In aanloop naar de verkiezingen ben ik in gesprek gegaan met (kandidaat-)Tweede Kamerleden van GroenLinks. Niels van den Berge staat momenteel op nummer twaalf op de kieslijst van GroenLinks. Van den Berge houdt zich bezig met de onderwerpen Integratie, Mbo & Wetenschap, Kunst & Cultuur en Rechtsbescherming.

Niels is 36 jaar, en woont samen met zijn vrouw op Scheveningen. Deze woonplaats is een bewuste keuze, want het is zowel dichtbij de stad Den Haag, als bij de duinen met mooie natuur. Hij is opgegroeid in Zeeland, waar zijn vader een fruitbedrijf had. Van den Berge was hier zelf imker, hij had bijen. Ook is hij vegetariër.

Wat ik het allerbelangrijkste vind (…) is rechtvaardigheid en eerlijk delen. Dat vond ik het meeste terug bij GroenLinks.

U was op uw 15e al lid van DWARS, waarom interesseerde de politiek u al op zo’n jonge leeftijd?
“Ik werd actief voor DWARS toen ik 15 of 16 jaar was. Ik kom uit een familie die heel erg maatschappelijk betrokken is, maar niet per se politiek actief. Mijn ouders zijn bijvoorbeeld nooit politiek actief geweest. Ze stemmen wel altijd en hebben ook hun politieke voorkeur, maar zijn vooral erg maatschappelijk betrokken op andere manieren. Mijn moeder werkt in de zorg, eerst in de gehandicaptenzorg en nu in de ouderenzorg met dementerende ouderen. Ook mijn vader is heel erg maatschappelijk betrokken. Aan de keukentafel hadden wij altijd discussies over het nieuws, en dat deed ik dan ook in de klas. Op school ging ik altijd discussies aan met docenten en medeleerlingen, over allerlei onderwerpen.

Op een gegeven moment had ik een mentor, toevallig was zij docent maatschappijleer en geschiedenis. Zij zei tegen mij: ‘Weet je wat jij eens moet doen Niels? Je moet meedoen aan het Nationaal Jeugddebat.’ Dus dat heb ik toen gedaan, dat bestaat ook nu nog steeds. Mede naar aanleiding van dat debat is de Nationale Jeugdraad opgericht. Dat was voor mij het moment dat ik dacht: het is leuk om een mening te hebben en te discussiëren, maar als je echt iets wil bereiken dan moet je in de politiek zijn. Toen ben ik gaan kijken welke partij bij mij past, en toen kwam ik bij GroenLinks en daarmee bij DWARS uit.”

Waarin was u actief bij DWARS?
“Ik heb heel veel verschillende dingen gedaan. Eerst ben ik congressen gaan bezoeken en heb ik meegedaan aan discussies in werkgroepen. In 2003 en 2004 had DWARS nog geen bestuur en geen voorzitter. We hadden het een beetje georganiseerd zoals een politieke partij, dus we hadden een coördinerend overleg. Dit overleg kan je vergelijken met een partijbestuur, het ging over de organisatie van de vereniging. Daarnaast hadden we een jongerenfractie, dat was de politieke tak van de bestuursstructuur. Daar zat ik in, ik was jongerenfractielid voor de onderwerpen milieu en inrichting. Dit betekende dat we de onderwerpen op die portefeuilles volgden en dat we acties bedachten. Soms waren we ook aanwezig bij Tweede Kamerfractievergaderingen, nu is daar altijd de voorzitter van DWARS bij, soms de vicevoorzitter. In onze tijd rouleerde dat, we lieten het afhangen van de agenda welk jongerenfractielid ging. Ik zat daar dan ook vaak bij als het over milieu ging.

