Op de afdeling: groen in Grunn

28-03-2016

Lisa Havinga

Lisa Havinga sprak met het driekoppige bestuur van Dwars Groningen over hun afdeling. Dit is het verhaal van een afdeling met twee actieve leden die uitgroeide tot de actiefste afdeling van Nederland. Sybren Deuzeman (voorzitter), Tessa Gillett (secretaris) en Maran Vogel (bestuurslid PR) vertellen hoe ze dit voor elkaar kregen.

Hoe zijn jullie begonnen?

Tessa: Vóór ons lag de afdeling Groningen nogal op z’n gat. Siebren Huitema leidde de boel in z’n eentje en stond op het punt om in het landelijke bestuur te gaan. Op 27 september 2014, op de eerste activiteit van het nieuwe collegejaar werd er een vergadering gehouden. Sybren en ik waren daar samen met drie nieuwe leden. Het plan was om dit bestuur met z’n vijven te gaan doen. De drie nieuwe leden kwamen helaas tot de conclusie dat ze het toch niet zaten zitten, dus Sybren en ik bleven over. Toen dacht ik nog: “Het wordt heel spannend of dit gaat lukken, want de afdeling loopt niet erg goed en we zijn slechts met zijn tweeën.”
Sybren: Toen ik eenmaal wist dat we het met zijn tweeën zouden gaan doen, was ik wel ontzettend gemotiveerd. Ik wilde het echt gaan proberen, het was alles of niets.
Maran: Op een gegeven moment ben ik op Sybren afgestapt omdat ik wel een steentje wilde bijdragen bij Dwars en ze wel wat extra hulp konden gebruiken. Na een kennismaking leek het meteen goed te zitten en ben ik de eerstvolgende ALV meteen ingehamerd. Ik ben nooit officieel kandidaatsbestuur geweest en ik viel er midden in het bestuursjaar in!

Waar leggen jullie de focus op met jullie bestuur?

Tessa: We hadden in het begin drie actieve leden. Onze focus lag dus vooral op leden werven. We organiseerden supergave activiteiten zodat er mensen op af zouden komen; dit hoefden niet per se Dwarsleden te zijn. We merkten dat er veel mensen afkwamen op de activiteiten en dat er elke keer wel een aantal mensen bleven hangen bij Dwars.
Sybren: Ik weet nog dat we op een gegeven moment een AAV georganiseerd hadden, waarbij we dachten: “Ja, nou ja, zou hier ook maar íemand op afkomen?” We wilden dus vooral leuke activiteiten organiseren en we verwachtten dat daarmee het ledenaantal zou stijgen. Het hielp enorm dat onze Facebook door Maran beter werd bijgehouden. We hebben echt resultaat gemerkt van onze ‘tactiek’; we hebben nu zo’n vijftien tot twintig actieve leden!
Tessa: Ook hebben we de afdeling geprofessionaliseerd, we zijn de website gaan bijhouden en hebben gezorgd voor een vaste nieuwsbrief.
Maran: Ik merk dat we almaar groeien; we richten ons op nieuwe leden en we proberen ze er ook echt bij te betrekken: we hebben op een gegeven moment alle oude én nieuwe leden gebeld en daarna meteen een ledendag georganiseerd.

Zien jullie duidelijke verschillen tussen Groningen en de andere afdelingen?

Tessa: We zijn nu heel actief. Op de afdelingendag leek Groningen het actiefste.
Sybren: Wat ik merk: wij houden weinig vergaderingen en brainstorms met leden. (Sybren begint te lachen) Wij zijn eigenlijk vrij dictatoriaal, wij houden ervan om dingen als bestuur te beslissen. Wel overleggen we veel met leden en doen ook veel met de ideeën die zij opperen.
Tessa: Ik denk ook niet dat leden hier zin in hebben. In het begin van onze bestuurstijd hebben we veel gedacht over hoe we nieuwe leden zouden aantrekken. We waren het erover eens dat dit lukt met vergaderen. Twee keer per jaar houden we vergadering. Verder organiseren we wel politieke avonden.
Sybren: We praten niet veel met leden over wat de plannen voor de afdeling zijn, maar we voeren deze plannen met ze uit. Daarbij hadden we zelf genoeg plannen om er een leukere afdeling van te maken!

