Er is in Nederland niet veel besef dat er ook nog drie andere landen in ons Koninkrijk zijn. Ook niet binnen DWARS en Groenlinks, tenminste als je naar hun verkiezingsprogramma’s kijkt. Vorig jaar stelde de Commissie Internationaal dit al aan de kaart in dit artikel. Om deze discussie onder DWARSers onder de aandacht te brengen, organiseerde de Commissie Internationaal een thema-avond over koninkrijksrelaties met drie experts, waar we veel goede input van DWARSers hebben gekregen over dit onderwerp.

De rol van Nederland als voormalig kolonisator is altijd problematisch geweest voor de Caribische eilanden. In Nederland zelf is er echter weinig publiek debat over wat de rol van Nederland precies zou moeten zijn in relatie tot de overzeese gebieden van het Koninkrijk, iets dat ook te maken heeft met de complexiteit van de staatkundige inrichting van de verhoudingen tussen Nederland en deze gebieden.

Nederland heeft drie zogenoemde openbare lichamen: Bonaire, St. Eustatius en Saba. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn autonome landen met hun eigen regering maar sommige zaken worden beslist door de Koninkrijksregering (de Nederlandse regering+afgevaardigden van de eilandregeringen). Daarom had deze thema-avond van de Commissie Internationaal tot doel om DWARSers geïnformeerd te laten nadenken en discussiëren over wat wij daarvan vinden

We hadden hiervoor drie sprekers: Charlene Oduber (Arubaans politiek activiste en woordvoerder in Nederland van Groenlinks’ zusterpartij RED Democratico), Hansko Broeksteeg (universitair hoofddocent Staatsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen) en Ruard Ganzevoort (Eerste Kamerlid van Groenlinks en voorzitter van de Commissie Koninkrijksrelaties). Zij waren enthousiast om met een groep DWARSers hierover in gesprek te gaan, en hun verschillende perspectieven op dit onderwerp zorgden voor een interactieve avond met veel discussie! Hier zijn een paar duidelijke punten uit voort gekomen.

Staatsrecht, grondrechten en bestuur
Mr. Broeksteeg gaf aan dat Artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk door Nederland veel wordt gebruikt als een “stok om mee te slaan”. Dit artikel stelt allereerst dat ieder individueel land zorg draagt voor fundamentele mensenrechten en vrijheden, rechtszekerheid en deugdelijk bestuur. Het stelt echter ook dat het Koninkrijk verantwoordelijk is voor het waarborgen van deze rechten. Bij Nederlands ingrijpen op de eilanden wordt dit laatste gebruikt als verantwoording, terwijl men op de eilanden juist vasthoudt aan de soevereiniteit van ieder individueel land binnen het Koninkrijk (zo gaf mevr. Oduber aan).

“Luister meer naar de bewoners van de eilanden!”

Er was een duidelijk standpunt van de aanwezige DWARS-leden over wat er vooral anders moet: meer naar de bewoners van de eilanden luisteren! Er gaan op de eilanden wel degelijk dingen mis qua recht en bestuur en regelgeving hierover op Koninkrijksniveau kan helpen. Er is ook vraag naar meer samenwerking met Nederland vanuit de eilanden, vooral bij jongeren. Het is echter essentieel dat de discussie hierover gevoerd wordt met de bewoners, niet over hen, zoals nu zo vaak gebeurt, en dat de autonomie van de eilanden waar mogelijk gerespecteerd wordt.

Ten slotte moeten we het vooral hebben over hoe de levens van mensen daar beter kunnen en pas op de tweede plaats discussiëren over hoe dit precies staatsrechtelijk beter ingevuld moet, ook al zijn daar wel ideeën over. Als we ons zo opstellen krijgt het imago van Nederland op de eilanden ook een hoognodige opsteker.

Sociale-en milieuproblematiek
Nederland is al lang betrokken bij verschillende sociale en ecologische problemen op de eilanden, bijvoorbeeld armoede en brain drain, maar ook bijvoorbeeld de gevolgen van orkaan Irma op Sint Maarten of de vervuiling door de olieraffinaderij van Shell op Curaçao. In het Groenlinks-programma staat ook dat Nederland op deze thema’s moet helpen. Deze hulp is nu echter meestal verbonden aan strenge voorwaarden, die als paternalistisch of zelfs koloniaal gezien worden.

De aanwezige DWARSers vonden dat Nederland wel degelijk een verantwoordelijkheid heeft om solidair te zijn met onze mede-Koninkrijksbewoners. Dit moet echter geen ontwikkelingshulp zijn maar echte solidariteit. Ook hier geldt dat het vooral in samenspraak moet met de eilandbewoners.

Een idee is om hier op Koninkrijksniveau een fonds voor te maken, waar dus samen over beslist wordt, waaruit ontwikkelingsprojecten in arme regio’s in het Koninkrijk gefinancierd kunnen worden.

Er moet ook aandacht zijn voor de culturele nawerking van het kolonialisme die nog steeds op de eilanden merkbaar is. Klimaatbeleid zou ook een onderwerp moeten worden.

Wat gaan we hier nu mee doen?
De Commissie Internationaal gaat met deze input aan de slag, bijvoorbeeld in amendementen op het politiek programma, en misschien zelfs het verkiezingsprogramma van Groenlinks. Voordat we echter overgaan tot het houden van discussies over politieke veranderingen op de eilanden, nemen we ons eigen advies ter harte en hopen we te kunnen discussiëren met jongeren van de eilanden zelf!

Totdat we dit gedaan hebben, willen wij nog geen amendementen indienen. Dit betekent dat we het Zomercongres van dit weekend over hebben geslagen, maar verwacht op het Wintercongres meer van ons, en houd de agenda in de gaten voor een nieuwe discussie-avond, hopelijk met inbreng van jongeren van de eilanden!