Daarnaast heb ik meegeschreven aan het beginselprogramma van DWARS, hoewel er in de tussentijd denk ik wel een nieuw programma is gemaakt. Ook heb ik congressen georganiseerd in bijvoorbeeld Wageningen. Iets waar ik ook erg trots op ben is de succesvolle actie voor het invoeren van de zogenaamde karbonadeknaak, een heffing op bio-industrievlees.

Het mooiste was denk ik het pepermanifest. Ik weet niet of daar nog wel eens over gepraat wordt binnen DWARS. Eigenlijk speelde toen dezelfde discussie in politiek Den Haag als nu over de linkse samenwerking. DWARS wilde graag dat GroenLinks, PvdA en SP elkaar zouden vasthouden en samen in een nieuwe coalitie zouden stappen. Wij hebben toen met de jongerenorganisaties DWARS, Jonge Socialisten en ROOD onderhandeld over het pepermanifest. Dit was een tienpuntenplan wat volgens ons de basis zou moeten zijn voor de linkse kernen in het nieuwe regeerakkoord. Dat hebben we toen aangeboden aan onze politieke leiders, op dat moment Wouter Bos, Femke Halsema en Jan Marijnissen. Als je mij vraagt om een hoogtepunt, dan was dat wel het pepermanifest.”

U bent niet alleen lid geweest van DWARS, u bent ook actief geweest bij Jongeren Milieu Actief en de actiegroep OpvangNu!. Tijdens deze periode heeft u zich ingezet voor een duurzamere en eerlijkere wereld. Waarin was u actief bij deze organisaties?
“Bij Jongeren Milieu Actief zat ik in de coördinatiegroep, maar daar ben ik minder actief geweest dan bij DWARS. De coördinatiegroep was een soort Raad van Advies voor het bestuur. Dus samen met het bestuur van Jongeren Milieu Actief dachten wij mee over acties, prioriteiten en dat soort dingen.

Wat we bij actiegroep OpvangNu! deden was ook wel mooi, dat was in de tijd van minister Verdonk. Zij was de minister van Vreemdelingenbeleid en Integratie van de VVD in een heel rechts kabinet, ze ging heel hard om met vluchtelingen en nieuwkomers. In Wageningen hebben we met de actiegroep OpvangNu! onderdak en ondersteuning geboden aan ongedocumenteerde vluchtelingen. Dat wordt ook wel illegaal genoemd, maar dat vind ik geen fijne term. Geen mens is illegaal. Wat ook niet onbelangrijk is, is dat we toen een enorme strijd hebben geleverd voor het generaal pardon met allerlei acties en debatten. Uiteindelijk is dat er in 2007 ook gekomen. Naast dat wij mensen opvingen, hielpen wij ze ook bij de juridische procedures met de IND. Ook hielpen we mensen aan werk en hadden we een pannenkoekenhuis bij onze opvang. Hier konden mensen uit de buurt bij ons op woensdagavond komen eten, en het geld wat daarmee verdiend werd ging naar de vluchtelingen.”

Ik zag dat u twee studies heeft gevolgd, namelijk Bos- en Natuurbeheer en Rechten. Vanwaar de keuze voor deze studies?
“Klopt, Rechten heb ik alleen niet afgemaakt, dat was mijn tweede studie. Deze studie heb ik ongeveer één jaar gedaan in de avond. Ik ben uiteindelijk in 2007 voor Kathalijne Buitenweg in het Europees Parlement gaan werken, en toen ben ik met Rechten gestopt.

Mijn eerste studie Bos- en Natuurbeheer heb ik wel afgemaakt. De reden voor deze studie lag bij mij wel redelijk voor de hand. Ik heb een sterk groen hart, ik kom namelijk uit een familie waar mijn vader een milieubewuste fruitteler was. Daarnaast heb ik ook wel groene vingers, dus ik wilde heel graag meer leren over bos- en natuurbeheer, ook in relatie tot landbouw. Ik heb uiteindelijk ook mijn afstudeerscriptie geschreven over agrarisch natuurbeheer, dus echt de koppeling tussen landbouw en natuur. Ook wilde ik heel graag in Wageningen studeren, dat weet ik nog wel, dat sprak mij heel erg aan om allerlei redenen.

