Bezoek aan het Internationaal Strafhof

Internationaal Strafhof

Wanneer ik op maandag 2 februari om exact kwart voor twee in mijn eentje het Internationaal Strafhof in Den Haag binnenloop, komt het er allemaal wat kil over, of in ieder geval heel goed beveiligd. (Is beveiligd altijd hetzelfde als kil?) Een kale buitenlandse man kijkt mij ietwat vreemd aan, alsof ik hier niet hoor te zijn, maar wanneer ik toch even benadruk dat ik voor de rondleiding kom, vervolgt hij zijn normale procedure.

Het is een beetje alsof je door de beveiliging op een vliegveld gaat: eerst je tas door zo’n scanner, dan zelf door een poortje en dan word je nog gescreend. Hij lacht te hard om mijn stomme grap en ik loop snel door naar de balie, waar een mevrouw op mijn Nederlandse verhaal zomaar in het Engels tegen me terug begint te praten.

Oké dan. Ik ga op een van de aanwezige rode stoelen zitten en wacht op de rest van de groep – door de storing bij de NS was het me bijna niet eens gelukt om te komen, maar daarvoor hebben we ook ouders natuurlijk. Ruim een kwartier later begint de rondleiding, nadat we erachter zijn gekomen dat het samen met een andere groep (buitenlandse) toeristen is. Een kleine vrouw van in de veertig of vijftig vertelt ons wat algemene informatie over het Strafhof.

Op voorstel van de Verenigde Naties werd het Statuut van Rome opgesteld (1998). Hierin wordt de oprichting van het Internationaal Strafhof en de vestiging hiervan in Den Haag geregeld, en staan alle verdere regels met betrekking tot het Internationaal Strafhof. De vrouw vertelt dat er voor Den Haag werd gekozen omdat hier al veel kennis aanwezig was. Wanneer later een andere medewerker dezelfde vraag wordt gesteld, zegt hij dat het mede kwam doordat op dit gebouw tien jaar lang rentevrij kon worden afgelost.

Tijdens het introductieverhaal van de vrouw werd ons overigens gevraagd of we wisten waar het gebouw vroeger voor diende; alsof we ooit op het antwoord ‘om auto’s te parkeren’ waren gekomen – het was dus de voormalige KPN-parkeergarage. Maar goed, het Internationaal Strafhof heeft rechtsmacht over oorlogsmisdaden, genocide en misdrijven tegen de menselijkheid – dus (nog) niet misdrijven van agressie, aangezien de deelnemende landen (‘States Parties’) het niet eens zijn over de definitie hiervan.

“Na alles wat we zagen was het lastig de plek nog een gevangenis te noemen”

Het Strafhof is opgebouwd uit vier organen: (1) het voorzitterschap, (2) de Afdeling Beroep, de Afdeling Berechting en de Afdeling Verkennend Onderzoek, (3) de diensten van de Aanklager en (4) de griffie. Het voorzitterschap (bestaande uit een voorzitter en een eerste en tweede voorzitter) wordt verkozen door de rechters van het Hof. De rechters worden op hun beurt verkozen voor een periode van negen jaar, en voor zes van hen loopt deze periode af in maart 2015.

We worden een kleine zaal ingeleid waar ons een (vrij suffe) film wordt getoond, onder andere over hoe de verschillende afdelingen werken. Ook de leefomstandigheden van de misdadigers in het ICC Detention Centre komen aan bod, en nadat we beelden van grote bibliotheken, rijen computers en zelfs tennisvelden en andere mogelijkheden voor luxe vrijetijdsbestedingen zien, is het moeilijk de plek nog een gevangenis te noemen.

Na de film komt een Australische man naar voren, maakt een grap over het feit dat ook hij vindt dat de film afgeschaft zou moeten worden, en gaat verder met het beantwoorden van vragen vanuit de zaal. Hij kiest zijn woorden nauwkeurig, maar is niet bang ook zijn eigen mening of voorspellingen te delen, wat het zeker interessant maakt om naar te luisteren.

Plattegrond van de rechtszaal

Hij vertelt dat het Internationaal Strafhof alleen over een zaak kan oordelen als het land waar het misdrijf gepleegd is of het land waar de dader vandaan komt tot de States Parties behoort. Daarnaast kan het Hof alleen de zaak op zich nemen als het land zelf dit niet kan of niet wil. Bovendien moeten de misdaden na 1 juli 2002 (het inwerkingtreden Statuut van Rome) zijn begaan. Het zijn bijna alleen maar Afrikaanse landen waar momenteel zaken lopen, maar de Australiër legt uit dat bij vijf van de acht zaken het land zelf om hulp heeft gevraagd. De medewerking van betreffende landen is van groot belang: zonder kan het voor het Hof lastiger of onmogelijk worden genoeg bewijs te vinden om de misdadiger een straf op te leggen. Dit is te zien bij de zaak rond de Keniaanse president Uhuru Kenyatta. Nadat hij in 2013 tot president was verkozen, wist het Hof door zijn tegenwerking niet meer aan voldoende bewijs te komen (ook doordat plotseling heel veel getuigen werden vermoord, of weigerden te komen), waarna ze de zaak hebben moeten schorsen, terwijl hij vrijwel zeker strafbare misdaden heeft gepleegd.

Er worden nog wat  vragen gesteld, die op den duur worden afgekapt omdat de tijd om is. Hierop komt de vrouw die de introductie gaf terug de zaal in en neemt ons mee naar de tweede verdieping, naar Rechtszaal #1. Daar krijgen we nog wat verdere uitleg over onder andere de voertalen (Engels en Frans) en hoe het computersysteem werkt: alles is gedigitaliseerd. Aangezien er praktisch alleen vragen over de beveiliging, verouderde ICT-systemen en computers worden gesteld, wordt de technologie dus uitgebreid behandeld.

 “Hiermee onstonden problemen bij een zaak waarin de taal niet eerder was opgeschreven”

Ze vertelt dat datgene wat binnen de rechtszaal wordt gezegd op alle schermen wordt getoond (in beide voertalen), zodat men makkelijk kan terugkijken wat er eerder is gezegd. Hiermee ontstonden op een gegeven moment problemen bij een zaak waarin een taal werd gesproken die nog nooit eerder was opgeschreven, want hoe moet je dat dan vertalen? Terwijl ik dit schrijf, vraag ik me af hoe ze het hebben opgelost, maar aangezien de andere groep van toeristen snel weg moet gaat alles een beetje haastig. Ze is blijven haken bij haar eigen vraag en we vertrekken uiteindelijk zonder het antwoord te hebben gehoord.

We gaan weer terug naar beneden, met de trap en sommigen met de lift, naar de zaal waar onze spullen liggen. Vervolgens naar buiten, terug in de bus, daarna eerst nog vergaderen en dan in de trein, eindelijk naar huis. Je kunt op het ICC altijd komen kijken bij een rechtszaak (ze kunnen in een gesloten zitting overgaan, maar dat gebeurt niet vaak), dus misschien ga ik nog wel een keer terug. Als de treinen dan rijden tenminste.

lees ook

LVolg ons op facebook

L