Samen sterk: vakbonden toen en nu
09 december 2019Sta op voor 14 luidt de naam van de nieuwe campagne van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV). Het doel van de FNV is om het minimumloon (vanaf 21 jaar) te verhogen van €9,44 naar €14 per uur. Ook in andere landen voeren vakbonden actie voor een hoger minimumloon. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk loopt de fight for $15/ £15. En onze zuiderburen, de Belgen, zijn bezig met de fight for €14. In dit artikel bespreek ik niet deze campagne van de FNV, maar doe ik een stapje terug. Wat is een vakbond? En wat heb je eraan?
De klassieke definitie van de vakbond is die van de Engelse economen en socialisten Sidney en Beatrice Webb uit 1894. Een vakbond is volgens hen een vereniging van werknemers die als doel heeft het in stand houden of verbeteren van hun arbeidsomstandigheden. Een vakbond verdedigt dus de gezamenlijke en individuele belangen van haar leden op het gebied van werk. Denk bijvoorbeeld aan loon, maar ook aan werktijden, vakanties, scholing en veiligheid op de werkvloer.
Webb & Webb bedachten deze definitie tijdens de Industriële Revolutie van de 19e eeuw. In deze tijd ontstonden de eerste fabrieken, zoals de Duitse fabriek op de foto. Het werk in deze fabrieken was zwaar en gevaarlijk, en de werkdag was lang. Arbeiders kregen ook maar weinig loon en werkgevers konden hen heel makkelijk ontslaan. Ontevreden arbeiders gingen daarom samenwerken om hun situatie te verbeteren.
En inderdaad, in hetzelfde jaar dat Webb & Webb deze definitie bedachten, werd in Nederland de eerste moderne vakbond opgericht. Vooral joodse diamantarbeiders zetten in Amsterdam de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB) op. De ANDB was erg succesvol. Zij regelde bijvoorbeeld al snel een minimumloon voor diamantarbeiders. En dankzij de ANDB hadden diamantarbeiders als eerste in Nederland een achturige werkdag, een veertigurige werkweek en een week (eerst nog onbetaald) vakantie.
De ANDB is uiteindelijk opgegaan in de FNV. Dit is de grootste Nederlandse vakbond met ruim 1 miljoen leden. Uiteenlopende vakbonden, zoals die van leraren, verpleegsters, kappers en militairen zijn aangesloten bij de FNV. In de 19e eeuw waren vakbonden duidelijk hard nodig. Maar hoe zit dat vandaag de dag? Alles is toch al goed geregeld in Nederland? Iedereen heeft bijvoorbeeld recht op vakantie. Zijn vakbonden dan niet hartstikke ouderwets.
Zeker niet! Vakbonden zijn om 2 simpele redenen nog steeds nuttig. Ten eerste hebben werknemers en werkgevers veel tegenstrijdige belangen. Dit is vandaag niet anders dan vroeger. Werknemers zijn altijd blij met een hoger loon, terwijl werkgevers de lonen juist laag willen houden. En terwijl werkgevers het handig vinden om hun personeel makkelijk te kunnen ontslaan, willen veel werknemers juist de zekerheid van een vaste baan. Ten tweede hebben werkgevers een structureel sterkere positie dan werknemers. Werkgevers hebben meer macht. Dat was vroeger zo, maar ook vandaag de dag. Werkgevers kunnen daardoor hun belangen makkelijker doordrukken, en dat gaat vaak ten koste van werknemers.
Een simpele oorzaak van deze ongelijkheid is geld. Werkgevers hebben veel meer geld dan werknemers. Met dat geld kunnen zij bijvoorbeeld professionele lobbyisten inhuren. Het is de baan van zulke lobbyisten om politici te beïnvloeden, zodat beleid gunstig is voor werkgevers. Lobbyisten kunnen bijvoorbeeld proberen het minimumloon laag te houden.
Werkgevers zijn ook machtiger omdat zij (over het algemeen) minder afhankelijk zijn van werknemers dan andersom. Als werknemer is werken vaak de enige manier om aan geld te komen, om eten te kopen en huur te betalen. Een werkgever heeft natuurlijk ook personeel nodig. Maar werkgevers kunnen soms ook personeel vervangen door techniek en robots. En tegenwoordig kunnen werkgevers heel makkelijk hun bedrijf verplaatsen naar het buitenland, naar landen met lagere (minimum)lonen. Ook zijn er vaak meerdere mensen die een en dezelfde baan willen, waardoor werkgevers niet afhankelijk zijn van individuele werknemers. Als jij niet wil, vinden zij wel iemand anders!
Zowel vroeger als vandaag zijn werkgevers dus machtiger dan werknemers. De situatie voor werknemers is echter niet hopeloos. Op één punt zijn werknemers namelijk wél sterker: hun aantal. Er zijn veel meer werknemers dan werkgevers. Daarom zei Karl Marx, de grondlegger van het communisme, in 1848: ‘Proletariërs aller landen verenigt u!’. Er is natuurlijk van alles aan te merken op het communisme en dan vooral op de uitvoering ervan, maar dit had Marx goed gezien.
Vakbonden, zoals de ANDB toen en de FNV nu, gebruiken deze kracht van het getal. Ze onderhandelen bijvoorbeeld met werkgevers over arbeidsomstandigheden. Zulke afspraken worden vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Als één werknemer vraagt om meer pauzes, heeft dat weinig effect. Maar als de vakbond namens heel veel werknemers deze eis stelt, luisteren werkgevers veel sneller. Zo zorgen vakbonden voor betere, prettigere en veiligere banen.Vakbonden organiseren ook verschillende progressieve acties, zoals Sta op voor 14. Dit is een nationale actie, maar vakbonden zijn ook internationaal actief: op de foto zie je een protest van de FNV in Brussel. Hoe meer mensen lid zijn van een vakbond, en hoe meer mensen meedoen aan zulke acties, hoe krachtiger de stem van vakbonden. Doe je ook mee? Samen sterk!
Politiek Amsterdam Commissie Team,
Carlijn Enzerink
Bronnen
https://www.fnv.nl/acties/sta-op-voor-14
https://jck.nl/nl/tentoonstelling/amsterdam-diamantstad
https://www.fnv.nl/over-de-fnv/wie-we-zijn/alle-fnv-bonden
Webb, Sidney, en Beatrice Webb. 1894. The history of trade unionism. Londen: Longmans.
Block, Fred. 1990. The market. In dez., Post Industrial Possibilities. Berkeley, CA: University of California Press, pp. 46-74.
Afbeeldingen
https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bestand:Hartmann_Maschinenhalle_1868_(01).jpg
https://www.flickr.com/photos/ter-burg/13628683663
Extra informatie: Amsterdam Diamantstad
In het kader van de 125ste verjaardag van de ANDB is in het Joods Historisch Museum tot en met 1 maart een kleine tentoonstelling getiteld Amsterdam Diamantstad te zien. Er worden verschillende activiteiten georganiseerd en er staat ook een podcast van 20 minuten online.
In de stad zelf zijn ook nog sporen van de diamantindustrie te vinden. Het hoofdkantoor van de ANDB bestaat nog steeds (Henri Polaklaan 9). Op het Weesperplein (nummer 4) is de voormalige diamantbeurs te bewonderen. En Crea, het cultureel centrum van de Universiteit van Amsterdam, is gevestigd in de oudste diamantslijperij van de stad!