Al sinds mensenheugenis werkt het onderwijs in Nederland er mee: een momentopnamesysteem, vaak met cijfers als graadmeter, dat van jonge leeftijd tot en met het afstuderen een grote rol speelt in de beoordeling van gemaakt werk of een gedane toets. De afgelopen tijd is mij steeds duidelijker geworden dat er heel wat mankeert aan dit systeem. Dat heb ik geformuleerd in een toevoeging voor in het Politiek Programma, dat op het zomercongres behandeld zal worden, en leg ik hier verder uit.

De wijziging die ik heb ingediend luidt als volgt:
Het cijfersysteem dat de meeste middelbare scholen hanteren moet opnieuw kritisch bekeken worden en waar mogelijk aangepast. Cijfers zijn namelijk een momentopname die de leerling afleiden van het daadwerkelijk opnemen van de lesstof; de focus komt hierdoor verkeerd te liggen.

Van kinds af aan worden wij geconfronteerd met het fenomeen ‘beoordeling’. Werk moet “voldoende” zijn, anders heeft dat consequenties ‘voor later’ – ook al vraagt er later nooit iemand naar je eindlijst, op school is de beoordeling heilig. Het komt vaak voor dat jonge kinderen onder druk gezet worden, door zowel de school als door ouders, om goede cijfers te behalen. Dat lijkt misschien logisch, maar heeft grote gevolgen. Kinderen die overmatig opgaan in hun schoolwerk en last hebben van prestatiedruk hebben minder contact met vriendjes en vriendinnetjes en komen minder buiten. En, nog erger, als gevolg hiervan komen burn–outs en depressies steeds vaker voor onder jongeren, en zelfs onder kinderen op de basisschool komt het voor.

Als gevolg van prestatiedruk komen burn-outs en depressies steeds vaker voor onder jongeren

Is dit te linken aan beoordelingssystemen? Waarschijnlijk wel. Van meet af aan worden we onder druk gezet om goede beoordelingen te halen. Op het moment dat dat niet lukt, dreigt er een consequentie. Dat zet kinderen en jongeren onder druk en daar kunnen ze aan onderdoor gaan.

Maar behalve dat, heeft het beoordelingssysteem nog een groot nadeel: de focus is compleet verschoven. Waar de prioriteiten van scholen altijd zouden moeten liggen op het leerproces van het kind en of diegene de informatie opneemt, verwerkt en onthoudt, gaat het nu te vaak over ‘het cijfer’. Op deze manier leren jongeren niet meer om de stof goed te kunnen begrijpen, maar om een goede beoordeling te kunnen behalen. De informatie wordt op zo’n manier geleerd en verwerkt dat het binnen afzienbare tijd alweer uit de hersenpan verdwenen is. En omdat toetsen een momentopname zijn van kennis van een bepaald moment en tijd, zegt het niet al te veel over je algemene kennis over een bepaald onderwerp.
Dan kun je nog wel een 8 hebben, maar echte kennis van de stof heb je uiteindelijk niet altijd.

Het lastige van dit probleem is dat er geen goede alternatieven zijn. Er zijn scholen die werken met ‘voldoende’, ‘ruim voldoende’ en ‘goed’ in plaats van cijfers, maar die leveren uiteindelijk hetzelfde probleem op. Dit is namelijk nog steeds het soort beoordelingssysteem wat zo problematisch is. Hier ligt een grote, maar mooie uitdaging voor het Ministerie van Onderwijs , maar ook voor leerlingen, docenten en ouders zelf die hier ideeën over hebben.

Als DWARS kunnen we hier ook uitgebreid over nadenken, wat mij betreft. Als je een idee, ervaring of mening hierover hebt; post het gerust onder dit bericht op Facebook en Twitter. Voor verdere discussie hebben we de fantastische onderwijscommissie die hier ongetwijfeld ook wat van vindt, en zal mijn wijzigingsvoorstel op het zomercongres ongetwijfeld ook tot discussie leiden.

Naar mijn idee gaat het op school niet om de beoordeling die we halen, maar om de kennis die we opnemen. Met het huidige systeem ligt die focus vaak compleet verkeerd, en gaat het verwerven van kennis onderdoor aan het rendementsdenken.