Beste lezer,
Dit artikel is geschreven door Sabine Scharwachter, voorzitter van DWARS, namens het landelijk bestuur. Het is een artikel geschreven met als doel om een discussie te voeren over de toekomst van GroenLinks. De redactie nodigt jou uit een eigen artikel te schrijven waarin jij vertelt hoe jij de toekomst van GroenLinks ziet. Stuur je artikel in via over@dwars.org.

Mijn GroenLinks is een partij met lef. Een partij die durft te staan voor haar idealen van duurzaamheid, rechtvaardigheid, en inclusiviteit. Een beweging die voorop loopt in de strijd tegen klimaatverandering, ongelijkheid, racisme en fascisme. Afgelopen verkiezingen ontbrak het echter aan een idealistisch verhaal. Ook miste ik het gevoel dat elke seconde aan onrecht een teveel is voor GroenLinks. Strategie voerde de boventoon ten koste van onze idealen. We vertelden wat mensen volgens kiezersonderzoeken wilden horen in plaats van ons eigen verhaal. Het verkiezingsverlies was voor mij dus geen verrassing. Twee maanden later is het belangrijk om vooruit te kijken. We moeten het gesprek met elkaar aangaan over de vraag: hoe kan GroenLinks weer geloofwaardig en met overtuiging een sterk, eigen verhaal vertellen? Als voorzitter van DWARS heb ik daar persoonlijk wel ideeën over.

Ik geloof dat GroenLinks een hele sterke identiteit hééft, maar dat we onszelf op de weg naar de macht zijn kwijtgeraakt. Overal in de partij zie ik dat onze groene, linkse en progressieve idealen nog altijd springlevend zijn. Onze kracht is de manier waarop we van onze visie concrete plannen kunnen maken. Zo komen we telkens een stapje dichter bij onze ideale wereld, zonder dat we ons doel uit het oog verliezen. Onze kans om te groeien zit echter in het met elkaar verbinden van onze idealen in een overtuigend verhaal voor systeemverandering. Onze ideologische basis moet bovendien weer richting geven aan onze dagelijkse politieke voorstellen en keuzes: we moeten weer meer politiek bedrijven met ons hart in plaats van met ons hoofd. Om hier sterker uit te komen, moeten we een manier vinden om onze idealen samen te brengen in een sterk verhaal dat met passie en strijdbaarheid verteld kan worden. Daarom pleit ik ervoor dat GroenLinks kiest voor intersectionele politiek.

Je hoort het steeds vaker: intersectionaliteit. De theorie van intersectionaliteit legt uit hoe hoe verschillende manieren van onderdrukking met elkaar samenhangen, zoals racisme, seksisme, klassisme en validisme. Zo worden je positie en kansen in de maatschappij bepaald door meerdere identiteiten, zoals afkomst, seksualiteit en opleiding, tegelijkertijd. Op sommige vlakken kan je discriminatie ervaren, op andere privilege. De lesbische, zwarte auteur Audre Lorde legt dit duidelijk bloot in haar werk: zij ervaarde homohaat binnen de antiracismebeweging, en racisme binnen de witte LHBTIQ+-beweging. Bovendien had zij andere ervaringen met homohaat en racisme dan de mensen die enkel ervaring hadden met één van de twee vormen van discriminatie. Doordat deze bewegingen niet óók streden tegen andere vormen van uitsluiting, voelde zij zich nergens helemaal welkom en geaccepteerd. Zonder intersectioneel perspectief kan de emancipatie van meer geprivilegieerde groepen ten koste gaan van minder geprivilegieerde groepen. Intersectionele politiek gaat dan over het aan de kaak stellen van álle structuren van onderdrukking tegelijkertijd, omdat gelijkheid pas bereikt is als iederéén vrij is van onderdrukking.

Intersectionele politiek is noodzakelijk als GroenLinks de grote maatschappelijke problemen van onze tijd wil aanpakken. Intersectionele politiek erkent namelijk dat de samenleving wordt vormgegeven door een wirwar aan machtssystemen, zoals kapitalisme, het patriarchaat en institutioneel racisme. Een goed voorbeeld hiervan is de klimaatcrisis: groepen zoals mensen in het globale zuiden, mensen die in armoede leven, zwarte mensen en inheemse gemeenschappen, hebben hier door de eeuwen heen het minst aan bijgedragen. Tegelijkertijd worden zij wereldwijd het hardst geraakt door klimaatverandering én klimaatbeleid. Bovendien hebben zij de minste macht en middelen om het klimaatprobleem op te lossen. Ook in Nederland is dat zichtbaar: kijk bijvoorbeeld naar de luchtkwaliteit, die veel slechter is in wijken waar meer armoede is en vaker mensen met een migratieachtergrond wonen. Ondertussen dragen rijke mensen, westerse landen en grote bedrijven veel meer verantwoordelijkheid voor de opwarming van de aarde. We kunnen de klimaatcrisis dus niet oplossen zonder rekening te houden met verschillende vormen van ongelijkheid. Oftewel: groen moet altijd hand in hand gaan met links.

