Verloren in het vuur: Leren van ‘Aleppo’

Het contrast kon haast niet groter. Op het moment dat de wereld zich opmaakte voor kerstmis, voor velen een viering van geluk en liefde, een tijd van vrede, van cadeautjes en familiebijeenkomsten, stuurden burgers uit Aleppo hun – mogelijk laatste – berichten de wereld in, waarin ze de treurnis en wanhoop beschreven waarin ze iedere dag verkeerden terwijl hun stad – of de overgebleven ruïnes ervan – dag en nacht werd gebombardeerd. The Syria Campaign – een groep gelieerd aan de Witte Helmen (een groep burgerverdedigers in Aleppo die internationale bekendheid bereikte met een nomatie voor de VN vredesprijs) – liet de mailbox van geïnteresseerden volstromen met dagelijkse mails, de een nog onmoedigender dan de ander: “We moeten kiezen wie we terugvinden [onder het puin] en wie niet”, “Doe toch alstublieft iets om deze hel te beëindigen”, “De wereld werd in een klap doodstil”.

“’Dit nooit weer’ gebeurt nu in Aleppo”.

Inmiddels hebben de troepen die Bashar al Assad steunen de volledige stad in handen die eens het hart vormde van de anti-Assad -beweging. Men vlucht, te voet, in de weinige overgebleven werkende voertuigen, of in de evacuatiebussen (of zoals sommigen ze omschrijven: deportatiebussen) richting andere delen van Syrië die nog altijd gebombardeerd worden. Sommigen blijven, het vluchten opgevend, wachtend op een onzekere toekomst. De oorlog is Syrië is helaas nog lang niet voorbij.

Bijna zes jaar geleden was alles anders, toen de Tunesische burgeropstanden miljoenen (!) mensen in de Arabische wereld inpireerden de straat op te gaan in protest tegen armoede, economische krimp, werkeloosheid, mensenrechtenovertredingen en politieke corruptie. Hun eisen van verandering, waardigheid en een zinvol leven begonnen de machtsbasis aan te vreten van langzittende autocratische regimes.

Maar verandering komt nooit gemakkelijk, en dictators geven hun macht niet zomaar op. Toen de Arabische Lente uit de hand liep en vreedzame protesten werden neergeslagen met meedogenloos politiegeweld, verwerden de revoluties tot burgeroorlogen. En nergens heeft dat rampzaliger uitgepakt dan in Syrië. De VN, officieel begin 2014 al gestopt met het dodental (op dat moment 250.000) bijhouden, voelde zich afgelopen lente alsnog geroepen dat aantal te verhogen naar 400.000 – en de meeste NGO’s schatten dat nog hoger. Dit absurde aantal kwam dus zelfs nog vóór de huidige staat waarin de oorlog verkeert, waarbij ook het regime, Rusland, Iran, Hezbollah, IS, Turkse rebellen en andere rebellencoalities actief betrokken zijn geraakt.

Nu de brandhaarden in de voormalige grootste stad van Syrië langzaam uitdoven, is het tijd te overwegen wat we kunnen leren van ‘Aleppo’.

Verandering kost meer dan je lief is
Zoals gezegd: verandering kost je meer dan je lief is. Revoluties verlopen nimmer pijnloos. Of zonder bloedvergieten. Regimeswisselingen vinden nooit plaats zonder dat het zittende regime alles probeert om de macht te behouden. Nooit. In het westen, waar we de problemen van de wereld het liefst vanuit onze veilige leunstoel bestuderen, vergeten we vaak dat ook wij tientallen oorlogen en revoluties hebben doorgemaakt voor we onze basale rechten verkregen – zoals democratische overheid, mensenrechten en vrijheid. We kijken te rooskleurig naar verandering, gerustgesteld door de democratisering van Oost-Europa, en voor het gemak vergeten we de decennia van bloedvergieten en ‘mislukte’ revoluties die voorafgingen aan deze overgangen.

“We kijken te rooskleurig naar verandering”

Daarom moeten we klaarstaan wanneer protesten op geweld uitdraaien en opstandelingen tot rebellen worden, klaar om hen bij te staan. ‘Ondersteuning van democratie en mensenrechten’ dient meer te betekenen dan een holle frase waar het westen op proost bij diplomatieke lunches. Het moet een tastbaar resultaat leveren wanneer burgers bereid zijn hun leven te riskeren om op straat te vechten voor die rechten.

