Sigrid Kaag heeft op 13 juli 2023 aangeven dat ze zich niet beschikbaar stelt als lijsttrekker voor D66 bij aankomende Tweede Kamerverkiezingen in november. Zo zegt ze in een interview met Trouw: “Mijn werk heeft een zware wissel getrokken op mijn kinderen en mijn man. Ik kwam terug naar Nederland omdat ik echt dacht: hier kan ik iets betekenen en het goede proberen te doen. Maar het heeft te veel van mijn gezin gevraagd. Ik vind dat ik dit niet nog een keer mag vragen.” Dit had voor een groot deel met vrouwenhaat te maken. En daarin is Sigrid Kaag niet alleen.

Wanneer een vrouw eenmaal in de top van de politiek of het bedrijfsleven zit, worden er woorden zoals “heks” en “kutwijf” naar haar geslingerd. Verder worden vrouwen in de top bedreigd op sociale media, waar rechts-extremisme zijn hoogtij viert. Techreuzen zoals Instagram, TikTok en Twitter verdienen gretig aan vrouwenhaat. De meeste sociaal mediabedrijven hebben een gebruiksvoorwaarden overeenkomst waarin hun gebruikers verboden wordt om haatzaaiende taal te gebruiken, maar dit wordt niet altijd gehandhaafd. Daarnaast hebben veel sociaal mediaplatforms algoritmes die inhoud promoten die populair is en betrekking heeft op een groot aantal mensen. Dit betekent dat inhoud die haat of vooroordelen bevordert vaak de voorkeur krijgt boven inhoud die liefde of begrip bevordert. Dit kan bijdragen aan vrouwenhaat op sociale media. Twitter is het ergste van de bovenstaande sociale mediakanalen. De hoeveelheid seksisme en misogynie die daarop komt, is onvoorstelbaar.

Het seksisme in de samenleving is niet iets van het verleden, maar juist iets wat elke dag speelt. Zo krijgt GroenLinks Tweede Kamerlid Kauthar Bouchallikht een campagne van haat over zich heen sinds de dag dat ze zich kandidaat stelde voor de Tweede Kamer. Zelfs Nieuwsuur beweerde dat ze “mogelijk geallieerd [is] aan het moslimbroederschap”. De traditionele en ook de nieuwe media hebben geprobeerd om haar in die tijd stuk te krijgen. Zo publiceerde ze een video op haar Instagram waarin ze zei: “Mijn leven was een hel, drie jaar geleden werd ik kapot gemaakt. Ook door de media. En keer op keer moest ik bewijzen wat ik al wist, ik was onschuldig.” Uiteindelijk onthulde het NRC dat een schimmig bedrijf de reputaties van Europese moslims vernietigde. Politici die moslima zijn en een hoofdoek dragen krijgen de volle lading van racistische, islamofobe en seksistische berichten over zich heen. Zo vond ik een comment op Twitter: “Media wakker worden: er komt straks voor #Groenlinks een moslimterrorist in de Tweede Kamer. Wat vinden jullie daar eigenlijk van?”

Sylvana Simons, partijleider van BIJ1, krijgt al sinds het begin van haar carrière de volle laag over zich heen. Zij krijgt te maken met misogynoir, gerichte haat tegenover zwarte vrouwen waar kleur en gender beide een rol spelen. Op de bekendmaking van haar politieke ambities in 2016 volgden veel reacties op sociale media. Veel reacties waren racistisch en seksistisch. Er werd een facebookevenement opgezet om Simons op de dag na het sinterklaasfeest uit te zwaaien, waarop tienduizenden keren werd gereageerd. Toenmalig minister Lodewijk Asscher noemde de reacties “walgelijk”, en premier Mark Rutte keurde ze af. Simons zelf deed aangifte. In november 2016 kreeg Simons beveiliging na een videobedreiging op Dailymotion. Het filmpje combineerde het carnavalsliedje Oh Sylvana, waarin een zanger Rob van Daal Simons oproept het land te verlaten, met een foto van Afro-Amerikanen die door de racistische Klu Klux Klan waren gelyncht, waarop Simons was gefotoshopt. Sylvana Simons maakte op 24 juli bekend dat ze de landelijke politiek de rug ging toekeren, en dat ze bij de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november geen lijstrekker zou zijn van BIJ1. Ze schrijft over dit besluit: “Ik neem dit besluit ook omwille van welzijn, lichaam en geest. Ik heb het vertrouwen van de partij, ik heb vertrouwen in mijzelf als leider, en ik heb vertrouwen in onze leden. Mijn overwegingen zijn persoonlijk van aard.”