Ik heb in het begin wel even getwijfeld of ik Bos- en Natuurbeheer of Internationale Ontwikkelingsstudies zou doen. Ik heb ook altijd wel al iets gehad met de ontwikkelingssamenwerking. Uiteindelijk heb ik dus Bos- en Natuurbeheer gedaan en heb ik mijn groene hart gevolgd.

De avondstudie Rechten heb ik ernaast gedaan, toen ik ook actief was voor de actiegroep OpvangNu!. Ik merkte hoe belangrijk de kennis van juridische zaken is als je iets wil bereiken voor mensen. Het recht was voor mij iets abstracts, maar toen zag ik wat het voor mensen betekent zodra ze in de knel komen. Dat was eigenlijk wel mijn belangrijkste motivatie voor die studie. Ik had toen ook al wel politieke ambities, en dacht ook dat kennis van het rechtssysteem daarvoor heel handig zou zijn. Maar de mensen waren de belangrijkste reden. Ik dacht: ik wil hen beter kunnen helpen, ook met hun juridische procedures. Dan helpt het gewoon als je een beetje weet hoe de wetgeving in elkaar zit.”

Vanaf juni 2019 bent u Tweede Kamerlid. Waarom heeft u gekozen voor GroenLinks?
“Ik heb toen ik actief werd in de politiek, dus na het Nationale Jeugddebat, echt gekeken naar de websites van politieke partijen. Vooral naar hun programma’s, om een idee te krijgen van waar de partijen voor staan. Wat ik het allerbelangrijkste vind, en dat is nog steeds een belangrijke drijfveer voor mij in de politiek, is rechtvaardigheid en eerlijk delen. Dat vond ik het meeste terug bij GroenLinks. Rechtvaardigheid en eerlijk delen zijn voor mij heel breed. Het gaat bijvoorbeeld om delen tussen de huidige generaties en toekomstige generaties, of tussen mensen in Europa en mensen in ontwikkelingslanden. Er zijn wel andere partijen die daar ook min of meer voor staan, maar niet zo sterk als GroenLinks.”

U verving in 2011 tijdelijk Mariko Peters in de Tweede Kamer. Sindsdien is er natuurlijk veel veranderd. Bent u in deze 10 jaar anders over dingen na gaan denken?
“Nou, niet echt heel anders. Ik ben nog steeds heel trots op waar GroenLinks voor staat. Ik vind dat ook nog allemaal voor 99%, dus wat dat betreft niet. Het is natuurlijk wel zo dat je jezelf als persoon ontwikkelt, door de dingen die je in het leven meemaakt. Toen ik politiek actief werd, waren duurzaamheid en eerlijk delen voor mij erg belangrijk. Maar ik heb ook een aantal jaar in Bangladesh gewoond, en ik ben getrouwd met een fantastische vrouw van kleur. Sinds ik met haar in Nederland woon heb ik wel gezien wat racisme en discriminatie met mensen doet, met haar en met andere mensen van kleur. Het is niet zo dat ik dat in het verleden niet belangrijk vond, maar toen voelde ik dat wel minder. Het komt nu meer vanuit mijn hart.”

Zijn dat ook de onderwerpen waar u zich op dit moment mee bezighoudt in de kamer?
“Zeker, ik ben onder andere woordvoerder op het gebied van mbo-onderwijs en Integratie en Inburgering. Ik zou overigens liever willen dat het niet het integratiedebat zou heten, maar het samenlevingsdebat, of iets in die trant. In de discussie over Integratie en Inburgering zet ik mij heel erg in voor kansengelijkheid. Ik ben er namelijk echt van overtuigd dat dat de beste manier is om mensen die nieuw zijn in Nederland te helpen om mee te doen.

