Indira Draijer deed in 2011 als 17-jarige namens GroenLinks mee aan de Provinciale Statenverkiezingen (PS) in Flevoland. Zowel voor als na de verkiezingen haalde ze een aantal keer de media, en dankzij een groot aantal voorkeursstemmen kwam ze in aanmerking voor een zetel. Toch werd ze uiteindelijk geen Statenlid wel was ze tot 2012 fractieassistent. Een interview over waarom het zo is gelopen en hoe ze terugkijkt op deze periode.e

Laten we maar beginnen bij het begin. Hoe ben je op het idee gekomen om mee te doen met de Provinciale Statenverkiezingen?
Ik vond politiek altijd al interessant, omdat het je de kans geeft je eindelijk eens ergens mee te bemoeien. Je hoort altijd anderen besluiten nemen, maar op deze manier kun je daar ook zelf een keer aan bijdragen. Ik heb ook wel een beetje wereldverbeteraar in me, en toen ik zag en las wat de Provinciale Statenverkiezingen inhielden, dacht ik: waarom niet? Het klinkt misschien in eerste instantie allemaal een beetje suf, maar de PS gaan wel over interessante thema’s zoals milieu en sociale zaken.

Was je daarvoor ook al actief geweest bij DWARS?
Ja, vooral bij DWARS Amsterdam. DWARS is trouwens wel heel anders dan GroenLinks zelf; het is wat minder serieus allemaal en daardoor waren er ook leukere activiteiten.

Op een gegeven moment heb je dus besloten om mee te doen; hoe ging dat allemaal precies?
Ik heb me toen opgegeven via internet, en bij de ALV ben ik toen nog omhooggestemd, waarmee ik op de vierde plek op de lijst terecht kwam. Ik was toen ook nog eens de eerste vrouw, dat doet het bij GroenLinks vaak goed.

Zo makkelijk is het dus?
(Lachend) Ja, je moet je gewoon aanmelden, dat is het, en je moet lid zijn natuurlijk. Dat moest ik toen ook nog regelen.

Na de verkiezingen kwam je op de tweede plek terecht. Denk je dat het er iets mee te maken had dat je de eerste vrouw op de lijst was?
Ja, dat kan ook meegespeeld hebben. Daarnaast heb ik best wel wat aandacht in de media gekregen.
Ik vond het erg leuk dat er zoveel mensen op me gestemd hadden!

Maar na de verkiezingen ontstond vooral een hoop gedoe?
Ja: niemand wist precies wat er zou gebeuren. Ik was 17 toen, en ik dacht: over een paar maanden ben ik 18, en dan kan ik er misschien in. Maar dat kon niet, want iemand anders kwam op mijn plek, en die was niet verplicht om weg te gaan. Dus toen ben ik er niet ingekomen. Maar ik ben toen wel een tijdje fractieassistent geweest, dat was ook leuk.

Maar jij wist dus vantevoren ook niet wat er zou gebeuren?
Nee, daar zijn ook geen precieze regels voor. Je mag je als minderjarige wel verkiesbaar stellen, maar dat is eigenlijk raar, aangezien je toch niet de Staten in mag als je verkozen wordt. Misschien dat je als lijstvulling gebruikt zou kunnen worden, maar omdat ik op de vierde plek stond was dat niet echt aan de orde.

Hield je er zelf vooraf rekening mee dat je ook echt een zetel zou krijgen?
Ja, dat was in ieder geval wel mijn doel. Anders zou ik het ook niet gedaan hebben. Als je op die plek staat, denk je in ieder geval wel dat je kans maakt.

Zijn er ook vervelende zaken waar je tegenaan liep tijdens je tijd als fractieassistent?
Het is heel moeilijk om je eigen agenda te voeren. Sowieso word je heel snel opgeslurpt door waar je eigen fractie mee bezig is, daarbinnen is het al lastig om je eigen agenda te houden. Maar binnen de Staten als geheel is het nog moeilijker; als je niet oplet, ben je alleen maar bezig met kijken wat er op de agenda staat, met het voorbereiden van het debat en bedenken wat je wilt gaan zeggen over dat onderwerp. Je komt er eigenlijk nauwelijks aan toe om iets te doen met de onderwerpen waar je zelf mee bezig bent, de dingen waarvoor je bij de Provinciale Staten bent gegaan. Dus dat is lastig; sowieso is er veel bureaucratie in de Staten, en ik denk ook wel in veel andere lagen van de overheid. Ik ging erin met veel idealen, maar het stompt je toch wel een beetje af.

Heeft dat er iets mee te maken dat je een soort klein radertje bent in het grote geheel?
Ja, wel een beetje. Maar ik weet ook niet of de politiek de manier is om de wereld beter te maken. Ik denk dat je, als je dat wilt, beter bij een goed doel of zoiets kunt gaan.

Ik herinner me zelf dat ik ooit bij een raadsvergadering in Almere was, en ik vond de gang van zaken daar af en toe wel een beetje onprofessioneel overkomen. Had jij die ervaring ook bij de PS?
Ik denk dat ze bij de PS wel professioneler zijn dan bij de gemeenteraad. Maar het is wel lastig om ingen erdoorheen te krijgen. Maar dat is een heel ander verhaal.

Ben je nu eigenlijk nog actief in de politiek?
Ik sta wel op de lijst voor de gemeenteraad, maar niet op een verkiesbare plaats. Verder ben ik niet echt actief, vooral omdat ik het te druk heb met mijn studie. Ik ga wel naar de ALV’s van GroenLinks, maar daar zit je vaak vooral over notulen te praten, dus dat zijn ook niet echt hoogtepunten.

Ook niet meer binnen DWARS?
Dat zou wel leuk geweest zijn; ik heb in die tijd [kort voor de Statenverkiezingen, red.] ook een afdeling in Almere opgericht, maar bij de activiteiten die we daarvoor organiseerden kwamen vaak maar twee à drie mensen. Na een tijdje zijn we daar dus ook mee gestopt.

Het klinkt misschien een beetje afgezaagd, maar heb je misschien nog tips voor andere DWARSers die de Provinciale Staten in zouden willen?
Je moet heel goed bedenken wat je eigen idealen zijn, wat je wilt bereiken. Vervolgens moet je ook zorgen dat je die idealen niet gaandeweg uit het oog verliest, dat je niet opgeslurpt wordt in de massa. Maar als mensen de onderwerpen van de PS leuk vinden, moeten ze het vooral doen. Sowieso is er verjonging nodig in de politiek, in de Staten zitten vooral veel grijze mannetjes.

Uiteindelijk ben je dus fractieassistent geworden. Kun je iets vertellen over wat je dan allemaal doet?
In feite doe je ¬ zeker bij ons, omdat wij een kleine fractie waren – bijna precies hetzelfde als een Statenlid. In de commissievergaderingen mag je bijvoorbeeld gewoon meepraten, maar bij plenaire vergaderingen mag je niet het woord voeren en ook niet stemmen. Maar zeker bij kleinere fracties ben je een heel belangrijk onderdeel van het team. Het is zeker ook heel leuk voor DWARSers, want je leert op die manier het werk goed kennen, maar het kost wel veel tijd.