De wereld lijkt alsmaar meer tot verdeeldheid over te gaan. Iets wat me al verwonderde sinds ik een erg jong meisje was. Ik vroeg me altijd af waarom mensen niet zagen dat we allemaal gelijk zijn.

Overal om me heen zag ik mensen die oorlog voerden, mensen die ruzie aan het maken waren, mensen die zichzelf beter vonden doordat ze een duurdere auto hadden, een groter huis of een ‘betere’ opleiding. De één heeft misschien net wat makkelijker bepaalde leerstof onder de knie waardoor hij goed op zijn plek is op kantoor, maar kan bijvoorbeeld totaal niet omgaan met de stress die werken in een winkel soms met zich meebrengt. Het ene is dan niet ook beter dan het andere. Maar hoe kijken anderen hiernaar? Dat is de aanleiding van dit artikel. Ik deed onderzoek door aan wat mensen wat vragen te stellen over wat zij van hun werk vonden en hoe hier tegen aan werd gekeken door anderen in de maatschappij.

Eigen ervaringen

Ikzelf merkte namelijk, alleen al door mijn eigen opleiding als vwo-leerlinge, hoe erg mensen vaak optrekken met mensen die lijken op zichzelf. Veel van mijn klasgenoten tijdens het vwo kenden niemand daarbuiten. Dit verwonderde me en was iets wat ik niet herkende bij mezelf. Aan de ene kant begreep ik het wel en hoeft dit dan ook niet erg te zijn. Het is namelijk natuurlijk van belang dat we mensen vinden bij wie we ons prettig voelen en onszelf. Maar het is ook van belang dat we misschien juist wel eens kijken naar mensen die in beginsel totaal van ons lijken te verschillen. Misschien komen we er dan na een tijdje zelfs wel achter dat ‘opposites do attract’ .

Overal in ons land wonen mensen. Maar nog te vaak in deze maatschappij en op het nieuws, hoor je alleen over wat ons verschilt, in plaats van wat ons kan verbinden. Juist als we meer zouden focussen op wat ons zou kunnen verbinden, zouden we veel sterker kunnen zijn als land. Denk aan al het nieuws tegenwoordig omtrent het asielbeleid: het is niet streng genoeg, we moeten mensen wegsturen, enzovoorts… niet beseffende dat we veel mensen tekort komen op de arbeidsmarkt en juist mensen nodig hebben, willen wij op onze oude dag ook nog kunnen genieten van een welverdiend pensioen. Bovendien willen we een inclusief land zijn. Een land waarin iedereen zich gehoord en thuis voelt. Daar horen eigenlijk geen ideeën bij waarin we mensen maar wegsturen.

En zo zijn er tal van voorbeelden: mbo’ers tegenover studenten op universiteiten, postbezorgers tegenover advocaten, mensen met een migratieachtergrond tegenover ‘autochtone’ Nederlanders. Waarom zit het zo in ons dat we beter willen zijn dan de ander? Waarom benadrukken we alles wat ons niet verbind en kijken we niet naar alles wat ons wel verbind?

Interviews

Ik heb enkele mensen geïnterviewd over wat ze van hun werk vinden en hoe zijzelf denken dat er tegen hun werk wordt aangekeken. De eerste persoon die ik interviewde was een derdejaars studente verpleegkunde. De namen zijn vervangen voor initialen om zo hun anonimiteit te bewaren. De echte namen zijn bij de redactie bekend.

