Stijgend zeewater; verzuring van de oceaan; de invasie van ziekmakende muggen en virussen… Het is een rijtje dat nog veel en veel langer kan. Het zijn reële toekomstbeelden als de klimaatverandering verder doorzet. Het gaat hier zo vaak over, dat je bijna zou vergeten dat klimaatverandering vandaag de dag ook al voor problemen zorgt. Voor veel Afrikaanse boeren is dit aan de orde van de dag. Onno Giller werkt ter plaatse met zulke boeren. De jonge Nederlandse onderzoeker (26) heeft een baan bij het International Institute of Tropical Agriculture (IITA) en de Wageningen Universiteit. Hij onderzoekt hoe boeren in Oeganda, Tanzania en Rwanda klimaatgerelateerde problemen aanpakken. Via Skype sprak ik hem. Hij belooft: “Ik geef mijn eigen mening, niet die van de IITA, Wageningen Universiteit of van wie dan ook.”

Tegen welke problemen lopen Afrikaanse boeren aan?
Verschillende problemen, zoals de regenval die alsmaar onvoorspelbaarder wordt en verhoogde kans op incidenten als plagen en ziektes. Kijk bijvoorbeeld naar koffieboeren; daar doe ik veel onderzoek naar. Voor Oeganda is koffie een heel belangrijk gewas – het levert wel 20% van de Oegandese export. Je ziet ook dat grote koffieketens, bijvoorbeeld Starbucks, speciale Oegandese koffiemelanges hebben. Kortom, het is heel belangrijk voor de boeren, het nationale inkomen en uiteindelijk ook voor de voedselzekerheid. Helaas is koffie heel gevoelig voor klimaatverandering. Nu het warmer wordt en regenval minder voorspelbaar wordt, groeit de koffie op veel plekken niet meer zo goed als voorheen. Dat is voor Oeganda een groot probleem.

Hoe lossen we dat op?
Dat kan heel goed met climate-smart agriculture. Dat is ook waar ik mijn onderzoek op focus.

Climate-smart agriculture is in principe een verantwoorde landbouwmethode zonder negatieve gevolgen voor het klimaat.

Het kent drie basisprincipes: ten eerste gaat het om voedselzekerheid. In de Afrikaanse landen waar ik onderzoek doe is dat heel belangrijk. Het eerste basisprincipe is dus duurzame intensifiëring van de landbouw.

Ten tweede gaat het om adaptatie: aanpassen aan het veranderende klimaat. Ik had het net al even over verlies van land om koffie te verbouwen. Op die plekken moet je op zoek naar een alternatief. Bonen en maïs bijvoorbeeld, die kunnen er soms nog wel groeien. Dat is één aanpassing. Verder zitten de meeste koffieboeren op de rand van een berg. Voor veel van hen is het logisch om dan hoger op de berg, waar het koeler is, koffie te verbouwen. Nog een mogelijke aanpassing is het planten van schaduwbomen tussen de koffie in. Hierdoor groeit de koffie in de schaduw en blijft het koel en aangenaam voor de plant. Verder kun je denken aan betere, zuinigere watersystemen en landbouwtechnieken die bodemerosie tegengaan. Kortom, je moet kijken naar waar de koffie met wat kleine aanpassingen nog goed kan groeien. Kan dat niet? Dan moeten we kijken naar andere opties.

En het verminderen van uitstoot? Dat is waar we het in Nederland vaak over hebben.
Ja, dat is het derde basisprincipe van climate-smart agriculture: mitigatie. Of anders gezegd; het verminderen van de hoeveelheid broeikasgassen. In de landbouw kun je dan bijvoorbeeld kijken naar de gasuitstoot van de boerderij. Maar ik denk dat het meeste te winnen valt op gebied van bossen. Ontbossing om land te winnen is de grootste oorzaak van uitstoot binnen de landbouw. Kijk naar koffie: als die akkers hoger de berg op verhuizen, wordt het bos bovenop de berg gekapt. Dat is de belangrijkste slag die de landbouw kan slaan: geen bossen meer kappen.

Moet je als Nederlandse onderzoeker dan zeggen: je moet het zus en zo aanpakken?
Nee, zo simpel is het niet. Boeren hebben vaak manieren van werken die ze al heel lang toepassen. Je wil niet dat al die knowhow gedumpt wordt. In het ideale geval overweeg je met de lokale boeren en beleidsmakers welke manier van climate-smart agriculture toepasbaar is op welke plek.

