Europa is erg belangrijk, maar functioneert het wel goed? Het Europese Parlement is de enige democratische instantie van de Europese Unie, maar heeft soms maar beperkte bevoegdheden. Hierdoor leidt de EU aan een democratisch tekort, zoals dat wordt genoemd. De Europese Unie is niet democratisch genoeg en heeft daardoor niet genoeg legitimiteit. Ik zou daarom graag vier verbeterpunten aan het Europese Parlement willen uitleggen.


Een spoedcursus Europese Unie: de EU bestaat uit vier belangrijke instanties. Allereerst de Europese Raad, deze bestaat uit alle regeringsleiders van alle lidstaten. Hier zit onder andere onze eigen Rutte dus ook in. Zij bepalen de agenda van de EU, dus de onderwerpen waar de EU zich mee bezig moet houden. Vervolgens komt de Europese Commissie aan bod. De Commissie bestaat uit 27 eurocommissarissen en elke vertegenwoordigt hun eigen land. Zij komen met wetgevingsvoorstellen, die moeten worden goedgekeurd door de Raad van Ministers en het Europese Parlement. De Raad van Ministers bestaat uit alle ministers uit alle lidstaten, dus alle ministers van landbouw vergaderen bijvoorbeeld over landbouwwetgeving. Het Europese Parlement bestaat uit politici waarvoor elke vijf jaar verkiezingen zijn.


Het recht van initiatief

Het Europese Parlement is dus als enige gekozen door Europese burgers, maar het Europese Parlement is anders dan de meeste parlementen. Zo heeft het Europese Parlement niet het recht van initiatief. In de Tweede Kamer mogen parlementariërs zelf ook met wetsvoorstellen komen, maar als Europarlementariër mag dit niet. De Europese Commissie mag namelijk als enige wetsvoorstellen doen. Als het aan de nieuwe Duitse regering ligt, dan komt hier ook verandering in. In het Duitse regeerakkoord van 2021-2025 staat namelijk dat Duitsland ernaar streeft om de EU te hervormen. Zo zou het Europese Parlement het recht van initiatief moeten krijgen, net zoals vele andere parlementen.

Europese kieslijsten

In het Duitse regeerakkoord staat ook dat er tijdens de Europese verkiezingen ook Europese kieslijsten moeten komen. Nu is het zo dat je vaak stemt op een nationale partij met nationale personen. Dit zorgt ervoor dat de Europese verkiezingen nog erg nationaal ingericht zijn. Nationale poppetjes vechten de verkiezingen uit op het nationale podium. Dit zorgt ervoor dat de Europese verkiezingen behandeld worden als tussentijdse landelijke verkiezingen in plaats van dat het over Europese thema’s gaat. Tegelijkertijd is er bij landelijke verkiezingen ook weinig aandacht voor Europese thema’s. Hierdoor hebben burgers weinig invloed op het Europese beleid. Als er transnationale kieslijsten worden ingevoerd, dan zou je ook kunnen stemmen op iemand uit Duitsland die is aangesloten bij The Greens/EFA (de alliantie waar GroenLinks ook tot behoort) bijvoorbeeld.

Gewone wetgevingsprocedure

Momenteel heeft de Europese Commissie alleen het recht om wetsvoorstellen te doen. Het Europese Parlement mag deze alleen goed- of afkeuren samen met de Raad van Ministers. De procedure die hieraan vastzit, heet de gewone wetgevingsprocedure. Deze procedure wordt gebruikt bij de meeste beleidsterreinen, maar er zijn nog wel een aantal beleidsterreinen waarvoor deze niet geldt. Dit zijn beleidsterreinen die erg gevoelig liggen en waarover landen graag zelf willen beslissen. In deze gevallen wordt de raadplegingsprocedure gebruikt. Hierbij mag het Parlement alleen advies geven maar hoeft zij niet de wetsvoorstellen goed te keuren. Ik vind echter dat landen een stapje terug moeten doen als we de Europese Unie echt democratischer willen maken. Door de gewone wetgevingsprocedure toe te passen op alle beleidsterreinen, hebben burgers ook meer invloed.

Europese debatten

Het zal je vast niet ontgaan zijn dat de opkomst voor de Europese verkiezingen best wel laag is. Gemiddeld stemt ongeveer de helft van Europa tijdens de verkiezingen. Een goed werkende democratie heeft een hogere opkomst nodig dan dat. Een manier om een hogere opkomst te krijgen, is door meer elementen van competitie toe te voegen. Partijen moeten meer alternatief beleid aanbieden voor de ontwikkeling van de EU. Deze is liever wel iets constructiever dan ‘Europa is stom’. Over heel Europa moeten er debatten worden gevoerd met verschillende standpunten. Bovendien moeten er meer verkiezingsdebatten op televisie zijn tussen alle partijleiders van de Europese allianties in het Parlement. Dit voegt het idee van competitie toe aan de verkiezingen, wat vaak goed door de media en burgers wordt opgepakt.

De Europese Unie is een erg ingewikkeld en uniek politiek systeem. De EU probeert te streven naar zo veel mogelijk soevereiniteit van de lidstaten, zo veel mogelijk samenwerking tussen de landen en zo veel mogelijk democratie binnen de EU. Ik denk echter wel dat de limiet is bereikt in hoeverre je deze drie kunt combineren. Als we écht de Europese Unie democratischer willen maken, dan moet het Parlement meer bevoegdheden krijgen. Ook als dit ten koste gaat van de nationale soevereiniteit.