Niets doen is ook iets doen
Jammer genoeg bleken we niet klaar, bereid of in staat om onze woorden om te zetten in daden. De reactie van de EU en de VS op de revoluties in het Midden-Oosten kwamen te traag op gang. Terwijl tanks de straten van Caïro overnamen, overwoog Obama nog of hij Mubarak kon laten vallen. En nu dat al-Sisi aan de macht is, steunt het westen het Egyptische leger nog altijd fervent, gestaafd door de suggestie van ‘stabiliteit’.

Zelfs wanneer we (stille) steun voor autocratische dictators aanpakken, wanneer we grass-roots bewegingen en burgernetwerken ondersteunen, wanneer we pleiten voor vredige transities en respect voor de internationale verdragen, wanneer we wapenhandel en militaire uitgaven aan banden leggen, weten we dat het onvoldoende zal zijn. Er zal een tijd komen wanneer woorden niet meer voldoen en de geweren het voor het zeggen hebben. En dan kunnen we treuren over het diplomatieke falen, of we kunnen opstaan voor onze principes en ingrijpen.

De discussie over (militaire) interventie ligt – terecht – buitengewoon ingewikkeld binnen de groene partijen. Militair handelen is misschien wel de moeilijkste beslissing die een politicus kan overwegen. Maar wat mij betreft is het geen beslissing die we a priori moeten afschrijven. Er zijn momenten waarop niets doen meer kost dan de beperkte opties aangrijpen, zelfs als die opties je niet aanspreken – en dan is het belangrijk dat je ze aangrijpt. Interventies zijn moeilijk, duur en veroorzaken een hoop menselijk leed. Maar, al verliep ook die interventie zoals altijd verre van perfect, niemand zal ontkennen dat Libië er op dit moment beter aan toe is dan Syrië. We hebben het momentum van de Arabische Lente laten wegsterven. De hoop op lente werd omgezet in de treurnis van de winter, terwijl wij toekeken.

“De hoop op lente werd de treurnis van winter”

Het nietsdoen van de EU en de VS gedurende het beschieten, martelen, uithongeren en bombarderen van het eigen volk door de Syrische regering, gedurende de toepassing van internationaal uitgebannen chemische wapens, is een krachtigere boodschap geweest dan welke actie dan ook had kunnen zijn: gaat uw gang. We zullen toekijken, we zullen klagen, we zullen rouwen, maar we zullen u niet tegenhouden.

En dus moeten wij als groenen debatteren: wat zijn wij bereid te doen wanneer actie vereist is en de mogelijkheden beperkt?

Mensenrechten en internationale verdragen in het geding
In 2015 werden foto’s van ‘Caesar’ – een voormalig militair fotograaf van Assad’s detentiecentra – gepresenteerd op locaties als het VN hoofdkwartier, het Europees Parlement, het Congres van de VS, het Parlement in het VK, en het Holocaust Museum in Washington. Veroordelende platen, die op afgrijselijke wijze dood en marteling vertoonden. Het stille doch pijnlijk expliciete bewijs voor de misdaden tegen de mensheid in Syrië. Tentoonstellingen die de medewerkers moesten herinneren ‘niet weg te kijken’.

Toch is wegkijken precies wat de wereld deed. Onder het doorrazen van de oorlog mislukten pogingen tot diplomatieke oplossingen keer op keer, en was de wereld niet bereid te handelen.

En zo liet de Arabische Lente ons achter met een vreemde mengeling van realisaties. Het toonde enerzijds dat democratie en mensenrechten niet louter ‘westerse waarden’ waren, maar universeel toepasbaar, en mensen in Arabische landen zijn bereid te vechten voor diezelfde waarden. Anderzijds liet het ziet hoe omstreden deze normen en waarden zijn binnen hedendaagse global politiek: ziekenhuizen en hulpvoorzieningen worden gebombardeerd, het Rode Kruis en de VN waarnemers wordt toegang ontzegd, en NGO’s worden neergezet als bevooroordeeld of zelfs crimineel.

