Zijn er onderwerpen waarover een GroenLinkser liever zwijgt? Er is genoeg onrecht op de wereld om ons mee bezig te houden, en er zijn genoeg onderwerpen die onze aandacht verdienen. Hoe zit het dan met het onrecht dat we níet zien? De houding van Nederland tegenover haar Caraïbische eilanden is hier een goed voorbeeld van.

Het Nederlandse eilandenrijk
Sinds 10 oktober 2010 bestaat het Koninkrijk der Nederlanden uit vier verschillende landen. Dit zijn Nederland, Sint-Maarten, Aruba en Curaçao. Elk land geniet een autonome status en heeft een eigen parlement.

De drie Caraïbische landen volgen vrijwillig de Nederlandse grondwet en vallen elk onder het toezicht van een Gouverneur. Deze koninklijke toezichthouders worden aangewezen door het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, onder leiding van minister Ronald Plasterk. In specifieke gevallen is er verder nog overleg tussen lokale ministers en de Europese minister.

De resterende eilanden, Bonaire, Saba en St. Eustachius, kregen de status van Bijzondere Gemeenten binnen het Koninkrijk. Deze eilanden hebben een eigen eilandraad en een Waarnemend Gezaghebber als voornaamste autoriteit. De inwoners van deze gemeenten zijn Nederlanders en vallen onder directe verantwoordelijkheid van Den Haag. Deze eilandbewoners mogen in deze gratie dus ook stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen.

“Een aanslag op de democratie!”

Zo nu en dan bereikt opschudding van de lokale politieke systeempjes het publiek in Europees Nederland. Afgelopen najaar greep minister Plasterk in op Curaçao; hij probeerde de lokale verkiezingen te stroomlijnen door de naleving ervan onder het toezicht te plaatsen van de (door hem toegewezen) Gouverneur. Dit zette vooral kwaad bloed bij tegenstanders van de banden met Nederland; deze stap was voor hen een aanslag op de democratie en zeker geen verbetering ervan!

Autonomie
Nu de zaak op Curaçao gesust lijkt, is het weer stil in de Caraïbische zee, toch? Niet echt. Curaçao is nog niet tevreden en ook de andere eilanden hebben moeite met de verhouding met Nederland. Nog altijd rommelt het aan de horizon. Sint-Eustachius wenst een autonome status, maar dit staat Plasterk niet toe. Het eiland (ruwweg 3.000 inwoners) is simpelweg te klein.

Curaçao wil een vruchtbare samenwerking met Europees Nederland als een volwaardige autonome partner. Het wenst niet behandeld te worden als een lastig overblijfsel van een koloniaal verleden.

In 2015 stemde twee-derde van de bevolking van Bonaire op een referendum in met een autonome status voor het eiland. Bonairianen verweten Nederlanders een ‘apartheidsregime’ te zijn. Deze aantijgingen leidden nauwelijks tot reactie en het eiland bleef gewoon een Gemeente.

In oktober 2016 vocht het parlement van Aruba de benoeming van de lokale gouverneur aan. De nieuwe (door het Ministerie aangewezen) Gouverneur is aangewezen tegen de wens van de Arubaanse regering, aldus de Arubaanse premier Mike Eman.

“… er is ook nog een beetje in de Caraïbische zee”
Elk Caraïbisch eiland heeft een dergelijk verhaal. De lokale regeringen vinden dat ze niet serieus genomen worden. De lokale mening doet er niet toe, en wordt terzijde geschoven wanneer deze het Ministerie tegen de borst stuit.

“Referendum voor autonomie weggewuifd”

Deze onduidelijkheid wordt deels veroorzaakt door de Nederlandse wetgeving zélf. Het Statuut van het Koninkrijk verklaart dat het voor de Rijksministerraad mogelijk is in te grijpen in uitzonderlijke situaties; er wordt niet verklaard wat dit voor situaties zijn. Europees Nederland is ook verantwoordelijk voor het welvaren van de eilanden, en behoudt zichzelf het recht om ‘adviezen’ en ‘aanwijzingen’ te geven wanneer dit nodig is. Het is niet duidelijk of deze als bindend moeten worden opgevat.

Ondertussen voelen de Caraïbische Nederlanders zich niet gehoord.

‘Onze’ politiek en Caraïbisch Nederland
De bestaansvoorwaarden van het Nederlandse Koninkrijk zijn dus behoorlijk vaag. We kunnen ons afvragen; waarom worden er geen pogingen gedaan om de situatie te verbeteren en de omgang van het eilandenrijk te verbeteren door ergernissen en onbegrip weg te werken?

