Links-rechts in dialoog: waarom lukt partijoverstijgend groen denken niet?

De klok tikt, de Voetbalvereniging Blankenham worden wéér geen kampioen, de VVD blijft de grootste en de politiek blijft achterlopen met klimaatmaatregelen. Het lijkt wel een kinderfeest traditie. De zaak van Urgenda en het vastlopen van het klimaatakkoord bewijzen dat de Nederlandse overheid plichtsverzuim pleegt in het beschermen van haar burgers. Hoe kan het, dat wij in Nederland, zo gigantisch verdeeld zijn en dat dit zorgt voor impasse. Wij, Stijn (DWARS) en Anoniempje (JFvD), gaan hierover in gesprek.

Anoniempje (A): “Als rechts persoon zie ik mij genoodzaakt om lid te worden van DWARS. Dit omdat ik gemerkt heb dat er bij rechtse partijen vaak geen politieke wil is om iets te veranderen aan het huidige fossiele infuus. De FvD ontkent snoeihard IPCC rapporten, de VVD doet alsof haar neus bloedt en D66 lijkt gevangen in een blind klimaatoptimisme. Men lijkt te vergeten dat we er met wat windmolens en zonnepanelen nog niet zijn. Ik, als neoliberaal met een groen hart, voel mij in klimaatdiscussies vaak om deze reden totaal niet thuis bij de bovengenoemde partijen. Hoe kan het zijn dat ik wél de stap wil maken tot toenadering om verduurzaming gedaan te krijgen, maar dat deze ambitie bij te top lijkt te ontbreken?”

Stijn (S): “Wat mij ook verbaast, is in hoeverre de confessionele partijen, en dan met name het CDA, niet thuisgeven. Rentmeesterschap is immers een kernwaarde in het Christendom. Met de sterke droogte afgelopen zomer trokken veel boeren aan de alarmbel. Boerenbedrijven die generaties lang de hoeksteen vormden voor de Nederlandse samenleving staan nu onder druk. Dergelijke problematiek zal het CDA, dat traditioneel een sterke achterban heeft op het Nederlands platteland, toch zeker aan het hart gaan.

De politieke wil lijkt te ontbreken om voorbij te gaan aan traditionele tegenstellingen tussen links en rechts, progressief en conservatief. 20 Dagen na de watersnoodramp in 1953 werd een commissie in het leven geroepen om een dergelijke ramp in de toekomst te voorkomen. Het plan voor de deltawerken werd in datzelfde jaar nog gepresenteerd. Daarna werkte men 30 jaar onvermoeibaar om Nederland een veiliger land te laten zijn voor toekomstige generaties. Waar is nu dezelfde daadkracht?”

“Hoe kan het zijn dat ik wél de stap wil maken tot toenadering om verduurzaming gedaan te krijgen, maar dat deze ambitie bij te top lijkt te ontbreken?”

A: “Zoals het Jan Terlouw-manifest (2017) breed gedragen werd door PJO’s (CDJA, DWARS, Jonge Democraten, Jonge Socialisten, JOVD, Oppositie, PerspectieF, Pink!, ROOD & SGPJ), lijken de moederpartijen niet gemotiveerd genoeg. Waarom moet het eerst misgaan, voordat actie ondernomen wordt? Geschiedenis leert ons keer op keer dat wij als mensheid ons kunnen ook moeten aanpassen aan nieuwe omstandigheden.

Nu hebben wij de wetenschap aan onze kant, we hebben de kennis, we hebben dit eerder gedaan. Waarom lukt het politiek betrokken jongeren wel om partijoverstijgend te denken en samen te werken, maar schort het, daar waar het er echt toe doet, aan actie? De volwassenen- politiek.”

S: “Ook als we kijken naar de concrete punten uit het manifest van 2017. Blijkbaar was er onder jongeren links-rechtse steun voor, maar we zien dat het huidig kabinet tekortschiet.

“Het beleid van het kabinet zal erop zijn gericht dat Nederland gaat behoren tot de koplopers op het gebied van duurzaamheid. Dat is met name als het gaat om concretisering van de Parijse akkoorden. Die komen erop neer dat de temperatuurstijging van de atmosfeer deze eeuw beperkt moet blijven tot minder dan twee graden Celsius. Het kabinet zal daarvoor concrete maatregelen nemen.” (Terlouw Manifest, 2017)

Nederland wordt door het onderzoeksbureau Germanwatch ook in 2018 weer in de staart van Europa geplaatst. Van de koploperspositie is niets te zien. ”

“Ook als we kijken naar de concrete punten uit het manifest van 2017, waar blijkbaar onder jongeren links-rechtse steun voor was, zien we dat het huidig kabinet tekortschiet.”

