Discussies lopen regelmatig vast wanneer rechtse mensen weer eens in clichématige antwoorden vervallen. Ik heb zelf nog geregeld de neiging om een rechtse stemmer aanstonds met blote handen te wurgen moeten onderdrukken, wanneer deze weer eens een inhoudelijke discussie verwierp door meteen te schreeuwen dat ik naïef was of te jong om het te kunnen begrijpen.

Om aldus een Spartaanse genocide op rechtse stemmers te voorkomen en de linkse solidariteit te laten voortduren, zoek ik nu mijn vlucht maar in een lijstje, hopend op jullie herkenning, zodat ik, getroost in ons gedeelde leed, voorlopig mijn wurgneigingen kan blijven bedwingen. Daarom hieronder mijn persoonlijk opgestelde lijst van de meest hatelijke rechtse clichés die ik naar mijn hoofd geslingerd heb gekregen sinds ik een duidelijke linkse voorkeur kreeg.

1. “Oh, jij zit gewoon nog in je linkse fase. Trekt wel bij.”
Ik denk niet dat deze verdere uitleg benodigt. Deze staat overigens ook niet voor niets bovenaan.

2. “Dan ben je zeker ook vegetariër.”
Wanneer je een links argument naar voren brengt in een discussie over elektrische auto’s, het koninklijk huis, de waarden van de universiteit of een ander totaal ongerelateerd onderwerp naar keuze.

3. “Wel schattig hoor, dat je dat zegt, maar zo ongelofelijk naïef. Als je nou eens realistisch naar de wereld zou kijken…”
Dit cliché wordt vaak gevolgd door punt 4:

4. “Dat snap je wel als je ouder bent. Toen ik jong was, was ik ook nog links.”
Deze is nog vervelender dan de opmerking over de linkse-praatjes-fase, omdat je er amper iets op terug kan zeggen. Je bent nou eenmaal jonger dan je gesprekspartner en tijdmachines liggen nog steeds buiten het bereik van het menselijke kunnen.

“Dat snap je wel als je ouder bent”

5. “Ik zou Margaret Thatcher echt neuken. Zij was echt geil.”
Ook al moet ik toegeven dat Jesse Klaver z’n kontje ook best wat aandacht kreeg in de verkiezingsperiode, werd zijn goddelijke lichaam toch met ietsje meer respect behandeld door linkse stemmers dan de knappe vrouwelijke leiders in de wereld door rechtse stemmers (ahum, Baudet, uche uche).

6. “Waarom ik het niet eens ben met jouw linkse ideaal? Tja, zzp’er, hè?”
Alleen begrijpelijk vanuit het volgende syllogisme, dat in Nederland op een of andere manier heel dwingend werkt:

  • Alle zzp’ers stemmen VVD.
  • A is zzp’er.
  • A stemt VVD.

7. “Het is nou eenmaal de waarheid. Daar kan ik ook niks aan doen.”
Deze stamt nog uit de tijd dat Wilders voor het eerst opkwam, maar heeft de tand des tijd tot nu toe prachtig doorstaan – verdrietig genoeg.

8. “Dat zou je wel anders zeggen als je rijk was geweest.”
Und jetzt een persoonlijke aanval. Niet begrijpende dat er ook mensen bestaan die hun politieke voorkeur niet op geld baseren, maar daadwerkelijk idealen hebben die verder reiken.

Aldus mijn lijst van frustraties – toevoegingen zijn meer dan welkom!