Lisa Van Ginneken, Tweede kamerlid voor D66, ging 17 november 2022 van Twitter. De reden voor haar vertrek van het sociaal mediaplatform was dat dit volgens haar “een plek van haat is, die haat richt zich op alles en iedereen, en bij mij in het bijzonder op mijn transgender zijn”. Twitter is volgens haar een plek waar mensen elkaar de maat nemen, negatief afschilderen en beledigen. “Of erger. Een plek waar trollenleggers en haatbots actief zijn om de polarisatie aan te wakkeren.” Transmisogynie is vaak een gerichte vorm van misogynie waarbij je status als vrouw wordt ingezet om je onderuit te halen. Maar om je basale solidariteit te ontzeggen ben je weer zogenaamd een man. Je wordt zwaar geëxotiseerd, maar je krijgt tegelijkertijd te maken met dezelfde onderliggende vrouwonvriendelijke mechanismen als cisgender vrouwen. Vooral het ontzeggen van solidariteit en gemeenschap met cisgender vrouwen steekt, ook al komen deze geluiden in Nederland vooralsnog van een kleine minderheid zonder echt maatschappelijk profiel.

Het gaat nog verder dan online intimidatie en haat. In bepaalde situaties vloeit de digitale wereld de realiteit in. Een voorbeeld daarvan is dat er vorig jaar een man met een fakkel voor Sigrid Kaags huis stond. Zo mondde online bedreigingen uit tot fysiek gevaar.

Vrouwenhaat in de politiek gebeurt echter niet alleen op nationaal niveau, maar het komt ook voor op kleinere schaal. Fien, een bestuurslid bij een politieke partij, wordt ‘pedofiel’ en ‘groomer’ genoemd op sociale media op dagelijkse basis. Ze krijgt ook doodsbedreigingen. De trend die zij gemerkt heeft in de afgelopen paar weken is dat het dusdanig genormaliseerd is dat de mensen hun haatdragende acties gewoon sturen vanuit hun persoonlijke account. Dus niet vanuit een anoniem account, zoals voorheen vaak gebeurde. Ze proberen ook haar gegevens te achterhalen, zoals werkplek en woonadres. Zo heeft laatst een FvD’er die op een gemeentelijke kieslijst stond haar een filmpje doorgestuurd waarin hij gegevens over haar publiceerde. Ze stuit hierbij op onbegrip bij mensen waar zij dit aan wil kaarten.

Zelf hoor ik vanuit mijn politieke omgeving nog meer verhalen van mijn mede-vrouwen en -meisjes over dreigementen en haatreacties. Je bent ook bang dat de mensen die daarachter zitten in de realiteit tot iets in staat zijn. Als je als vrouw in politiek actief bent, hou je je daar vanaf het begin mee bezig.

Het zijn niet alleen mannen die helpen om dit systeem van vrouwenhaat te laten bestaan, het zijn ook mede-vrouwen. Kaag zei in haar interview: “Hoop dat het meisjes niet weerhoudt om ook de politiek in te gaan”. Waarop Lilian Helder, Tweede kamerlid van de PVV, reageerde “Meisjes misschien wel, maar sterke vrouwen niet doei! #kaaguitdenhaag”. Dit is een schoolvoorbeeld van geïnternaliseerde vrouwenhaat bij vrouwen. Je kunt het vergelijken met de al bekende zin “I am not like other girls”. Sommige meisjes en vrouwen die in de politiek actief zijn, gebruiken die zin om mannen ervan te overtuigen dat ze anders zijn dan andere vrouwen die actief zijn in de politiek. Dat doen ze om te laten zien dat ze het mannelijke establishment van de politiek niet aanvallen of ontwrichten.

Dit is de kern van vrouwenhaat in de politiek, de zelfingenomenheid van het patriarchaat. Alsof een vrouw in de politiek de zogenaamde ‘rechtmatige’ plek van een man inneemt. Vrouwen moeten erkend worden als volwaardige leden van de samenleving en zij moeten ondersteuning krijgen om hun politieke talenten te ontplooien. Als dat betekent dat we drastische keuzes moeten maken op maatschappelijk, economisch, sociaal en politiek niveau om dit doel te bereiken, dan moeten we dat doen.