Vrijheid van meningsuiting in godsnaam!

VOC'ers uit 1636 verwonderen zich over de VOC-mentaliteit van Jan Peter Balkenende uit 2006.

Sjors schreef in september 2006, precies 10 jaar geleden, als schoolopdracht over de vrijheid van meningsuiting, geloof en geitenneukers. Hoewel er in 10 jaar veel is gebeurd, is de tekst vandaag nog net zo relevant als toen. Vergelijk toen eens met nu en zoek de 10 verschillen!

Je ziet het de laatste tijd steeds vaker en iedereen doet het: kwetsen onder de naam ‘vrijheid van meningsuiting’. Iedereen uit tegenwoordig zijn mening maar te pas en te onpas. Kwetsen is daarmee aan de orde van de dag. Kurt Westergaard kwetst met zijn Mohammed-spotprent, Madonna kwetst met haar optreden aan het kruis, Balkenende kwetst met zijn uitspraak over de VOC. Moet dat nou? Moeten de gekwetsten gewoon niet zo zeuren of hebben ze recht van spreken?

Vrijheid van meningsuiting is een recht. Het staat in artikel 19 van de universele verklaring van de rechten van de mens, maar als je je mening uit, heb je ook plichten. Rechten en plichten gaan immers niet zonder elkaar. Je hebt de plicht om verstandig te zijn en na te denken over wat je precies duidelijk wil maken. Veel kun je zeggen zonder mensen ermee te kwetsen. Balkenende had in plaats van zijn VOC-mentaliteit bijvoorbeeld ook de YMCA-mentaliteit voor het voetlicht kunnen brengen. Hij maakte de vergelijking, om aan te geven, dat je grenzen moet verleggen, dynamisch moet zijn. Dat doet de YMCA ook. Bovendien kwets je niemand met een dergelijke vergelijking en mensen moeten er ook nog om lachen, toch?

In tegenstelling tot JP heb je ook mensen die bewust kwetsen, die bewust hun recht gebruiken om anderen zwart te maken. Zo heeft bijvoorbeeld Theo van Gogh in het verleden moslims uitgemaakt voor geitenneukers. Hij heeft bewust gekwetst om te provoceren. Dat geldt ook voor Ayaan Hirsi-Ali die spreekt van het ‘recht om te kwetsen’. Misbruik van het recht is dat! Het is belangrijk dat je de intentie kent voordat je beoordeelt of je iets wel of niet kan zeggen.

“Kwetsen is een teken van onmacht”

Bovendien is kwetsen een teken van onmacht. Het bewijst dat je er niet met beschaafde woorden uit kunt komen met anderen en het probleem kunt oplossen, maar dat je een gemakkelijke weg kiest om een verschil in opvatting te beslechten.

Als de bedoeling om te kwetsen niet aanwezig is, mag je je mening uiten. Bij het optreden van Madonna hing ze zichzelf aan het kruis. Vele christenen vonden dit laster. Maar net als kwetsen vind ik gekwetst raken een zwakte. Als Madonna de gelovigen niet heeft willen kwetsen moeten ze zich ook niet gekwetst voelen. Je wel gekwetst voelen betekent dat je kwetsbáár bent. Een ontwikkeld mens kan tegen een stootje, is weerbaar. Hij kent zijn eigen zwaktepunten. Als iemand een keer je geloof gebruikt voor aandacht of een spotprent tekent die over jou gaat, moet je de mate van waarheid én de humor ervan kunnen inzien.

Kortom: het is het recht om je mening te uiten en dat recht mag je zo vaak benutten als je wilt. Je moet hier wel verstandig mee omgaan omdat de meerduidigheid van uitspraken soms verkeerd kan uitpakken. Het recht op meningsuiting is niet hetzelfde als het recht om te kwetsen! Daar staat tegenover, dat je ook niet meteen moet breken als je tegenwind hebt, maar een beetje meebuigen. Laten we gewoon met zijn allen normaal doen. Laten we blij zijn met elkaar!

lees ook

LVolg ons op facebook

L