Binnen de mbo-portefeuille is een van mijn prioriteiten het aanpakken van stagediscriminatie. Ik heb al wel mooie resultaten geboekt, maar het probleem is groot en er moet nog veel gedaan worden.

Ook ben ik woordvoerder Rechtsbescherming, dat is een deel van de justitieportefeuille en dat gaat ook heel erg over rechtvaardigheid. We hadden bijvoorbeeld laatst nog een debat over de sociale advocatuur. Het hele toeslagenschandaal laat zien hoe belangrijk het is dat burgers, ook burgers die weinig geld hebben, bescherming hebben tegen een machtige overheid die dingen fout doet.

Dus ik denk dat ik op de belangrijkste onderwerpen wel woordvoerder ben. Maar niet op klimaat en landbouw nu, dat vind ik soms nog wel eens jammer. Maar dat is ook logisch, je kan niet overal woordvoerder op zijn natuurlijk, daar hebben we andere hele goede woordvoerders op dus dat zit goed.”

Zou u dat in de toekomst misschien nog wel willen?
“Ja dat is een goede vraag, daar denk ik soms ook wel eens over na. Wat zou ik, als ik hopelijk 17 maart weer gekozen wordt, dan in de volgende periode willen? Dat vind ik best wel een ingewikkelde vraag. Aan de ene kant als je het mij vraagt; wil je woordvoerder klimaat en ontwikkelingssamenwerking willen zijn? Dan zou ik absoluut ja zeggen, vanuit mijn hart zeker, absoluut. Maar ik denk ook: ik heb op het mbo en Integratie en Rechtsbescherming de afgelopen tijd veel opgebouwd, een netwerk van mensen, ideeën, initiatieven die nog lang niet klaar zijn. Als je daar dan niet mee door kan gaan is dat ook wel zonde. Dus ja, ik denk er wel over na maar ik ben er nog niet helemaal uit voor mezelf

Vorige verkiezingen behaalde GroenLinks te weinig zetels voor u om rechtstreeks in de Tweede Kamer te komen. U stond toen op de achttiende plek van de kieslijst, en GroenLinks behaalde veertien zetels. Nu staat u op de twaalfde plek van de kieslijst, verwacht u dat dit nu wel gaat lukken?
“In de politiek is niets zeker, maar ik denk het wel. Als je ziet hoe we ervoor staan en hoe goed ons team is, dan denk ik gewoon dat wij alles in huis hebben om een heel mooi resultaat neer te zetten. We moeten er met z’n allen nog wel heel hard voor gaan werken.”

Heeft u nog persoonlijke ambities voor de toekomst?
“Dat is een grote vraag. Op dit moment niet, maar dat komt misschien wel in de komende jaren. Mijn droom was altijd om volksvertegenwoordiger te worden. Tweede Kamerlid of Europarlementariër, maar eigenlijk het liefst Tweede Kamerlid. Dat ben ik nu en ik hoop ook zeker dat ik daar nog minimaal vier jaar, misschien wel langer, mee door kan gaan. Op dit moment zou ik zeggen dat mijn andere ambities misschien een beetje in slaap zijn, maar wel slapend aanwezig. Er is altijd meer, the sky is the limit. Misschien dat ik over vier of acht jaar in de kamer wel een keer een bestuurlijke rol wil hebben, als wethouder of tegen die tijd misschien wel als bewindspersoon in Den Haag. Dat zijn wel dingen waar ik soms over nadenk, maar de komende vier jaar wil ik graag door in de Tweede Kamer.”

Wilt u verder nog iets kwijt aan de lezers van OverDWARS?
“Geniet van je DWARS-tijd, al zal dat nu met alle coronabeperkingen wat moeilijker zijn. DWARS is een fantastische leerschool, en het is belangrijk dat jullie GroenLinks scherp houden. Dus ik zou zeggen: geniet ervan en blijf ook DWARS denken.”