Interview met Tweede Kamerlid Paul Smeulders

paul smeulders

In aanloop naar de verkiezingen is onze redacteur Esmee Zuurbier in gesprek gegaan met Tweede Kamerleden van GroenLinks, om meer over hen te weten te komen. Tweede Kamerlid Paul Smeulders staat momenteel op nummer 8 op de kieslijst van GroenLinks. Hij houdt zich in de Kamer bezig met de onderwerpen Arbeidsmarkt & Inkomen, Sociale zekerheid, Pensioenen, Wonen en Ruimtelijke Ordening. 

Paul Smeulders is 33 jaar, en daarmee momenteel de jongste GroenLinkser in de Kamer. Hij is nu drie jaar Kamerlid. Hij woont samen met Aline, zijn verloofde. Hun geplande bruiloft ging afgelopen zomer vanwege corona niet door, maar ze hopen dat het deze zomer wel kan. Ze kennen elkaar van de Nationale Klimaattop vijf jaar geleden, waar ze samen in de pendelbus zaten terug naar het station. Daarnaast houdt hij van wielrennen. Van zijn 14e tot zijn 18e heeft hij ook wedstrijden gereden, maar de gevaren tijdens massasprints en afdalingen waren niks voor hem. Nu fietst hij nog graag met vrienden. Ze gaan ieder jaar in ieder geval met een groep vrienden in Frankrijk fietsen. 

U was op uw 14e al lid van GroenLinks, hoe kwam het dat u op zo’n jonge leeftijd geïnteresseerd was in politiek?

“Ik was al jong lid ja. Ik ben nog steeds lid van DWARS trouwens, ik heb toestemming gekregen om ook na mijn 28e lid te blijven. Mijn ouders waren geen lid van een partij, maar we volgden wel het nieuws en de krant. Ik vond sport erg leuk, dus ik las de sportpagina en ging uiteindelijk ook de rest van de krant lezen. En ik mocht iets langer opblijven als ik het achtuurjournaal keek. Dat soort dingen hebben er wel voor gezorgd dat ik maatschappelijk geïnteresseerd werd. We hadden het aan de keukentafel thuis ook over maatschappelijke onderwerpen. 

Rond mijn veertiende werd ik ook vegetariër. Toen begon ik na te denken over de manier waarop wij met dieren omgaan, daar was ik het gewoon echt niet mee eens. Dat wij wezens die zo veel met ons overeen hebben, vaak toch een verschrikkelijk leven geven. En dat dan eigenlijk voor vijf minuten lekkere trek. Daar begon ik mij toen zorgen over te maken en een standpunt over in te nemen. Ook begon ik mij zorgen te maken over klimaatverandering en de gevolgen daarvan. 

Ik kon ook altijd al erg slecht tegen onrecht. Als er bijvoorbeeld op de basisschool een jongetje werd gepest, dan ging ik naar die pesters toe en dan zei ik iets van: ‘Volgens mij is het voor jullie niet heel leuk om hem te pesten en voor hem is het echt heel kut, dus waarom doe je dat nou? Dus stop daarmee’. Ik probeerde me dus al van jongs af aan in te zetten voor een eerlijkere wereld.

Toen op mijn 14e, dat waren de verkiezingen van Pim Fortuyn, toen was de politiek opeens heel boeiend en gebeurde er heel veel. Ik was het erg oneens met hoe Fortuyn over minderheden sprak, en hoe hij bepaalde bevolkingsgroepen wegzette. En ik vond dat Paul Rosenmöller, destijds de partijleider van GroenLinks, de enige was die daar goed tegenin ging. Dat was voor mij de reden om lid te worden van GroenLinks, gecombineerd met al die groene onderwerpen waar ik mezelf betrokken bij voelde. 

Ik probeer me al van jongs af aan in te zetten voor een eerlijkere wereld.’

