Verkiezingsslogans. De afgelopen weken werden we om onze oren geslagen met pareltjes als “Normaal. Doen.” en “Pak de Macht”. Zowel succesvolle als minder succesvolle slogans passeerden de revue: we kennen allemaal de vijftig varianten op de VVD poster, maar wat was eigenlijk de boodschap van het CDA? OverDWARS duikt in de geschiedenis van de slogans die partijen gebruikten tijdens de tweede Kamerverkiezingen en presenteert: de top zes slechtste verkiezingsleuzen ooit.

1: Iedereen (CDA, 2012)

Deze slogan is een voorbeeld van hoe je “kort maar krachtig” beter niét kan doen. We kunnen wel stellen dat het CDA in 2012 een dieptepunt bereikt had. Na een desastreuze regeerperiode met de PVV als gedoogpartij en de val van het Kabinet-Rutte I viel de partij volledig uit de gratie. Blijkbaar was het campagneteam de wanhoop zó nabij dat zelfs het bedenken van een verkiezingsslogan er niet meer af kon: ze kwamen niet verder dan “iedereen”. Iedereen wat? Iedereen stemt? Iedereen hoort erbij? Iedereen is het CDA zat? We zullen het nooit weten.

2: Vijftig pluspunten (50PLUS, 2012)

Ook nummer twee komt uit 2012, duidelijk een topjaar voor de politiek. Ik weet niet wie er aan de knoppen zat bij 50Plus, maar de slogan lijkt een knipoog naar Henk Krols voorkeur voor komiek. Wat de partij met deze slogan duidelijk probeert te maken, behalve een slecht gevoel voor humor, blijft echter een raadsel. Maar goed, vijftig pluspunten is altijd leuk, toch?

3: Tot uw dienst (SGP, 2002/2003)

At Your Service”, de slogan van de Lijst Pim Fortuyn uit 2002 werd in 2010 verkozen tot de populairste verkiezingsslogan van de afgelopen 100 jaar. Onfortui(y)nlijk voor de SGP, wiens vernederlandste aftreksel in hetzelfde jaar toch minder lekker bleek te bekken. Het heeft meer van een slechte supermarkt commercial dan een oproep tot stemmen: Albert Heijn, tot uw dienst! Maar goed dat de partij er toch niet op uit was om nieuwe stemmers te werven.

4: Ga stemmen, desnoods op ons (Partij voor de Toekomst, 2003)

Het doel van verkiezingsslogans is om mensen aan te zetten om voor een bepaalde partij te stemmen. Maar daar trok de Partij van de Toekomst van Johan Vlemmix zich in 2003 weinig van aan. Want wat voor overtuiging is er nou nog nodig om op de “minister voor feest” te stemmen?

5: Stem tegen. Stem SP. (SP, 1998) vs. Stem voor. Stem SP (SP, 2002)

In 1998 kwam de SP, de partij die zich nog altijd profileert als dé antipartij die strijdt tegen, eh, nou ja, zo’n beetje alles, met “Stem tegen. Stem SP.” Ook de tomaat die je nog altijd op verkiezingsposters tegenkomt stamt uit deze tijd. Maar in 2002 bedacht de partijleiding dat dit toch een beetje negatief overkwam: misschien was het wel handig om ook ergens vóór te zijn. Maar waarvoor dan precies? Daar was de partij zelf ook nog niet helemaal uit.

6: Kies de VVD en krijg Kok er gratis bij (VVD, 1998)

Kok? Die was toch van de PvdA? In 1998, toen kiezers naar de stembus gingen om het tweede “paars” te kiezen, bleek de VVD alle vertrouwen in zichzelf verloren. Hun ideeën spraken blijkbaar niet erg aan, en ook hadden ze nog geen lief lachende Mark Rutte om de zaak te redden. Daarom besloten ze om in plaats daarvan maar de lijsttrekker van de PvdA te charteren om stemmen te winnen. Was het een halfbakken poging om op het succes van het Kabinet Kok-I mee te liften? Of juist een poging om verwarring te zaaien over welke lijsttrekker nou bij welke partij hoorde: kiezersbedrog pur sang? Dat is toch niet normaal (punt) doen (punt)?

Overigens zijn de meeste slogans van recente datum. Het lijkt erop dat het gebruik van inhoudsloze oneliners á la supermarktreclame om kiezers te paaien een vrij recent gebruik is. Was er dan toch een tijd dat de politiek nog om inhoud draaide?

Foto: Michiel2005