Hanna van Vliet is 26 jaar en speelt de hoofdrol in de Nederlandse serie: ‘ANNE+’, als de lesbische twintiger Anne die in Amsterdam studeert. Vandaag is het Lesbian Visibility Day en in een tijd waarin de Nashvilleverklaring nog steeds relevant is, deelt Hanna haar verhaal over haar seksualiteit. Hoe zij zich als een rolmodel opstelt en haar ervaringen met homofobie.

“Ik leef wel echt een beetje in een bubbel, ik leef in Amsterdam, bijna al mijn beste vrienden zijn gay. Ik heb natuurlijk ook met de makers van ANNE+ een grote groep lesbiennes erbij waar ik veel samen mee doe. In mijn wereld is homoseksualiteit echt heel geaccepteerd, het is bijna raar als je hetero bent, haha. Echter, ik ken ook de andere kant. Ik heb ook vrienden die in elkaar geslagen zijn, hier in Amsterdam voor hun huis. Dat vond ik een enorme eyeopener. Ik was lekker gay door het leven aan het huppelen en toen hadden ineens mijn beste vrienden een hersenschudding. Die gasten die het gedaan hebben zijn ook niet gepakt, dus dat kan blijkbaar gewoon, zelfs hier in Amsterdam. Toen dacht ik; ik moet activistischer worden.”

Rolmodel

Ik weet niet of ik mezelf als een rolmodel zie, maar dat zou ik op zich wel willen zijn. Ik vind het wel heel belangrijk dat er genoeg representatie is. Als je jong bent en gay, vind ik wel dat er zelfs in deze tijd weinig jonge mensen in de media zijn die openlijk gay zijn. We maken eigenlijk de serie om tegen jonge mensen te zeggen: “Het is oké om met je seksualiteit te worstelen en er zijn heel veel mensen die gay zijn en een best wel leuk leven hebben.”

ANNE+ is eigenlijk veel groter geworden dan wij verwachtten. Het is best wel uit de hand gelopen. De insteek was dat we gewoon een serie zouden maken voor op het internet, die zich misschien wel binnen de online gay community zou verspreiden, maar het is veel groter geworden dan we hoopten. Ik krijg nu ook veel berichten van jonge meisjes die in de kast zitten en om advies vragen. Dus misschien ben ik inderdaad een beetje een rolmodel geworden. Ik had een serie als dit niet toen ik veertien was, en toen waren er ook geen jonge mensen waarvan ik dacht: “Oh, die zijn gay en dat is gewoon normaal.” Ik denk dat ik dan wel eerder en makkelijker had geaccepteerd dat ik dat ook was. Dat hoop ik nu dan maar te doen voor andere mensen.

Coming Out

Pas toen ik echt verkering kreeg, heb ik tegen mijn ouders gezegd: “Ja, ik heb leuk nieuws. Ik ben verliefd op een meisje, en zij ook op mij.” Toen heb ik er wel bij gezegd dat ik niet wist of ik lesbisch was, want dat wist ik ook echt niet zeker. Ik was verliefd op een meisje en toevallig daarvoor ook al, maar ik dacht dat ik misschien nog wel weer verliefd zou worden op een jongen. Ik heb nooit echt zo zwart-wit gezegd van, vanaf nu ben ik uit de kast als lesbienne.

In de tijd dat ik voor het eerst bezig was met mijn seksuele voorkeur, speelde ik intensief bij Het Jeugdtheaterhuis, een jeugdtheatergezelschap. Dat heeft voor mij een groot verschil gemaakt. Eén van mijn allerbeste vrienden daar werd verliefd op een jongen tegelijk dat ik verliefd werd op een meisje. We gingen dus een soort van hand in hand al die stapjes door en konden er veel over praten. Ik had iemand die precies op dezelfde golflengte dit aan het ontdekken was, daar ben ik heel dankbaar voor. Het is natuurlijk eigenlijk traumatisch om je tijdens die hele kwetsbare tijd van je tiende tot je twintigste te voelen alsof je anders bent. Het heeft bij mij denk ik een beetje verzachtend gewerkt dat ik iemand had die tegelijkertijd hetzelfde meemaakte als ik.

“Ik leidde op de middelbare school eigenlijk een dubbelleven”

Ik heb tot op de toneelschool nog wel geprobeerd om jongens leuk te vinden, terwijl ik eigenlijk toch wel heel duidelijk verliefd was op een meisje. Toch dacht ik nog: op papier is dit een hele leuke jongen, misschien kan ik daar wel mee daten. Het is natuurlijk wel makkelijker als je op jongens valt, het is minder gedoe, maar nu zou ik toch niet willen ruilen. Nu vind ik het juist leuk om anders te zijn.

