invoering van maatregelen moeten politieke keuzes gemaakt worden, die het CPB gemakshalve negeert.

Wat zijn de hoofdconclusies van de doorrekeningen van dit jaar?

Op basis van de doorrekeningen trok het CPB een aantal interessante conclusies, waaronder:

  • Veel partijen pleiten voor ingrijpende hervormingen op het gebied van sociale zekerheid. Zo willen bijvoorbeeld GroenLinks, D66, de PvdA en de ChristenUnie het bestaande toeslagenstelsel grotendeels afschaffen.
  • Vrijwel alle partijen zijn voor een verhoging van het minimumloon.
  • Alle partijen kiezen voor meer overheidsuitgaven. De SGP is hier het meest zuinig in, terwijl de SP kiest voor de grootste stijging.
  • Tegelijkertijd verhogen alle partijen de lasten voor bedrijven. De VVD en de SGP ontzien de bedrijven het meest, de PvdA wil de lasten voor bedrijven veruit het meest laten stijgen.
  • De financiële lasten worden door de meeste partijen, en in de sterkste mate door D66 en de SP, doorgeschoven naar komende generaties. Alleen de VVD, de SGP en de ChristenUnie doen dit niet.
  • De meeste partijen vergroten de inkomensgelijkheid. Niet verrassend, maar bij de VVD neemt de inkomensgelijkheid af, de enige partij die ervoor kiest dit te doen.

Wat zijn de resultaten van de doorrekeningen van het verkiezingsprogramma van GroenLinks?

GroenLinks kiest voor een verhoging van de overheidsuitgaven met €29.4 miljard. Dat is fors; het jaarlijkse budget van de Rijksoverheid bedraagt namelijk ongeveer €300 miljard. Deze extra uitgaven gaan vooral naar het onderwijs (€8.4 miljard), sociale zekerheid (€7.6 miljard), de zorg (€4.6 miljard) en klimaat en milieu (€4.3 miljard). De lastenverhoging verhaalt GroenLinks bijna volledig op bedrijven, door verschillende fiscale regelingen. Inkomen en arbeid worden door GroenLinks juist minder zwaar belast. De ideeën van GroenLinks zorgen vooral voor meer koopkracht voor gezinnen met midden en lage inkomens en daarmee ook voor minder inkomensongelijkheid. De keerzijde van het verhaal is dat volgens het CPB de plannen van GroenLinks er ook toe leiden dat de overheidsfinanciën in de toekomst minder houdbaar zullen zijn en dat de structurele werkgelegenheid zal dalen met 1.0%. Simpel gezegd gaat er door de GroenLinkse plannen meer geld uit bij de overheid dan dat er binnenkomt. Dit betekent dat de financiële druk op toekomstige generaties groter wordt. Dat is iets waarop we onze moederpartij scherp moeten houden.

[1] https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/Keuzes-in-Kaart-2022-2025.pdf

Gerelateerd Nieuws

Campagne

Referendum Hoofdgroenstructuur

Op 6 juni laten de inwoners van Amsterdam niet alleen hun stem horen over de Europese Verkiezingen, …

31 mei 2024
Blogs

Blog: Heb begrip voor autisme en zet ook die blauwe bril op!

2 april. Een op het eerste oog nietszeggende datum, die voor veel mensen stilletjes voorbijsluipt. W…

02 april 2024
Blogs

Politieke blogs: Een maand later

In eerste instantie wilde ik deze blog direct na de verkiezingen schrijven, maar toen ik overspoeld …

21 december 2023