Afgelopen maart laaide flinke discussie op over seksuele vorming op de basisschool, nadat FvD leider Baudet pleitte dat het lespakket ‘de Week van de Lentekriebels’ pedofilie zou normaliseren en jonge kinderen zou seksualiseren. De wetenschap spreekt deze uitspraken echter tegen. Kenniscentrum Rutgers pleit zelfs voor meer en betere seksuele voorlichting op scholen. Dat zorgt juist voor een inclusievere samenleving.

De Week van de Lentekriebels

De GGD’s en het expertisecentrum seksualiteit Rutgers voor het speciaal- en basisonderwijs organiseren elk jaar de themaweek Lentekriebels. Scholen kunnen ervoor kiezen om in deze week een lespakket te volgen dat extra aandacht besteedt aan relaties, lichamelijke ontwikkeling en seksualiteit. Bijna de helft van de basisscholen doet mee aan de themaweek. Het lespakket is zorgvuldig samengesteld en sluit aan bij de leeftijd en belevingswereld van de leerlingen. Zo leren de kleuterklassen bijvoorbeeld over hoe hun lichaam eruit ziet en dat het lichaam van andere klasgenootjes er anders uit kan zien. In de latere klassen krijgen leerlingen bijvoorbeeld les over welke veranderingen van het lichaam kunnen plaatsvinden tijdens de puberteit. Ook spreken ze over seksualiteit en genderidentiteit in de latere klassen.

De discussie over de themaweek laaide op nadat sommige mensen online veel nepnieuws hadden verspreid. Zo zeiden er een paar dat jonge kinderen in de kleuterklassen les kregen over expliciete seksuele handelingen zoals anale seks en pijpen. Ook haalden ze het argument aan dat de de lessen kinderen zou seksualiseren en dat dit pedofilie zou stimuleren. Naast de ophef rondom dit nepnieuws, waren er ook mensen die vonden dat lessen over seksualiteit en genderidentiteit niet geschikt waren voor de basisschool. Zij riepen ouders online op om hun kinderen thuis te houden tijdens de themaweek om hen te beschermen tegen “woke”.

Seksuele vorming op school

Scholen zijn sinds 2012 verplicht om seksuele vorming aan te bieden. De overheid toetst de kwaliteit van de lessen niet en stellen ze de inhoud ervan ook niet vast. Uit onderzoek van Rutgers uit 2022 komt naar voren dat onderwerpen als relaties, lichamelijke ontwikkeling, zelfbeeld, online veiligheid, LHBTIA+ en voortplanting veel aandacht krijgen in de lessen. Andere onderwerpen krijgen minder aandacht. Ongeveer de helft van de basisschoolleerlingen krijgt les over seksuele grensoverschrijding. Minder dan de helft krijgt les over thema’s als genderdiversiteit, veilig vrijen (zowel soa- als zwangerschapspreventie), gendergelijkheid, consent en seksueel plezier.

Zelfvertrouwen

Kinderen die goede voorlichting krijgen beginnen gemiddeld op latere leeftijd aan seks en zijn hierop beter voorbereid. Ze zijn weerbaarder en ze krijgen minder vaak te maken met problematiek zoals seksueel misbruik, soa’s en onbedoelde zwangerschap. Daarnaast zorgt seksuele vorming voor meer zelfvertrouwen en durven kinderen makkelijker hun vragen te stellen.

Ook op het speciaal onderwijs is seksuele voorlichting belangrijk. Uit onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland blijkt dat vooral meisjes op het speciaal onderwijs kwetsbaar zijn. Ze hebben een vier keer zo grote kans om te maken te krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag dan op het regulier onderwijs. Deze leerlingen hebben al een minder goede basis hebben, bijvoorbeeld door een ontwikkelingsstoornis of een instabiele thuissituatie. Daardoor zijn zij kwetsbaarder voor seksueel misbruik, bijvoorbeeld door loverboys of online uitbuiting. Lessen over wensen, grenzen en consent kunnen ervoor zorgen dat grensoverschrijdend gedrag vermindert en dat leerlingen sneller aan de bel trekken als zij slachtoffer worden.

Inclusie

De seksuele vorming binnen het speciaal- en basisonderwijs moet beter. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moet een duidelijk en vaststaand onderwijsprogramma ontwikkelen waarin scholen de belangrijkste thema’s bespreken. Zo hebben scholen die hier gebruik van willen maken meer handvaten over hoe ze de lessen in kunnen vullen. Hoewel het niet mogelijk is om dit scholen te verplichten, zou het toch mooi zijn als er meer aandacht komt in de lessen voor de minder besproken onderwerpen. Denk aan genderdiversiteit, consent, seksueel plezier en grensoverschrijdend gedrag. Het is belangrijk om onderwerpen als consent uitgebreid te bespreken. Als leerlingen leren hoe zij hun wensen en grenzen duidelijk kunnen aangeven, zorgt dit voor betere communicatie over seks. Dit zorgt voor minder ongewenste situaties en minder grensoverschrijdend gedrag. Leerlingen moeten ook leren over grensoverschrijdend gedrag en waar zij terecht kunnen als zij hier slachtoffer van worden. Het bespreekbaar maken zorgt ervoor dat slachtoffers sneller aan de bel trekken en dat zij minder schuldgevoelens en schaamte ervaren.

Ook het bespreken van genderdiversiteit, seksuele oriëntatie en seksueel plezier is belangrijk. Kinderen moeten leren dat niet iedereen hetzelfde is en dat er geen goed of fout is. Door het normaliseren van de LHBTIA+-gemeenschap, leren kinderen dit te begrijpen en kunnen zij zich makkelijker in anderen inleven. Dit zorgt ervoor dat kinderen elkaar accepteren voor wie ze zijn en dat leerlingen elkaar eerder aanspreken als iemand pest. Uiteindelijk zorgt betere les over de bloemetjes en de bij, voor meer LHBTIA+-acceptatie en een inclusievere maatschappij.