Toen ben ik lid geworden. Dat was best wel bijzonder, want niemand in mijn familie was verder lid van een politieke partij. Ik heb toen van mijn 14e tot mijn 18e gewielrend, eerst naast mijn middelbare school en toen naast mijn hbo-opleiding, dus toen had ik eigenlijk heel weinig tijd. Ik ben toen Bestuurskunde gaan studeren. Dat gaat over overheidsmanagement, dus dan zit je al iets dichter tegen de politiek aan. Voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2006, toen ik net 18 was, zag ik dat GroenLinks Helmond mensen zocht voor op de lijst. Ik heb toen een mailtje gestuurd naar het enige gemeenteraadslid van GroenLinks Helmond met: ‘Hé ik ben Paul, ik ben net 18 en studeer Bestuurskunde, misschien kan ik jullie helpen.’ Dat vond ik heel spannend, want ik had nog nooit eerder een raadslid of wie dan ook gesproken. Zo ben ik er een beetje ingerold, zij zei: ‘Leuk, kom maar een keer praten.’ Stapje voor stapje ben ik toen verder in GroenLinks gekomen, en ben ik ook binnen DWARS actief geworden.”

Bent u ook vanwege uw interesse in politiek Bestuurskunde gaan studeren?

“Ja zeker, door die interesse in de politiek en de maatschappelijke betrokkenheid. Ik heb nooit de behoefte gevoeld om veel geld te gaan verdienen voor een groot bedrijf. Ik vond het veel interessanter om te kijken naar hoe we maatschappelijke vraagstukken kunnen oplossen.”

Al snel na uw studie werd u commissielid bij de gemeente Helmond, en daarna bij de provincie Noord-Brabant. Maar daarnaast werkte u ook nog bij Natuurmonumenten, wat voor functie had u daar? 

“Ja, dat was na mijn studie. Ik heb Bestuurskunde gestudeerd, eerst op het hbo in Den Bosch en daarna op de Universiteit in Tilburg. Daarnaast was ik lid van de raadsfractie van GroenLinks in Helmond, en van de Statenfractie in Brabant. Toen ik op mijn 22e klaar was met mijn studie dacht ik: oké, waar ga ik nou werken? Het was namelijk wel in een tijd dat het heel moeilijk was om een baan te vinden. Ik heb kort bij een adviesbureau gewerkt, maar dat vond ik eigenlijk niet zo leuk. Daarna ben ik bij Natuurmonumenten aan de slag gegaan, dat is de grootste natuurorganisatie van Nederland met 355 natuurgebieden door heel Nederland. De meeste mensen die daar werken zijn boswachter en beheren die natuur. 

Ik werkte op het landelijk kantoor op de public affairs-afdeling. Wij onderhielden de contacten met het ministerie en de Tweede Kamer. Dat was ten tijden van Kabinet-Rutte I, toen hebben de VVD en CDA met steun van de PVV het totale natuurbeleid gesloopt. De Rijksoverheid was toen verantwoordelijk, maar zij hadden de verantwoordelijkheid overgegeven aan de provincies. Ze wilden alle regelgeving afschaffen die niet via Europa verplicht was, en wilden 80% van de begroting gaan wegbezuinigen. Henk Bleker van het CDA was staatssecretaris, dus hij was het allemaal aan het uitvoeren. Daar heb ik mij toen vanuit Natuurmonumenten heel erg tegen verzet. Uiteindelijk is het gelukt om een aantal dingen tegen te houden. Maar nog steeds is dat natuurbeleid wel flink minder dan vóór Bleker, door wat er die periode gebeurd is. Ja, dat was wel heel erg om mee te maken. 

Ik heb daar ook een programma opgezet en geleid om op te komen voor het Nederlandse landschap. Daar hoort ook veel natuur en natuurwaarden buiten natuurgebieden bij, bijvoorbeeld boerenland. Omdat we zagen dat het daar juist heel slecht gaat met de biodiversiteit.” 

Op uw LinkedIn las ik dat werken in de Tweede Kamer een jongensdroom van u was, en dat u wilde ‘knokken voor groene en sociale idealen’. Wat zijn deze idealen? 

“Het belangrijkste is denk ik het tegengaan van klimaatverandering. Daarnaast heb ik net al iets gezegd over dierenwelzijn, daar heb ik ook sterke gevoelens bij. Ook vind ik natuur belangrijk, zo mooi en je komt er zo tot rust. We moeten juist zorgen voor veel meer natuur in Nederland in plaats van minder. Verder kan ik dus heel slecht tegen ongelijkheid. We zijn zo’n welvarend land, maar er groeien honderdduizenden kinderen op in armoede, daar moeten we toch iets aan kunnen doen.