Zij (I) studeert voltijd en werkt hiernaast al in de verpleegkunde als onderdeel van haar opleiding. Ze gaf aan in ons gesprek dat ze haar werk leuk vond en dat ze zich er bewust van was dat mensen het werk ook belangrijk vonden en het fijn vonden wat ze deed voor de mensen die ze verzorgde. “Ik vind mijn studie erg leuk en het is leuk om te zien hoe mensen het fijn vinden wat ik voor ze doe.” Maar daar stond ook tegenover dat ze aangaf dat mensen soms ook wel agressief konden zijn: zowel de mensen die ze moest verplegen als mensen buiten de opleiding en het werk om. “Soms kunnen mensen je wel te lijf gaan of erg boos worden.” Mensen behandelden haar niet altijd met respect. En het feit dat er wordt bezuinigd op de zorg vond ze jammer, omdat het naar haar mening juist belangrijk is om hier aandacht aan te geven. De zorg is zo belangrijk. Niet alleen voor de mensen die het nodig hebben, maar ook voor de nabestaanden… de maatschappij in zijn geheel. Ze was zich dan ook bewust van de verschillen in de maatschappij, maar ze kon niet benoemen hoe wij dit als land zouden kunnen oplossen.

De tweede persoon die ik interviewde is een jurist. Hij (P) gaf aan dat mensen erg opkijken tegen de opleiding die hij heeft gevolgd en tegen het werk wat hij doet. “Ik hou erg van mijn werk en ik weet dat mensen er tegenop kijken in de maatschappij. Ik ben dan ook echt trots op mijn werk en op de opleiding die ik heb afgerond.” Hijzelf was hier erg bewust van, en hij was bewust van het feit dat in de maatschappij status nog steeds een grote rol speelt. Ook al heeft hij te maken gehad met vervelende opmerkingen of juist mensen die hem de wereld in prezen, hij vindt dat het niet belangrijk is wat je doet, maar dat het belangrijk is wie je bent: jij als persoon. Zo zijn er mensen geweest die hem hielenlikker en op geldbelust noemden. Hij zag als oplossing voor ons als maatschappij om elkaar te waarderen en vooral elkaar respectvol behandelen. Maar ja… hoe doe je dat dan?

Jij blijft altijd jij

Ikzelf heb gewerkt in een supermarkt waar ik te maken kreeg met klanten die heel respectloos vroegen waar ze de spullen konden vinden die ze zochten. Ik heb gewerkt als au pair, waar ik meer dan veertig uur moest werken en zag dat men me echt behandelde als het sloofje. Als het oudste kind een onvoldoende had behaald voor een toets, dan was dat mijn fout! Ik had niet goed genoeg hun kind geholpen…

Daar stond dan weer tegenover hoe men me behandelde op de basisschool en de middelbare school. Ik was een snelle leerling die op de basisschool een paar jaar vooruit liep en die altijd redelijk makkelijk heeft kunnen leren. Ik werd vaak bestempeld als slim, iets wat me eigenlijk ook een soort angst gaf om te falen.

Het verschil was enorm. Van iemand die men zag als intelligent en die goede cijfers haalde naar iemand die men zag als minderwaardig, omdat ik ‘maar’ in de supermarkt werkte of voor de kinderen zorgde. Niet wetende hoe belangrijk het is om er te zijn voor de kinderen. Niet beseffende hoe blij we moeten zijn dat er elke dag mensen werken in de winkels. Hardwerkende mensen… net zo hardwerkend als de mensen op kantoor. Ik stond versteld van de verschillen, want ik was nog dezelfde persoon toch? Of niet?

Conclusie

Ik heb dus te maken gehad met twee kanten van de medaille. Beiden niet goed. Daarom ben ik dan ook van mening dat iedereen wellicht een jaartje zou moeten werken in de retail. Niet alleen leer je ontzettend veel en over hoe hard mensen moeten werken daar, je leert ook over de rollen in de maatschappij en je leert over hoe je moet omgaan met hoe mensen je verschillend behandelen.

Willen we naar een samenleving waarin we samen leven? Kijk de volgende keer dan eens niet kritisch naar iemand of raar als iemand iets zegt wat niet in jouw beeld lijkt te passen, maar ga op onderzoek uit en stel vragen. Wellicht heb je meer gemeen met mensen dan je soms denkt. En we kunnen daarnaast ook zoveel van elkaar leren! En zo niet… wees dan trots op alles wat jou bijzonder maakt en probeer dan tenminste niet mee te doen aan het indelen van rollen.