Stel: je bent dol op pindakaas. Je bent verzot op de smaak en de textuur, en het liefste eet je op elk broodje pindakaas. Vervolgens ga je naar een supermarkt om pindakaas te halen. Je loopt fluitend naar de schappen met broodbeleg, om tot je eigen verbazing erachter te komen dat er maar twee pindakaas-opties zijn. Aan de ene kant heb je pindakaas met stukjes pinda, wat je echt verschrikkelijk vindt. En aan de andere kant heb je pindakaas die extra zoet is, terwijl je helemaal niet van die zoete smaak houdt. Je wilt eigenlijk gewoon pindakaas naturel, maar die is volgens de supermarkt heel moeilijk te krijgen. Als je ervoor kiest toch één van de twee te kopen, is de kans dat jij je overheerlijke pindakaas krijgt wel heel klein. En dan heb je alsnog geen fijne pindakaas. Waar kies je voor?

Tweepartijensysteem

Deze lustopwekkende anekdote (als je van pindakaas houdt – ik persoonlijk niet eens) staat symbool voor de Amerikaanse verkiezingen. Nu kan ik me voorstellen dat je door het bomen het bos niet meer kunt zien, daarom even een korte opfrisser. In Amerika is er een tweepartijensysteem. Dit houdt in dat er in de praktijk maar twee partijen zijn die de macht hebben: de democraten en de republikeinen. De huidige president, Donald Trump, is een republikein. Zijn tegenkandidaat, Joe Biden, is een democraat. Zij strijden momenteel voor het Witte Huis. Op 3 november 2020 zal worden bepaald of Trump mag blijven, of dat zijn vier jaren als president erop zitten. Je hebt als stemgerechtigde Amerikaan dus eigenlijk twee keuzes, maar waar kies je voor als geen van beide je aanstaan? Kies je voor ‘the lesser evil’ – het mindere kwaad – van de twee, of kies je voor een andere optie?

Third parties

Dit is een lastige, en ook mooie, discussie. Er zijn genoeg redenen om ook niet op Biden te stemmen als Trump niet jouw voorkeur heeft, maar dat is natuurlijk een persoonlijke afweging. Er bestaan ook opties als je wél wilt stemmen, maar niet op één van deze twee heren. Zo bestaat er een hele waslijst aan derde partijen die ook in Amerika bestaan. Daarvan zijn er drie die (in sommige staten) ook op de kieslijst staan. Dit zijn de Libertarische Partij, de Groene Partij en de Constitution Party. Voor het gemak gaan we er even vanuit dat jouw voorkeur als DWARSer uitgaat naar de Groene Partij, als je tussen deze vijf partijen zou moeten kiezen. Dan is het nog steeds de vraag op wie je gaat stemmen, want het systeem ligt een beetje ingewikkeld in elkaar.

Kiesmannen

Er zijn namelijk een aantal factoren waar je rekening mee moet houden tijdens het stemmen in Amerika. Allereerst: de kiesmannen. In Amerika geldt er in de meeste staten het concept van The winner takes it all (een goed ABBA-liedje ook). Het zit zo in elkaar: jij stemt op een persoon, en vervolgens wordt binnen jouw district bepaald welk persoon de meerderheid van de stemmen heeft. Alle districten binnen jouw staat hebben daarna voor een persoon gekozen en de persoon waar de meeste districten voor hebben gestemd, wint die staat. Vervolgens gaan alle kiesmannen van die staat naar die persoon. Hoe meer mensen er in die staat wonen, hoe meer kiesmannen die staat vertegenwoordigen. Als een kandidaat de meerderheid van de kiesmannen achter zich heeft, wordt diegene de volgende president. Jij kiest dus indirect voor een kandidaat, omdat de kiesmannen werken als een soort tussenstap. Omdat de meerderheid gelijk alle stemmen van de staat bepaalt, is het lang niet altijd zo dat de kandidaat die landelijk de meeste stemmen heeft ook president wordt. Dit zagen we bijvoorbeeld in 2016 en 2000.

Swing states

De verschillende staten van Amerika kun je opdelen in drie categorieën: democratische staten zoals Californië, republikeinse staten zoals Kansas en swing states zoals Florida. Dit zijn staten waarbij het vaak om het even is. De ene keer wint een democraat en de andere keer een republikein. Dit kan erg bepalend zijn voor de stemkeuze. Als jij in een swing state woont, dan is jouw stem nog belangrijker dan wanneer je in een sterke democratische of in een sterke republikeinse staat woont.

Dilemma

Dit alles maakt het tot een ingewikkelde keuze. Om het concreet te maken: stel dat je in Florida woont en je eigenlijk op de kandidaat van de Groene Partij wilt stemmen. Je weet dat deze kandidaat geen schijn van kans heeft om daadwerkelijk te winnen, maar je wilt ook niet stemmen op iemand waarbij jij niet een fijn gevoel hebt. Tegelijkertijd voelt het ook alsof je je stem ‘weggooit’ als je wel stemt volgens jouw idealen, en je vindt het nog erger als Trump wint in plaats van Biden. Op wie stem je dan?

Als je in Californië woont, dan is het ietsjes makkelijker om je eigen geweten te volgen en om te stemmen op iemand die toch niet wint, maar waardoor jij wel je idealen volgt. In een swing state ligt dit iets ingewikkelder. Waar zou jij voor kiezen in deze hypothetische situatie? Dit is een interessante discussie om te voeren, ook voor studenten in Nederland, onder het genot van een broodje pindakaas.