De afgelopen periode heb ik me veel bezig gehouden met wonen. Je merkt dat de VVD de laatste jaren veel spreekt over de woningmarkt, in plaats van over volkshuisvesting. Het gevolg is dat heel veel mensen geen betaalbaar huis meer kunnen vinden. Omdat ze niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, die zijn ook veel verkocht, of omdat ze geen huis kunnen kopen. Dan ben je vaak overgeleverd aan de huur in de vrije sector, waar belachelijke prijzen gevraagd worden. Dus vandaar dat wij veel voorstellen doen om de marktwerking in de woningmarkt af te schaffen, en weer over volkshuisvesting te gaan praten. Dat is ook wel een dossier waarvan ik hoop dat we in de formatie grote stappen gaan zetten, zodat wonen weer eerlijker wordt.”

U heeft nu uw jongensdroom vervuld, is het werken in de Tweede Kamer zoals u had verwacht?

“Ik loop natuurlijk al lang rond binnen GroenLinks, inmiddels 15 jaar. Dus ik had daar wel een redelijk beeld bij. Wat heel erg leuk is, is dat je eigenlijk in een team werkt, dus met de fractie, met de medewerkers en met de collega Kamerleden. Dat je echt gezamenlijke idealen hebt en dat je die probeert te verwezenlijken. Dat vind ik echt superleuk.

Dat je bovenop het nieuws zit is ook heel leuk, ik lees ‘s ochtends iets in de krant en dan denk ik: oh, daar ga ik straks vragen over stellen! Of dat ik denk: daar wil ik straks over in debat met de minister. Dat maakt het erg leuk. 

Het is soms natuurlijk wel abstracter dan wat ik op lokaal niveau gewend was. Als wethouder ben je natuurlijk ook veel in wijken, dan ben je daar dingen aan het verbeteren en mogelijk maken. Als Kamerlid is dat anders, we hebben nu bijvoorbeeld samen met de PvdA geregeld dat er 450 miljoen vrijkomt om kwetsbare wijken op te knappen. Dat is een enorm politiek succes, een van de grootste van ons in deze periode. Maar dat geld wordt natuurlijk in gemeenten uitgegeven, en lokale bestuurders en politici gaan bepalen wat ze daar het beste mee kunnen doen. Dan ben ik, op het moment dat zij dat aan het doen zijn, alweer bezig met het volgende dossier in Den Haag. Ik kan op werkbezoek gaan, maar dat is wel heel anders dan dat je echt op lokaal niveau actief bent. Dus dat mis ik soms wel.”  

U houdt zich bezig met de onderwerpen wonen, werk, sociale zekerheid en pensioenen. Om welke redenen bent u op deze onderwerpen woordvoerder geworden?

“De huidige periode was al een jaar bezig toen ik instapte als Kamerlid. Veel portefeuilles waren al verdeeld toen ik erin kwam, en ik moest een beetje kijken wat er nog beschikbaar was. Met name wonen wilde ik graag zelf doen, omdat ik daar ook op lokaal niveau veel voor heb gedaan. Ik ben vooral een groene GroenLinkser, ik heb mij ook bij Natuurmonumenten en als wethouder vooral met groene onderwerpen bezig gehouden. Dus om in de toekomst nog meer groene onderwerpen te gaan doen lijkt mij erg leuk. En dat kan heel breed zijn: klimaat, de energietransitie, de landbouw of natuur.

Aan de andere kant ben ik natuurlijk al een paar jaar bezig met sociale zaken. Dus op dat vlak ben ik heel breed inzetbaar, en vind ik ook veel onderwerpen interessant. Het hangt er dus ook een beetje vanaf waar na de verkiezingen behoefte aan is.” 

Ook de groeiende kloof tussen arm en rijk is een punt in uw portefeuille. Deze kloof is door corona natuurlijk alleen maar groter geworden. GroenLinks wil het minimumjeugdloon afschaffen boven de 18 jaar, is dit ook bedoeld om deze kloof te verkleinen. Waarom is dit belangrijk?