A: “Een logische conclusie kan zijn dat de politiek ruimte voor klimaatactie niet biedt. Een termijn duurt maar 4 jaar en in 4 jaar verandert het klimaat nauwelijks. Het ontmoedigt actief leiderschap en maakt het makkelijk beleid door te schuiven naar een volgend kabinet. Dit creëert impasse. Ook, zoals al in 2012 in trouw beschreven, mist het klimaatprobleem een gezicht. Bij andere problemen kon snel beleid gevormd worden doordat ze een gezicht kregen. Aanslagen en ISIS kregen veel aandacht. Hiermee kreeg de ‘sluipmoordenaar van radicalisering’ een gezicht, en werd dit aan de kaak gesteld, en het kreeg het aandacht. Dit was een politieke ommekeer.”

S: “Natuurlijk is het prima mogelijk dat er politieke, ideologische onenigheid is over hoe het klimaatbeleid moet worden ingevuld. Wij zijn het immers waarschijnlijk ook oneens over de beste aanpak om radicalisering tegen te gaan. Maar net zoals beleid dient te voldoen aan financiële begrenzingen (je kan immers niet meer uitgeven dan je hebt), bestaan dergelijke kaders ook voor het effect van beleid op het milieu (een CO2-budget voor ‘Parijs’ bijvoorbeeld). Zodra het om duurzaamheid gaat plunderen we onze toekomst met liefde en plezier. We lijken ons niet bewust van de harde grenzen van onze planeet.”

A: “Zo heeft het PBL voor de verkiezingen van 2017 alle klimaatstandpunten van enkele partijen door laten rekenen (CDA heeft dit niet eens laten doen). Daarin zien wij dat de grootste coalitiepartij, de VVD, niet eens de ambitie heeft om te voldoen aan de Parijsdoelstellingen. D66 wist het alleen voor mekaar te boksen door emissierechten op te kopen.”

S: “Ik vind zelf het kopen van emissierechten een behoorlijke kunstgreep. Het is meer een aflaat kopen dan daadwerkelijk zelf uitstoot verminderen.”

A: “Van de partijen die het wel haalden, binnen “reëel beleid”, GroenLinks en ChristenUnie, heeft GroenLinks nauwelijks invloed en de ChristenUnie laat zich meevoeren door de koers van het huidige kabinet.”

S: “Ik ben het niet met je eens dat GroenLinks deze kabinetsperiode weinig invloed heeft. Juist doordat partijen met een sterk groene signatuur in de oppositie zijn gegroeid (ook de PvdD) heeft klimaat meer plek op de agenda gekregen. Na de provinciale verkiezingen kan die invloed enorm groeien als het kabinet haar meerderheid in de eerste kamer kwijtraakt. Gezien de huidige peilingen is dit zeer aannemelijk.

De impasse in het huidig klimaatdebat lijkt ook deels te komen omdat partijen zich sterk verbonden hebben met bepaalde standpunten. Partijen zijn al jaren bezig met zich verzetten tegen maatregelen om klimaatverandering te beteugelen. Hierdoor is zelfs als een merendeel van de VVD-stemmers inmiddels voor dergelijk beleid is, een wisseling van standpunt een pijnlijk politiek verlies.”

A: “Ik zie het als onze noodzaak om, als politieke jongeren, onze moederpartijen flink scherp te houden. Het is nu vooral onze taak om onze moederpartijen even flink uit te foeteren als er niks gebeurt. Links heeft de zaakjes redelijk voor elkaar. Consensus is er nog niet over de specifieke aanpak. Wel is er aandacht voor demonstraties en het probleem krijgt liefde in de verkiezingsprogramma’s. Rechts is nu aan zet.”

S: “Ik heb mij laten vertellen dat er een leuke klimaatwandeling is op 10 maart. Ook mijn rechtse vrienden zijn daar van harte welkom. Ik zou graag schouder aan schouder met groene CDJA’ers, JOVD’ers en JFvD’ers staan.”

A & S: “Sta op en laat van je horen!”

Anoniempje heeft de redactie gevraagd om de naam onherkenbaar te maken.

lees ook

LVolg ons op facebook

L