Ik leidde op de middelbare school eigenlijk een soort dubbelleven. Ik had in het weekend Het Jeugdtheaterhuis waar ik openlijk mezelf kon zijn, maar op de middelbare school wist niemand dat ik met een meisje ging. In mijn herinnering had ik er geen probleem mee, maar achteraf vind ik het wel heel raar dat niemand op mijn middelbare school dat wist. Dat zegt toch wel dat ik het onbewust heel moeilijk vond om daarover te praten.

Representatie

Ik denk wel dat er heel weinig echt goede representatie is, in films en series, maar ook in reclamecampagnes. Er bestaat een totaal geseksualiseerd beeld van twee zoenende vrouwen, in strings en ingesmeerd met olie. Een beeld dat bedoeld is om mannen op te winden. Daar heb ik bijvoorbeeld soms last van; ik voel me niet heel vaak gediscrimineerd, maar ik voel me soms niet serieus genomen als lesbienne of in mijn relatie. Als ik met mijn vriendin zoen op een feestje zijn er mannen die binnen de kortste keren om je heen staan en dan dingen zeggen als “mag ik mee doen?” of ons filmen. Dan zeg ik: “Gast we doen dit niet voor jou! Ga weg.”

Ik denk wel dat daar zeker nog stappen in te maken zijn en de enige manier om dat te doen is door meer zichtbaarheid van niet cliché beelden van homoseksualiteit. De Gay Pride vind ik bijvoorbeeld vooral heel leuk, maar bij het NOS-journaal laten ze alleen heel stereotyperende beelden zien van naakte mannen met leren riemen om hun gespierde torso’s. Ik vind het wel jammer dat je niet ook een beeld van homo’s ziet die er helemaal niet excentriek uitzien, of lesbiennes die niet in een tanktop en met kort haar door het leven gaan. Dat is natuurlijk allemaal ook helemaal goed, maar het palet is zoveel breder dan dat!

Nashvilleverklaring

Ik heb me op Instagram uitgesproken over de Nashvilleverklaring, omdat ik me boos en gekwetst voelde. Hier komt dan misschien dat rolmodel-verhaal een beetje om de hoek kijken; ik denk dat ik mijn boosheid misschien minder snel met de hele wereld zou hebben gedeeld als ik mij er niet bewust van was geweest dat een groot deel van mijn volgers, gay jongeren zijn. Misschien ook wel met christelijke achtergrond. Daarom hoopte ik dat ieder bericht dat de Nashvilleverklaring tegensprak, hen misschien wel een hart onder de riem kon steken.

“Het is vooral erg schadelijk voor alle jongeren die in die omgevingen opgroeien”

Er stond op zich niks in dat document wat mij echt verraste, want het is natuurlijk de SGP. Waar ik me boos om maakte, is dat iemand die in onze Tweede Kamer zit, zo’n haatdragend document ondertekent. Het is vooral erg schadelijk voor alle jongeren die in dat soort streng christelijke omgevingen opgroeien. Hoe kan je ooit jezelf accepteren en je naasten liefhebben als dit soort vreselijke gedachten je om de oren vliegen in je eigen gemeente? Wat ik wel heel tof vond, is dat zoveel andere kerken de regenboogvlag hesen. Dat geeft een heel mooi signaal af aan iedereen die zelf christelijk en gay is en misschien in de knoop zit met ‘kan ik wel mijn geloof belijden en gay zijn tegelijk?’ Er was ook ineens een podium voor mensen die zeiden: “Ja, dat kan! Je bent gewoon welkom in de kerk. God is liefde”.

Advies

Ik zou tegen mijn veertienjarige zelf willen zeggen: omarm het, zeg het gewoon, want uiteindelijk wordt het zo veel beter. Leuker vooral. Dan kan je veel eerder beginnen met openlijk onderzoeken wie je bent. Maar dat is nu makkelijk gezegd natuurlijk. Het gaat er niet altijd om hoe je omgeving er tegenover staat, maar dat het gewoon voor jezelf een grote drempel is om te accepteren dat je anders bent. Ik wist wel dat mijn ouders en vrienden het prima zouden vinden, maar toch moet je het eerst voor jezelf leren te accepteren, en dat is niet voor iedereen hetzelfde natuurlijk. Soms heb ik het gevoel alsof ik het pas vier jaar geleden écht helemaal heb geaccepteerd en dat ik ook niks meer hoef te proberen met jongens.

Ik zou wel zeggen: als je niemand in je omgeving hebt die gay is, zoek mensen op. Op het internet of op fora, op tinder. Het met iemand kunnen delen die hetzelfde meemaakte was voor mij super fijn. Verder moet je het ook gewoon op je eigen tijd doen en weten dat het wel goed komt.