“Het is natuurlijk heel raar dat wanneer je 18 jaar bent, je wel gewoon mag stemmen en volwaardig onderdeel van onze samenleving bent, maar niet volwaardig betaald krijgt. Dus daar verzetten we ons als GroenLinks tegen, samen met onder meer de FNV. Ik hoop dat het gaat lukken om dat in de formatie binnen te slepen na de verkiezingen. Ook omdat je merkt dat het voor veel jongeren nu moeilijk is. Door het leenstelsel hebben ze vaak schulden opgebouwd, en veel jongeren gaan van flexcontract naar flexcontract. Dus we willen ook echt die flexibilisering van de arbeidsmarkt tegengaan. 

Je merkt ook dat er een woningtekort is, dat huurders slecht beschermd zijn en dat het vaak lastig is om een betaalbaar huis te vinden. Dus op veel belangrijke punten is het voor jongeren de afgelopen jaren wel moeilijker geworden. Daar verzetten we ons tegen, en we doen dus veel voorstellen voor verbetering.

Over de wooncrisis kwam vorige week een video online van Jesse Klaver, die vertelde wat er de afgelopen jaren fout gegaan is en welke oplossingen er zouden moeten komen. Kunt u vertellen hoe deze oplossingen tot stand zijn gekomen? 

“Ik heb de afgelopen jaren veel gesprekken gevoerd, binnen en buiten GroenLinks. Ik heb ook een kantinetour gedaan over wonen, dat is nog steeds bezig. Ik denk dat ik inmiddels in ruim tien verschillende plaatsen met verschillende afdelingen over wonen gesproken heb. 

Ik heb veel werkbezoeken afgelegd, en we zijn een jaar geleden ook met een groep GroenLinksers naar Berlijn geweest. Dus met raadsleden uit verschillende steden, de delegatie van het Europees Parlement, mensen van het landelijk bureau, iemand van het partijbestuur, en een paar mensen van de Kamerfractie. We gingen naar de Duitse Grünen om te praten over wonen, en wat voor oplossingen zij daar hebben. Zij hebben de zogenaamde Mietendeckel, dus een huurdeksel, om de huren de komende vijf jaar niet te laten stijgen. Ze hebben nu ook een systeem om te huren te verlagen. Eigenlijk precies datzelfde stellen we nu in Nederland ook voor. Dus we zijn echt over de grens gaan kijken om inspiratie op te doen bij het linkse stadsbestuur van Berlijn.”

Op welke prestatie uit uw carrière bent u het meest trots?

“Toen ik wethouder was hadden we twee zetels, en waren we de negende partij in de gemeenteraad. Helmond is niet echt een “GroenLinks-stad”, zoals je dat noemt. Er zijn weinig studenten, echt een arbeidersstad. Na vier jaar wethouderschap zijn we de grootste partij van de raad geworden. Dus van de negende naar de grootste, met als enige partij zes zetels. Ik was parttime wethouder, en nu werken er twee fulltime wethouders. Daar ben ik wel supertrots op. Als je dat voorspeld had, dan had denk ik iedereen je voor gek verklaard. Ik weet nog heel goed dat ik bij de verkiezingen dacht: nou drie zetels gaat wel lukken en met vier zetels zijn we superblij. En toen hoorden we dat we dus de enige partij waren die zes zetels had, en dat we dus ook het voortouw kregen in de coalitieonderhandelingen, dat was wel echt ongelofelijk.”

Heeft u nog persoonlijke ambities?

“Verkozen worden als Tweede Kamerlid, daar zijn we natuurlijk hard campagne voor aan het voeren en ik hoop dat dat lukt. Dan in ieder geval nog vier jaar in de Tweede Kamer blijven. En als ik heel groot ben later – dus over een jaar of twintig – zou ik nog wel Commissaris van de Koning in Brabant willen worden. Dat lijkt me een fantastische functie.”

Wilt u verder nog iets kwijt aan de lezers van OverDWARS?

Word vooral actief binnen DWARS. Het heeft mij in ieder geval een superleuke tijd bezorgd, en veel goede vrienden ken ik van DWARS. Hiermee ga ik nog steeds jaarlijks op vakantie en deel ik lief en leed. Het is heel fijn dat er een plek is waar je gelijkgestemden kan tegenkomen. Mensen die ook maatschappelijk betrokken zijn, en die politiek ook interessant vinden. Dus wordt vooral actief en probeer via DWARS politiek te leren kennen, leren ontdekken wat je zelf belangrijk vindt en wat je leuk vindt. Dat heeft mij in ieder geval heel veel gebracht.”

lees ook

LVolg ons op facebook

L