Zelfs nietauto-eigenaren zal het niet ontgaan zijn. De prijs van ‘het zwarte goud’ keldert al maanden en op het moment van schrijven kost een vat Brentolie nog slechts vijfenvijftig dollar tegen honderzevendollar afgelopen september. Autorijdend Nederland zal er blij mee zijn, olieproducerende landen iets minder. De lage prijs sleurt een keten van gevolgen met zich mee, maar wat zijn die gevolgen van het feit dat de olie opeens zo goedkoop is precies? Wat betekent het voor het opwekken van duurzame energie en wat zijn wellicht kansen die de lage olieprijs met zich meebrengt?

Geopolitieke gevolgen
Menig Europeaan zal het enigszins vermakelijk hebben gevonden te vernemen dat de Russische economie kwakkelt en dat Poetin moeite heeft het hoofd –financieel gezien‐ boven water te houden. Deels komt dat door de lage olie‐ en gasprijs, aangezien dat belangrijke exportproducten zijn voor Rusland.

Ook het onder westerse sancties bedolven Iran krijgt het steeds benauwder door de lage olieprijs. Iran heeft een belangrijke rol gespeeld (en doet dat nog steeds) bij het in het zadel houden van Assad in Syrië ‐ wat weer tegen het zere been is van Saoedi‐Arabië, dat eerder het gedachtegoed van IS steunt. En laat het Saoedische koninkrijk nou toch eens de grootse olieproducent ter wereld zijn met een monopoliepositie binnen de OPEC, de ‘belangenvereniging’ van olieproducerende landen die invloed zou kunnen uitoefenen op de olieprijs.

“De machtspositie van Saoedi-Arabië is de reden dat iedereen keurig acte de présence gaf”

De Saoediërs vinden de lage olieprijs voorlopig prima; ze zien Iran lijden en tegelijkertijd raken de Amerikaanse schalie‐olieproducenten steeds dieper in de schulden. De schaal‐olieproductie kost namelijk meer dan dat het oplevert.

Zo kan een zwart goedje meer geopolitieke consequenties hebben dan menige schending van de mensenrechten – om maar eens wat te noemen. Die machtspositie van Saoedi‐Arabië op het gebied van olie is ook precies de reden dat iedereen – op mevrouw Merkel na – keurig acte de présence gaf op de begrafenis van de Saoedische koning.

Nadelen
De lage olieprijs heeft echter meer gevolgen dan alleen geopolitieke. Omdat de benzine aan de pomp goedkoper is, hebben autobezitters weinig reden minder te gaan rijden of vaker de trein of de fiets te pakken. Voor consumenten die een nieuwe auto gaan kopen, zal het verbruik nu een minder grote rol spelen.

“Belangrijk zijn de grote investeringen die zijn uitgesteld of geanuleerd.”

In de Verenigde Staten stijgen de verkoopcijfers van de benzineslurpende en van wildrooster voorziene SUV’s al maanden. Dat heeft nog een ander nadelig effect: autoproducenten kunnen momenteel minder investeren in zuinigere auto’s (bron: The Economist). Op dezelfde manier is op dit moment het opwekken van duurzame energie relatief duur en fossiel opwekken relatief goedkoop. Het vereist dan wellicht meer politieke wil om door te gaan met het investeren in duurzame energie.

Voordelen
Niet alleen autobouwers investeren minder, de Shells en Exxons van deze wereld gelukkig ook. Investeringen in projecten om olie boven de grond te krijgen zijn veelal gebaseerd op een bepaalde olieprijs om die investeringen weer terug te verdienen. Net noemde ik al de schalie‐olieproducenten in de Verenigde Staten die onder de huidige olieprijs verlies draaien. Helaas wordt de winning van schaal‐olie ook steeds efficiënter en dus goedkoper. Daar komt nog bij dat het winnen van zulke olie een proces is dat makkelijk stilgelegd en weer opgestart kan worden, bijvoorbeeld als de prijs weer hoog genoeg is.

“Tijd maakt productie van betere zonnecellen mogelijk.”

Belangrijker zijn de grote investeringen die uitgesteld worden, of in het gunstige geval geannuleerd. Zo schroeft Shell de komende drie jaar de investeringen terug met 15 miljard en heeft Chevron een streep gehaald door het meest kansrijke schaalgasproject in Europa (bron: The New York Times). Wat hebben we eraan dat de winning van schaalolie terug loopt en dat olieconcerns grote projecten afblazen of uitstellen? Zodra de olieprijs stijgt, gaat de olie‐industrie immers weer net zo hard verder met het plannen maken voor het uit de grond zuigen van deze zwarte drab.

Het antwoord is: tijd. Iedere investering die pas over een aantal jaar gedaan wordt zal leiden tot het later in productie gaan van bronnen. Dat de stekker nu uit projecten wordt getrokken, kan juist zorgen voor een hogere olieprijs over een paar jaar. Een hoge olieprijs maakt dan juist groene alternatieven aantrekkelijker. Eigenlijk is tijd het enige dat de productie van nog betere zonnecellen en opslag van energie mogelijk kan maken.

“Voorlopig circuleert er nog vijfhonderd miljard dollar aan fossiele subsidies”

Neem bijvoorbeeld zonnecellen: in 2009 werd de energieprijs van 1 dollar/kilowattuur aan zonne‐energie voor het eerst doorbroken, nu zweven de kosten nog maar zo rond de vijfenzeventig dollarcent. De volgende stap in de productie is het produceren zonnecellen die niet meer als een plaat op het dak moeten, maar flexibele cellen die op muren geplakt kunnen worden. Op auto’s, wegen, fietspaden enzovoorts. De ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie gaan snel.

Kansen
Misschien is wachten niet het enige wat we kunnen doen. De lage olieprijs biedt ook zeker kansen. Voorlopig circuleert er wereldwijd nog steeds 523.000.000.000 (523 miljard) dollar aan fossiele subsidies. Het grootste deel van dit bedrag wordt uitgegeven in ontwikkelingslanden waar de overheden subsidies geven op de benzineprijs, zodat het benzine toegankelijk blijft voor een belangrijk deel van de bevolking. Ook in Nederland spendeert de overheid jaarlijks 5,6 miljard euro aan fossiele subsidies. Dat komt uit de belastingbaten van iedere Nederlander. Of je nou groene stroom afneemt of niet (Onderzoek: CE Delft).

Wat wereldwijd en zeker in Nederland zou moeten gebeuren, is het verschuiven van de subsidies van fossiele naar duurzame energie. Een beter moment dan nu, met een lage olieprijs, komt daar niet voor. Daarnaast is dit een goed moment om in Europa de accijns omhoog te gooien op brandstof aan de pomp. De consument zal daar weinig van voelen, de benzineprijs is immers relatief laag.

“De tijd is nu”

Als de prijs nog jaren rond de vijftig dollar per vat blijft liggen, zal dat uiteindelijk funest zijn voor duurzame ontwikkelingen. Gelukkig is op de korte termijn een lage olieprijs schadelijker voor de olie‐industrie zelf. De olieprijs steeg de laatste week alweer licht. Hoeveel tijd we hebben voordat de olieprijs weer op z’n oude prijs staat? Hoe snel moeten we zijn met het afbouwen met subsidies voor fossiele brandstoffen? Dat weet niemand, maar om de GroenLinks‐slogan van de laatste Tweede Kamerverkiezingen eens van stal te halen: de tijd is nu!

Foto: Reto Fetz