Een week geleden schaatsten we in Groningen over onze met een dikke laag ijzel bedekte straten. Niets werk, niets school, alleen maar ouwehoeren op het ijs! Hoewel vele gebouwen gesloten werden en een aantal winkels het niet aandurfden open te gaan, bleven de supermarkten natuurlijk wel open. Iedereen deed massaal boodschappen (we waren toch vrij) en kocht karren vol (je zou maar ingesneeuwd raken!). Ik werk in zo’n supermarkt en zag wat een beetje ijzel veroorzaken kan.

Dinsdagochtend moest ik werken, om half twaalf. Ik wist dat fietsen niet ging lukken en dus besloot ik een uur eerder weg te gaan en het avontuur lopend te voltrekken.

Pinguïnfamilie
Als leden van een pinguïnfamilie liep ik met een stel onbekenden over de autowegen in de stad. Soms sloot een andere pinguïn aan, dan weer sloeg er eentje af. Auto’s stopten om te vragen hoe het ons verging; zij wensten ons en wij hen veel succes, maar vooral ook plezier.

Eenmaal aangekomen in de supermarkt zag ik zo ongeveer ons hele klantenbestand in de winkel; een drukte vanjewelste. Ik trok snel mijn werkkleding aan en werkte harder, en fijner dan ooit. Het leek alsof de wereld massaal aan de XTC gegaan was. Wat een vriendelijkheid.

“Gehaaste winkeliers uit de straat hielpen bejaarden terug naar huis”

De normaal zo gehaaste winkeliers uit de straat hielpen bejaarden terug naar huis, tilden ook hun boodschappen. Energydrinkende pubers wachtten rustig op hun beurt en wensten de caissières succes op hun weg terug. Lichtelijk agressieve verslaafden bedankten het personeel uitvoerig voor de koffie en de warmte binnen en snelle zakenlui maakten zich zorgen over de drukte in onze winkel en of wij dit wel aankonden. Eén van die lui verontschuldigde zich zelfs, dat wij zo hard moesten werken terwijl de rest thuis zat te genieten van hun plotselinge vrije dagen.

Als sneeuw voor de zon
Vier dagen duurde mijn euforie; op vrijdag smolt de ijzel in rap tempo en zo ook de verbroedering. Klanten waren weer geïrriteerd, door de verkeerde prijzen, trage medeklanten, lange rijen en uitverkochte sandwiches. We hadden weer haast met zijn allen en als sneeuw voor de zon was de saamhorigheid verdwenen.

Het dieptepunt van deze vrijdag was dezelfde zakenman, een opgewonden vijftiger die zijn pakje sigaretten en broodje filet americain per se bij de balie wilde afrekenen. Ik scande zijn artikelen en wilde het bedrag noemen, toen meneer opeens begon te schreeuwen: ‘Dat mij zelfs in de supermarkt een geloofsovertuiging wordt opgedrongen!’.

“Het weer werd zachter en de sfeer verhardde”

Ik schrok van zijn volume en snapte de inhoud niet. Hij wilde me niet uitleggen wat hij bedoelde. ‘Ja ja, doe maar alsof je debiel bent! Alsof het niet duidelijk is!’. Hij liep de winkel uit en net voor hij vertrok keek ie om naar de caissière. Zij draagt een hoofddoek. Toen pas snapte ik het ‘punt’ van deze nette meneer en ik sprintte erachter aan. Op een laffe draf ging hij de hoek om. Verbijsterd was ik. Het weer werd zachter en de sfeer verhardde.

Jammer
Natuurlijk weet ik niet of hij tijdens de ijzel dit niet had gezegd, zich had ingehouden of het zelfs niet gedacht had. Natuurlijk weet ik niet of het hem toen niet dwarsgezeten had dat er een islamitisch meisje bij ons werkt. Toch denk ik dat hij er dan niet over begonnen was, dat ook hij drukker was met de ongewone dagelijkse gang van zaken dan met de uitingen van het geloof van één van de caissières.

Gedeelde penarie is wat ons samenbrengt. Het jammere is dat het zonder die penarie ons vaak niet lukt net zo vriendelijk tegen elkaar te doen. Denk maar eens aan treinreizen; zodra er lange vertragingen zijn praten we met elkaar en vragen we ons af hoe de rest thuis zal komen. Tijdens soepel lopende treinreizen is niemand hiermee bezig en negeren we met gemak alle anderen om ons heen.

“We moeten zoeken naar gedeelde penarie”

Ik pleit daarom voor heel veel ijzel en nog meer sneeuw. Het liefst wil ik echter (en ik hoop dat ik niet als een zalverige priester klink) dat we vasthouden aan het gevoel dat we allemaal voelen op dagen dat het leven iets anders loopt dan gewoonlijk. En als dat niet lukt, moeten we op andere manieren zoeken naar gedeelde penarie: misschien heeft je buurman ook een vreselijk tentamen morgen.

Misschien heeft de hoogbejaarde vrouw voor je in de rij enorme stress omdat haar vier kleinkinderen tegelijk komen eten, heeft de snelle, hippe zakenman naast je in de trein last van permanente onzekerheid en de buschauffeur net als jij erge last van twee ingegroeide nagels. Laten we dat in ons hoofd houden en deze bij gedeelde penarie opkomende vriendelijkheid permanent uiten.