Soms wordt feminisme, antiracisme en LHTBIQ+-emancipatie afgedaan als ‘identiteitspolitiek’, omdat de focus op identiteit zou afleiden van ‘echte gelijkheid’. Het tegengestelde is waar: we leven nu in een samenleving die bepaalde groepen op basis van hun identiteit bevoordeelt en andere juist benadeelt. Juist door de rol van identiteit hierbij te erkennen, kunnen we dit systeem doorbreken. Om problemen zoals de klimaatcrisis structureel op te lossen, moeten we bovendien kiezen voor radicale systeemverandering – waarbij ‘radicaal’, zoals Angela Davis ooit stelde, simpelweg staat voor het aanpakken van problemen bij de wortels. Maatschappelijke machtssystemen hebben hun wortels in het kolonialisme. Om de postkoloniale machtsongelijkheid aan te pakken, moet onze politiek naast intersectioneel ook dekoloniaal zijn.

Intersectionaliteit past bovendien goed bij GroenLinks. Elk van de kernwaardes van GroenLinks staat eigenlijk voor het ontmantelen van een bepaalde categorie aan machtssystemen. Ons ecologisme gaat over onze strijd tegen de disbalans tussen mens en natuur. Ons socialisme gaat over de strijd tegen de onrechtvaardige ongelijkheid in economische omstandigheden. Onze strijd voor een inclusieve samenleving gaat over het tegengaan van sociale ongelijkheid, zoals de het achterstellen van vrouwen, mensen van kleur en transgender personen. Het is niet toevallig dat GroenLinks is ontstaan uit partijen die elkaar ontmoetten bij protesten voor het milieu, vrede, arbeidsrechten, antiracisme, vrouwenrechten en LHBTIQ-rechten. Een intersectioneel verhaal zit dus in het DNA van GroenLinks, maar GroenLinks slaagt er tot nu toe niet in om haar groene, sociale en inclusieve waarden te verenigen in één systeemkritisch verhaal. Intersectionaliteit kan de lijm vormen die al onze idealen aan elkaar verbindt.

Ook biedt een intersectionele koers de kans voor GroenLinks om te breken met haar imago als theoretisch opgeleide, witte elitepartij, en daadwerkelijk een diverse groep mensen aan te spreken. Een intersectioneel verhaal is namelijk ook een inclusief verhaal: de pijn van alle vormen van uitsluiting wordt met elkaar verbonden in één verhaal, één beweging en één strijd voor rechtvaardigheid. In tegenstelling van wat vaak gedacht wordt, is een breed verhaal niet zo algemeen mogelijk. Bij een algemeen verhaal worden namelijk vaak de verhalen van de meest geprivilegieerden in een groep verteld, waardoor de meerderheid zich er juist niet in herkent. Het is de taak aan GroenLinks om mensen ervan te overtuigen dat het in ieders belang is om elkaars strijd te steunen en samen te strijden tegen het systeem.

Intersectionele politiek werkt echter alleen als intersectioneel denken richting geeft aan alles wat GroenLinks als partij doet. Dat is enerzijds belangrijk voor de geloofwaardigheid van ons verhaal en anderzijds noodzakelijk om onze politieke doelen te bereiken. We moeten intersectionaliteit dus niet alleen centraal stellen in ons politieke verhaal, maar ook in de partijorganisatie die ons verhaal ondersteunt en de personen die ons verhaal moeten uitdragen. Dat begint met meer bewustzijn en zelfreflectie. We moeten ons realiseren dat intersectionele politiek ook gaat over plaatsmaken voor het leiderschap van mensen die ervaring hebben met verschillende manieren van onderdrukking tegelijkertijd. Een diversiteit aan perspectieven moet daarom structureel onderdeel uitmaken van de besluitvorming. Ten slotte gaat het ook over bondgenootschap met anderen die strijden voor dezelfde idealen als wij, ook buiten het parlement.

GroenLinks is dus de aangewezen partij om intersectionele politiek te omarmen. Het is een kwestie van onze oorspronkelijke idealen met elkaar verbinden in een systeemkritisch verhaal en een intersectioneel bewustzijn laten doordringen tot het weefsel van de partij. Zo kunnen we een bredere groep mensen aanspreken en, belangrijker, de grote vraagstukken in de wereld rechtvaardig en inclusief oplossen. Als we erin slagen om intersectionaliteit centraal te stellen in onze politiek, dan geloof ik dat we de kans hebben om hier samen sterker uit te komen.