“Het belangrijkste is dat je de boeren een keus geeft”

Komt er wel wat van terecht als je het aan boeren en beleidsmakers overlaat?
Er moet een push komen om de transitie naar climate-smart agriculture waar te maken, want je wil het op grote schaal toepassen. Daarom werken we nauw samen met partnerorganisaties in de verschillende landen. Denk dan aan nationale en internationale onderzoeksinstellingen, de privésector, NGO’s, boerenorganisaties, en overheden: die werken samen om de push te realiseren. Alleen, climate-smart agriculture moet wel passen in de context waar het wordt uitgevoerd. Hoe dat het beste kan, en hoe overheid, wetenschap en boeren daar samen uitkomen, dat zijn grote vragen. Dat zijn de vragen waarop ik mijn promotieonderzoek baseer. Voor mij is het belangrijkste dat je de boeren in ieder geval een keus geeft.

Hoe kun je zoiets pushen en tegelijk de boeren een keus geven?
Daar zijn wel manieren voor. In Nederland heeft een collega van mij een onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een gezondheidsprogramma. Dat was een programma waarmee iedereen zijn eigen gezondheidstraject kan volgen, gebaseerd op wat individueel nodig is. Dat lijkt me hier ook wel wat voor hier. Je zegt dan niet wat de boeren moeten doen, maar ze krijgen precies afgestemde opties.

Hoe kijken de Afrikaanse boeren nu tegen klimaatverandering aan? Willen ze graag meedenken en meewerken?
Er zijn hier heel veel leerprogramma’s geweest voor boeren om te leren wat klimaatverandering is, wat de impact is en hoe ze daar wat aan kunnen doen. Sommigen weten er dus wel wat vanaf. Anderen weten niks van klimaatverandering, maar de boeren zijn niet gek. Ze zien zelf wat er op hun boerderij gebeurt en dat er echt iets aan de hand is. Dat er dan zo’n dure naam als klimaatverandering aan vastgeplakt wordt, maakt hen dan niet zo veel uit. Ze zien het gewoon aan hun productiviteit dat er wat moet veranderen.

En willen ze dat dan ook goed aanpakken?
Je ziet dat iedereen heel erg veel bezig is met wat ze nú moeten doen. Dat is goed, maar ze mogen ook wat meer naar de toekomst kijken. Gelukkig zijn er goede discussies gaande om dat op de agenda te zetten. Oeganda komt ook naar COP21 in Parijs. Wat dat betreft ben ik heel benieuwd wat ze aan de discussie kunnen toevoegen.

Weet je wat er op de Oegandese agenda staat voor COP21?
Mariola Acosta is een collega-promovendus van me. Ze is betrokken bij de Oegandese voorbereiding voor COP21. Ze was zo aardig om haar bevindingen hierover met mij te delen, en vertelde me wat de belangrijkste punten zijn voor Ephraim Kamuntu, de Oegandese minister van Water en Milieu. Hij vindt dat de ontwikkelde landen de schade die zij al aan het klimaat hebben toegebracht moeten repareren, en dat zij verdere beschadiging moeten voorkomen.

Verder moet er substantiële en duurzame mindering komen in de uitstoot van broeikasgassen. Daarbij wil de minister dat het duidelijk is op welke manier dit moet gebeuren. Tenslotte geeft de minister aan dat kwetsbare landen zoals Oeganda ondersteund moeten worden. Dat moet middels financiële steun en de overdracht van technologie.

“Oeganda komt ook naar de COP21”

Wat verwacht je zelf van de conferentie?
Ik word heel vrolijk van de website van COP21. Daar zeggen ze heel duidelijk dat ze veel discussie willen rondom adaptatie. Daar ben ik heel blij mee, want voorheen waren ze heel erg op mitigatie gericht. Langzamerhand wordt er dus meer aandacht aan adaptatie besteed, want mensen moeten zich nu eenmaal aanpassen – of het nu om landbouw gaat of de stijgende zeeniveaus. Het is blijkbaar iets dat bij de COP meer en meer op de agenda komt en daar ben ik blij mee.

Zeg je nu dat adaptatie belangrijker is dan mitigatie?
Nee, zeker niet! Al kijken ze er in de landbouw soms wel zo tegenaan. Landbouw gaat om productiviteit. Dan lijkt het voor de hand te liggen om te zeggen: mitigatie is daaraan ondergeschikt. Maar ook landbouw kent een hoge uitstoot en daarom moeten ze gewoon meewerken. Het gaat niet alleen om adaptatie, al is dat mijn interesse. En dat is dus ook het idee achter climate-smart agriculture: je wilt meer productiviteit hebben, maar je moet ook met klimaatverandering meebewegen en niet de uitstoot verergeren, want dat komt uiteindelijk alleen maar terug bij jezelf.