Het antwoord is simpel, er is te weinig interesse. De politieke partijen van Europees Nederland besteden heel weinig aandacht aan de kwesties van het Koninkrijk. Sommige partijen vinden er wel iets van. D66 en Artikel1 besteedden elk aandacht aan de problemen en ergernissen die de eilanden teisterden. Dit liet zich zien in de verkiezingsuitslagen: D66 won op de Bijzondere Gemeenten met meer dan een kwart van de stemmen, tegenover 9% voor GroenLinks. Zowel D66 en Artikel1 staat voor een meer geïntegreerd Koninkrijk.

Natuurlijk is er ook een alternatief. Staan wij dan toch voor een losser Nederlands Gemenebest, net als tegenpolen VVD en de SP? Deze oplossing zou te simplistisch zijn. De Caraïbische eilanden zijn arm en de plaatselijke natuur is in slechte staat. Misdaad en corruptie maken volledige autonomie ongewenst en onverantwoordelijk.

“Groen beleid werkt automatisch door in de Caraïben”

Méér afstand nemen van deze eilanden schort aan dat waar GroenLinks voor staat. GroenLinks heeft meer dan een mening, heeft idealen; een helder beeld van de wereld van de toekomst, een doel om naar toe te werken. Binnen de wereld van idealen moet er toch zeker wel ruimte zijn voor de Caraïbische eilanden?

GroenLinks is niet onverschillig. De partij staat achter de hervormingen van 10/10/10. De onduidelijke status van de Bijzondere Gemeenten bieden volgens de partij ook mogelijkheden; Europese groene wetgeving geldt nu ook in het Caraïbisch gebied. Nederland is nu ook verantwoordelijk voor de armoedebestrijding van de eilanden onder de zon.

Toch wringt de interactie tussen Europees Nederland en de Caraïbische eilanden. Waarom wensen de partijen nominaal het beste voor de eilanden en haar bewoners, maar worden de lokale stemmen niet gehoord? Waarom wordt de lokale democratie soms gerespecteerd, en soms niet?

Vooralsnog heerst er vooral nog onduidelijkheid over de relatie tussen Europees Nederland en de eilanden. Ondertussen voelen de eilandbewoners zich genegeerd. Welke invloed heeft Nederland nou eigenlijk precies? Waarom laten we de eilandbewoners zélf niet eens aan het woord?

Een opdracht
Nu is het niet de bedoeling in te stemmen met álle eilandwensen. Een autonoom St. Eustachius is misschien instabiel, en misschien is Curaçao wel gebaat bij ondersteuning van het Rijk voor eerlijke verkiezingen. Het is echter belangrijk dat er gesproken wordt en dat de geschillen die er zijn worden aangekaart.

Hier ligt een opdracht voor DWARS, voor GroenLinks en voor het hele Koninkrijk der Nederlanden: wissel meer uit. Natuurlijk moet er aandacht zijn voor de Caraïbische cultuur en de rol van de Nederlandse geschiedenis hierin, en ook andersom is onze Europese cultuur verrijkt door Caraïbische invloeden.

“Praat met de eilandbewoners!”

Maar uitwisseling gaat verder. Er moet ruimte komen voor gedeelde verantwoordelijkheid. De autonome landen moeten de Koninkrijksminister ter verantwoording kunnen roepen, de bijzondere gemeenten moeten vraagtekens kunnen zetten bij het rijksbeleid door middel van een heldere vertegenwoordiging in Den Haag. Een onafhankelijke instantie moet geschillen kunnen aankaarten en oplossen.

Het is natuurlijk niet de bedoeling om alleen maar mee te gaan met de wensen van de eilandbevolking. Lokale gebruiken botsen maar al te vaak met de idealen van GroenLinks. Toch is het belangrijk dat deze inwoners van het Koninkrijk der Nederlanden ook gehoord worden. De Caraïbische mening is even belangrijk als de mening uit Europees Nederland.

Den Haag heeft daarom ook het recht de bijzondere gemeenten te wijzen op het naleven van rechten en plichten. Corruptie en onrecht moeten worden bestreden. De kwetsbare ecosystemen moeten bewaard blijven.

Om de tafel
Vraag je af, waarom is er geen vaste Caraïbische vertegenwoordiging in de Tweede Kamer? Waarom verandert de samenstelling van de Rijksministerraad en worden Caraïbische vertegenwoordigers alleen ingeschakeld wanneer dit gepast lijkt?

Is het niet mogelijk de interactie tussen Europa en Caraïben zó in te richten, dat er een transparantere vertegenwoordiging is, en ieder onderdeel van het Koninkrijk, landen én bijzondere lichamen verantwoordelijkheid dragen voor het land waartoe zij horen? Hoe mooi zou het zijn, wanneer dit ook de sociale gerechtigheid en de natuur ten goede komt?