Het is aan de EU om op te staan voor mensenrechten en internationale verdragen, zeker in deze moeilijke tijden. Binnen onze grenzen moeten we ze respecteren en hun absolute waarden hooghouden. Dat betekent ook dat we anderen – ongeacht of we het met ze eens zijn – die rechten niet kunnen ontzeggen die wij zelf zo waarderen: vrijheid van meningsuiting, vrijheid om samen te komen en te protesteren, en de rechtsstaat. Op internationaal niveau moeten we bereid zijn onvermoeibaar op te komen voor deze zaken. We moeten onze medestanders proberen te vinden, en coalities vormen die samen willen werken om dat te behouden wat we hebben bereikt gedurende de laatste eeuwen. We moeten niet naïef zijn, en beseffen dat er een reële bedreiging is van de mensenrechten die, als we het laten gebeuren, permanente schade kan aanrichten.

“EU, sta op voor mensenrechten!”

De machtsbalans verschuift
Al deze problemen hebben te maken met de verschuiving van de machtsbalans op het wereldtoneel. VS-ambassadeur Samantha Power sprak recentelijk felle woorden binnen de VN, en vroeg de Russische, Iraanse en Syrische regimes: “Kennen jullie dan echt geen schaamte?”. Haar toespraak haalde de kranten, en was tegelijk maar een van de vele uitdrukkingen van afkeer en walging over wat er stond te gebeuren. Een toonbeeld van de onmacht van de hele wereld, die toekeek terwijl de werkelijkheid zich tentoonspreidde: een fenomeen dat Power maar al te goed kent (vergelijk haar boek ‘A problem from hell’, over het gebrek aan internationaal ingrijpen bij genocides). Misschien was wel de belangrijkste vraag om de VN te stellen na de belegering van Aleppo: Bent u dan echt zo onbekwaam?

In een impasse van internationaal gesteggel kon de VN Veiligheidsraad weinig tot niets doen gedurende vijf jaren burgeroorlog en steeds verschrikkelijkere wandaden in Syrië. De internationale machtsbalans is verschoven, en daarmee worden internationale instituties en wetten uitgedaagd. De ‘Liberale orde’ onder het Amerikaanse leiderschap vormt niet langer de modus operandi van de internationale politiek. Rusland heeft Syrië gebruikt om zich te herprofileren als dominante internationale speler, en schaadde hiermee het beeld van de hegemonie van de VS. De boodschap is helder: wij laten de Amerikanen niet langer bepalen wat er gebeurt in de internationale politiek. En deze herpakking van de macht brengt een afwijzing met zich mee van alles dat ‘westers’ is: liberale democratie, mensenrechten, en het doctrine van ‘De verantwoordelijkheid tot bescherming’. Rusland wordt op de voet gevolgd door regionale machten als Saoedi-Arabië, Iran en Turkije. Autoritairanisme, nationalisme en militarisme kunnen niet ver weg zijn.

“Smeed nieuwe verbonden”

Zijn we dan verloren? Nee, niet per se. Rusland is niet de enige opkomende macht op het internationaal toneel: China, Brazilië en India eisen meer en meer invloed op. De EU moet haar kans grijpen en nieuwe allianties aangaan, oude verbonden versterken, en haar waarden en instituties herdefiniëren opdat ze niet alleen gelden voor hen die geluk hebben gehad in het rijke noorden te leven. De Liberale orde is nog niet dood verklaard, en door bredere steun te vergaren en de horizonten uit te breiden, kan het westen nog altijd een dominante rol spelen in internationale kwesties.

Uit de as…?
De menselijke tragedie in Aleppo biedt ons een bittere conclusie: het is expliciet bewijs van een verschuivende balans in de wereld en van de afnemende invloed van mensenrechten in de internationale gemeenschap. De vier ‘lessen’ die ik hier presenteer kunnen een begin vormen van een broodnodige discussie over de toekomst van groen internationaal beleid. Kijkend naar de beelden van menselijk leed, van een stad in puin, van emotioneel trauma, leed en wanhoop, dienen we ons bewust te zijn van de uitdaging die voor ons ligt. Wij groenen mogen onszelf niet toestaan weg te kijken, maar deze uitdaging aangaan en ons voorbereiden op toekomstige crises. Dat zijn we op zijn minst verschuldigd aan de mensen in Aleppo die we niet hebben kunnen helpen.


Frank de Jong

Dit artikel is geschreven door Frank de Jong

Ontvang elke maand de overdwars nieuwsbrief!

Heb jij een idee voor OverDWARS?

Laat het ons weten via over@dwars.org en wie weet wordt het werkelijkheid!

ba6u