Wat is jullie koers voor de komende jaren?

Tessa: Gelukkig hebben we geen nood meer aan leden. We zijn een activiteitencommissie gestart, die eens in de maand een grotere activiteit organiseert, hier gaan we zeker mee door.
Maran: We gaan ons meer politiek-inhoudelijk inzetten de komende tijd. We hebben met alle nieuwe en al lang meedraaiende leden een mooie basis gelegd, deze basis kunnen we nu gaan uitbouwen.
Sybren: Je moet natuurlijk altijd blijven kijken naar nieuwe leden, maar het heeft geen hoge prioriteit meer zoals in het begin. We willen ook door blijven gaan met de vele samenwerkingen met andere PJO’s.
Tessa: We hebben veel contact met de fractie; we doen graag dingen zelf, maar het is ook erg belangrijk om te blijven overleggen met GroenLinks.
Sybren: Actievoeren is belangrijk maar het lijkt mij geen hoofddoel van een PJO. Soms is het zinniger bij de fractie te informeren en mee te doen aan een door GroenLinks gestarte actie.

Wat loopt moeizaam in Groningen? Wat zijn jullie knelpunten?

Maran: Een knelpunt is het contact met de andere Dwars-afdelingen en Dwars landelijk. Dat is vast voor meer afdelingen zo, maar wij hebben ook nog het nadeel van onze ligging.
Tessa: Soms zijn er momenten dat er heel veel mensen afzeggen en er weinig mensen komen, dit blijft wel een lastig punt.
Sybren: Een oplossing daarvoor kan soms zijn dat je dan weer minder organiseert. Drie activiteiten per maand is het beste. Vier is leuk, maar hiermee heb je het risico dat het teveel wordt voor leden.
Maran: Je moet ervoor zorgen dat er elke maand wel een paar activiteiten zijn, niet te veel en niet te weinig en het liefst verschillende soorten avonden. Dus bijvoorbeeld een ledenavond, een politieke samenwerkingsactiviteit met een andere PJO en een activiteit van de activiteitencommissie. Vaak komt er altijd ook nog iets extra’s om de hoek kijken, zo zit je al snel vol.

Hoe is jullie betrokkenheid bij de lokale politiek?

Sybren: We doen mee aan de wekelijkse fractievergadering en ook de provinciale vergadering. Ook zitten zowel Tessa als ik in het permanente campagneteam.
Tessa: Wat heel belangrijk is, is dat Dwars onafhankelijk is van GroenLinks. We horen er heel erg bij en gebruiken hun pand, maar we blijven onze eigen afdeling. Ik zie Dwars wel als stap om bekend te worden met waar GroenLinks mee bezig is.

Neem de gaswinning; hoe is Dwars Groningen daarbij betrokken?

Tessa: Met het gas zijn we niet erg bezig. Het is een landelijk thema, wij voelen ons niet per se geroepen om hiervoor een eigen actie te voeren.
Sybren: Ik vond het al zo’n hot item dat ik niet de drang voelde daar als Dwars ook aan mee te doen. Belangrijker vind ik het om onderbelichte thema’s te zoeken en daar iets mee te doen.
Tessa: Hier ben ik het niet per se mee eens; ik vind niet dat je als jongerenorganisatie alleen aandacht mag geven aan onderbelichte thema’s. We gaan wel naar de gasmanifestatie trouwens.
Sybren: Ik bedoel meer dat onze invloed op wat ‘kleinere’ thema’s groter kan zijn en daardoor ook bruikbaarder.

Hoe zouden jullie je huidige afdeling becijferen?

Tessa: Een tien! Nee, oké, geen tien, laten we zeggen een achtenhalf of een negen. We kunnen wel verbeteren in onze politieke relevantie en betrokkenheid.
Sybren: Doe maar een negen. Er valt altijd van alles te verbeteren. We doen het relatief goed, helemaal gezien de staat van de afdeling voor wij ermee aan de slag gingen.
Maran: Ik geef onze afdeling een dikke acht!
Tessa: We hebben met vrij weinig mogelijkheden en middelen eruit gehaald wat er in zat!