Sinds het begin van de “vluchtelingencrisis” vorig jaar is Europa in rep en roer. Het immigratiebeleid stond altijd al hoog op de agenda, maar nu is het één van de belangrijkste politieke thema’s geworden. Het succesvol reguleren van immigratie vereist verregaande Europese coöperatie. Europese maatregelen zijn vooral gericht op het zo ver mogelijk beperken van immigratie; immigratie wordt gezien als onwenselijk, schadelijk zelfs. Maar heeft het huidige anti-immigratiebeleid wel het gewenste effect?

De negatieve gevolgen van EU-maatregelen op het gebied van migratie zijn inmiddels duidelijk. Zo zijn er sinds 2014 al meer dan 10,000 migranten verdronken op de Middellandse zee. Honderdduizenden maakten deze oversteek omdat legale routes voor hen zijn afgesloten, ondanks het feit dat de meesten van hen volgens internationale conventies recht hebben op asiel in de EU. Ook benadeelt de Dublinverordening de grenslanden, wat onder anderen leidde tot een humanitaire crisis op de Griekse eilanden. Daarbij is het onduidelijk wat de voordelen zijn van Frontex, het agentschap dat de externe grenzen van de EU controleert, ondanks het feit dat het al bijna een miljard euro heeft opgeslokt.

Toch lijkt het draagvlak voor het versoepelen van het Europese migratiebeleid lijkt alleen maar verder af te brokkelen. De geluiden binnen Europa om migranten te weren worden alleen maar sterker, gepaard met de opmars van extreem rechtse anti-migratie partijen. Maar zijn de argumenten die deze partijen gebruiken, en de argumenten tegen immigratie in het algemeen wel zo sterk als ze lijken?

Het anti-immigratie beleid wordt gevoed door angst. Deze angst kan worden teruggebracht tot 4 redenen om migratie aan banden te leggen.

1. Immigranten zijn slecht voor de economie. Ze stelen onze banen, ze drukken de lonen en bedreigen onze sociale zekerheid.
Er is nauwelijks bewijs dat immigratie structureel zorgt voor werkloosheid of lagere lonen; immigratie heeft juist vaak een positief gevolg voor de welvaart van een samenleving. Migranten nemen namelijk niet alleen banen, ze creëren juist ook banen en welvaart. Hetzelfde geldt ook voor de sociale zekerheid. Hoewel het klopt dat bepaalde groepen migranten disproportioneel afhankelijk zijn van uitkeringen, blijkt dat gemiddeld genomen, over hun hele leven immigranten en hun nakomelingen juist een positief effect hebben op het overheidsbudget.

Dit soort gemiddelden betekenen natuurlijk niet dat immigratie plaatselijk en tijdelijk negatieve gevolgen kan hebben op de werkgelegenheid en de lonen. Maar ook de vrije handel benadeelt bepaalde bevolkingsgroepen. Het terugdringen van de immigratie is niet het antwoord. Het effect van immigratie op de arbeidsmarkt hangt vooral af van de rigiditeit en segmentatie van de arbeidsmarkt. Overheidsbeleid zou zich dus juist moeten richten op het hervormen van de arbeidsmarkt, en het verstrekken van gerichte sociale zekerheid.

2. Immigranten bedreigen onze samenleving.
Vooral in het licht van de recente terreuraanvallen in Parijs, Brussel en Nice, en de gebeurtenissen rond de jaarwisseling in Duitsland heeft dit argument veel aandacht gekregen. Het is natuurlijk mogelijk dat terroristen Europa binnenkomen als vluchteling of migrant, maar het beperken van migratie als geheel is geen effectief middel tegen terreur. Bovendien zijn de belangrijkste spelers in de recente terreuraanvallen tweede generatie migranten. Ze zijn dus het gevolg van gefaalde integratie, niet immigratie. Hetzelfde geldt voor criminaliteit. Hoewel migranten vaak oververtegenwoordigd zijn onder criminelen, verdwijnt dit gegeven als men rekening houdt met sociale status en andere demografische factoren.

Om terreur en criminaliteit te bestrijden zou het beleid zich dus moeten richten op het bevorderen van integratie, niet op het beperken van immigratie als geheel. Het huidige anti-immigratiebeleid voedt juist racisme en xenofobie, wat de integratie van immigranten ondermijnt.

3. De EU wordt overspoeld.
De EU zou de demografische druk van het groeiende aantal migranten niet aankunnen. Vooral in Nederland, één van de meest dichtstbevolkte landen in de EU, is het idee dat een grote stroom migranten scholen, ziekenhuizen, en de huizenmarkt overbelast sterk aanwezig.

Het is inmiddels echter duidelijk dat de EU niet in staat is om migranten te weren. Het waterbedeffect blijkt telkens te gelden: waar een route wordt afgesloten opent een andere, vaak nog gevaarlijkere route zich. Zolang conflicten in landen als Syrië, Afghanistan en Eritrea voortwoeden is het onwaarschijnlijk dat het aantal vluchtelingen zal afnemen. Daarbij komt nog de voortschrijdende economische ongelijkheid in de wereld, en het toenemende aantal klimaatvluchtelingen. Een anti-immigratie beleid is dus geen duurzame oplossing voor de groeiende demografische druk.

Daarbij heeft Europa ook een bepaald niveau van migratie nodig om de vergrijzing tegen te gaan. En dat niveau is eigenlijk best hoog: om Europa’s huidige populatie te behouden zijn er ongeveer één miljoen migranten per jaar nodig. En om de ratio van werkers tot gepensioneerden te behouden zijn dit er 13.4 miljoen: 12 keer zoveel als de huidige toestroom.

4. Immigranten vormen een bedreiging voor onze identiteit en cultuur. Immigratie is onverenigbaar met het behoud van onze normen en waarden.
Dit is misschien wel het succesvolste argument tegen immigratie, en ook het lastigst te weerleggen. Het stamt voort uit een gevoel van identiteitsverlies. Het aan banden leggen van immigratie zal de huidige problemen zeker niet verhelpen, maar kan wel een oplossing zijn (of lijken) voor verdere problemen. Voor dit argument geldt echter ook dat het gevoed wordt door een gebrek aan integratie, wat gevoed wordt door het anti-immigratiebeleid.

Neem afstand van het anti-immigratiebeleid
Het lijkt dus duidelijk dat het Europese anti-immigratiebeleid dat immigratie als onwenselijk en schadelijk bestempelt en het aan banden wil leggen of zo mogelijk stopzetten niet realistisch is. Bovendien biedt het geen antwoord op veel van de bezwaren die veelal tegen immigratie worden gegeven. Daarom is het noodzakelijk dat de Europese politici afstand nemen van de anti-immigratie retoriek, en in plaats daarvan zich richten op het oplossen van de uitdagingen die immigratie met zich meebrengt. En ja, in bepaalde gevallen betekent dit misschien een versoepeling, in plaats van een beperking van het immigratiebeleid.