Nationale en internationale pers hadden de afgelopen weken volop belangstelling voor de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland. Maar verkiezingen beperken zich niet alleen tot ons land. In landen over de hele wereld gaan mensen naar de stembus, en niet in ieder land gaat het er zo aan toe als in Nederland. Zelfs landen waarvan je zou denken dat ze heel erg op Nederland lijken hebben verschillen.

In Nederland is het aantal zetels voor een partij evenredig aan het aantal stemmen voor die partij, maar dat is niet altijd zo geweest. Tot 1918 had Nederland een districtenstelsel. Per gebied werd gekeken naar het aantal stemmen, en de grootste partij in dat gebied mocht een zetel aanleveren. Er zijn landen waar dat nog steeds wordt toegepast. Het voor Nederland bekendste voorbeeld is het Verenigd Koninkrijk, waar het land in 650 kiesdistricten verdeeld is. Het gevolg is veel minder partijen die elk veel meer zetels krijgen. Ik denk dat RTL in het Verenigd Koninkrijk heel wat minder moeite had gehad met het zogenoemde premiersdebat.

Bepaalde landen gunnen hun zetels aan minderheden. Het Deense parlement telt 179 zetels, waarvan er 175 bezet worden door Deense politici. De overige vier zetels zijn gereserveerd voor afgevaardigden Groenland en de Faeroëreilanden. Deze vertegenwoordigers worden verkozen door inwoners van de overzeese gebieden zelf. Maar ook stemmen de Groenlanders en Faeroërs voor hun eigen parlement. In Taiwan hebben ze iets soortgelijks, maar dan voor inheemse minderheden. Daar zijn zes van de 113 parlementszetels voor aboriginals gereserveerd. Ik heb tot nu toe nog geen Nederlandse Kamerzetels gereserveerd voor Aruba gezien.

“In Taiwan hebben aboriginals standaard 6 parlementszetels gereserveerd”

Maar politieke vertegenwoordiging van etniciteiten kan nog veel verder gaan. Hele bevolkingsgroepen kunnen zelfs hun eigen parlement krijgen waarin eigen politieke partijen vertegenwoordigd zijn, die niets met de andere groep te maken hebben. In welk ver oord dit precies gebeurt? Wat dacht je van België? De Vlamingen en de Walen hebben, behalve het nationale parlement, een eigen parlement. Dan is het eigelijk best logisch dat de formaties zo lang duren.

Nederland speelt de Eredivisie, maar in Frankrijk gaan ze voor de beker. Inderdaad, bij de Franse presidentsverkiezingen is het meer een afvalrace. Wanneer een presidentskandidaat geen meerderheid van de stemmen krijgt, moet er in rondes gestemd worden, waarbij kandidaten het één op één tegen elkaar opnemen. Kandidaten vallen af, totdat één kandidaat een meerderheid krijgt. Hoewel de presidentsverkiezingen vaak meer aandacht van de media krijgen, heeft ook Frankrijk een eigen parlement, bestaande uit 577 leden, dat via het districtenstelsel gekozen wordt.

Op woensdag 15 maart was het ontzettend spannend. Want welke partij zou de grootste worden? In sommige landen is het helemaal niet spannend welke partij de verkiezingen zou winnen. In deze landen krijgt één partij altijd de volle honderd procent van de stemmen. Hoe dat kan? Als je geen andere partijen in je land toestaat, is dat niet zo moeilijk! Noord-Korea, China en Cuba zijn natuurlijk de bekendste voorbeelden van éénpartijstaten, maar ook Laos, Turkmenistan en Eritrea horen hierbij. En dan noemen sommige partijen zichzelf democratisch. Het klinkt gek, maar de enige dictatuur in Europa, Wit-Rusland is juist geen eenpartijstaat. De afgelopen twintig jaar kreeg dezelfde kandidaat, die toevallig een dictator is, telkens een meerderheid van de stemmen.

Overal op de wereld bedrijft men politiek op een andere manier en kent men verschillende kiesstelsels. Deze zijn allemaal op een bepaalde manier gevormd. Sommige daarvan zijn heel erg mooi en werken goed, terwijl andere ruimte voor verbetering kennen. Maar voor een artikel als dit, waarin de diversiteit van politieke systemen wordt verkend, is het juist mooi om dat te zien.