Backpacken door Zuidoost-Azië, vrijwilligerswerk in Tanzania, op spirituele reis naar Nepal of lekker relaxed naar een resort op Sri Lanka: verre, exotische reizen raken steeds meer in trek en de toerisme-industrie is booming. Ook jongeren – waaronder ikzelf – reizen fanatiek de wereld over, op zoek naar horizonverbredende ontmoetingen en attracties die écht van die bucket list afgestreept moeten. Maar hoe meer ik van de wereld zie, hoe meer ik de keerzijde van onze drang naar zelfexploratie en hedonistische vakantiebestedingen zie. Hoe gaan we om met de negatieve gevolgen van ons toerisme voor de landen die we bezoeken? Moeten we überhaupt nog wel op reis gaan naar lage- en middeninkomenslanden?

Het oneerlijke speelveld van de toerisme-industrie
De toerisme-industrie is in de afgelopen decennia doorgedrongen tot bijna alle uithoeken van de wereld. We vinden het dan ook heel normaal om ons als Westerse toerist in landen te begeven waar de levensstandaarden significant lager liggen dan in ons eigen stukje aarde. Lekker goedkoop, denken we dan. Maar er is iets heel geks en ongemakkelijks aan hordes welvarende toeristen die naar arme landen trekken en daar hetzelfde geld neerleggen voor een lunch als een lokale arbeider in een week zou verdienen.

Hoewel toerisme ongetwijfeld voordelen kan hebben voor de bestemmingslanden, is het probleem dat het niet plaatsvindt op een eerlijk speelveld.

Oké, een beetje wrang is het wel, maar we kunnen dit misschien makkelijk tegenover onszelf verantwoorden. Want maakt toerisme niet levens beter, omdat het broodnodige inkomsten oplevert voor het bestemmingsland en haar inwoners? Er is echter een probleem met dit idee: het bestendigt het neo-imperialistische denkbeeld dat lage- en middeninkomenslanden “achtergesteld” en “onderontwikkeld” zijn, en dat wij superieure Westerlingen hen van hun armoede moeten verlossen.

Hoewel toerisme ongetwijfeld voordelen kan hebben voor de bestemmingslanden, is het probleem dat het niet plaatsvindt op een eerlijk speelveld. Op deze manier creëert toerisme nieuwe vormen van afhankelijkheid. Omdat staten vaak te zwak of gedesinteresseerd zijn om de belangen van hun onderdanen te behartigen, zijn lokale bevolkingen overgeleverd aan de genade van (veelal buitenlandse) investeerders en bedrijven. Arme landen worden zo tot een soort attractieparken voor het Westen, waarbij de levens van hun inwoners ondergeschikt raken aan de behoeften van de Westerse toerist.

Hoe meer ik me van deze dynamiek bewust ben, hoe lastiger ik het vind om reizen naar verre oorden voor mezelf te verantwoorden.

De vrijwilligersindustrie van voluntourism
Natuurlijk, het ene reisje is het andere niet. Een goed voorbeeld van hoe goede intenties door de scheve verhoudingen in de toerisme-industrie helemaal verkeerd kunnen uitpakken is voluntourism. Jongeren betalen duizenden euro’s om als vrijwilliger aan de slag te gaan in Afrika of andere delen van de wereld. Voluntourism is recentelijk onder schot komen te liggen, omdat de vrijwilligersindustrie die eromheen is gebouwd gericht is op het vermaken van de vrijwilligers in plaats van daadwerkelijk goeddoen. Het gevolg hiervan is dat het werk meestal alleen maar schade aanricht, zie de horrorverhalen over neppe weeshuizen en betekenisloze klusjes die bedacht worden om de vrijwilligers bezig te houden.

Etnotoerisme
Maar ook onschuldiger ogende vormen van toerisme hebben vaak onvoorziene consequenties voor lokale bevolkingen en ecosystemen. Een voorbeeld hiervan is etnotoerisme. Je bent misschien wel eens in de verleiding gebracht om een bezoekje te brengen aan een “authentieke” inheemse bevolking. Misschien had je zelfs wel het geluk om mee te mogen doen aan een traditionele dans! Hoewel het een manier kan zijn om een inkomen te verdienen voor bevolkingsgroepen die weinig andere opties hebben, bestendigt het ook stereotypen die hen als “achtergesteld” neerzet. Dit zit op de lange termijn hun emancipatie in de weg, en legitimeert discriminatie en uitsluiting.

Arme landen worden tot een soort attractieparken voor het Westen, waarbij de levens van hun inwoners ondergeschikt raken aan de behoeften van de Westerse toerist.

Wildlife-toerisme en de verdringing van lokale bevolkingen
Eerder schreef ik al een artikel over hoe wildlife-toerisme lokale bevolkingen aan de kant schuift onder het mom van het behouden van een “wilde, onaangetaste natuur” om toeristen tevreden te stellen. Maar ook op andere plaatsen worden lokale bevolkingen vaak uit hun leefgebieden verdrongen en uitgebuit om de toeristenindustrie tevreden te stellen. Zo werd de verwoesting die werd aangericht door de tsunami in 2004 in Sri Lanka vol enthousiasme aangegrepen door buitenlandse investeerders om de stranden, eenmaal schoongeveegd van de vissers die er voorheen woonden, her in te richten met luxe hotels om toeristen te trekken.

5 tips voor verantwoord en duurzaam reizen
Denk de volgende keer dat je een vakantie of reis boekt dus na over de impact die jouw wanderlust kan hebben op niet alleen het milieu, maar ook op kwetsbare bevolkingsgroepen in het land van bestemming. Besluit je toch op reis te gaan naar een laag- of middeninkomensland, hoe kun je er dan voor zorgen dat de negatieve impact geminimaliseerd wordt, en de opbrengsten van toerisme niet alleen naar buitenlandse bedrijven gaan? Hieronder een aantal tips.

  1. Het allerbelangrijkste: zorg dat je je vooraf informeert over je bestemmingsoord en haar specifieke toerismeproblematiek.
  2. Geef zoveel mogelijk geld uit aan lokale restaurants, winkels, hotels, transport etc. Vermijd dus de Starbucks en McDonalds, hoe verleidelijk ook.
  3. Kijk eens naar de mogelijkheden voor alternatieve vormen van toerisme, zoals community-based tourism en ecotoerisme.
  4. Wees extra alert op je milieu-impact, vooral in gebieden waar water en energie schaars zijn.
  5. Als je vrijwilligerswerk wilt doen, ga dan op zoek naar lokale, grassroots organisaties en doe geen werk waar je in Nederland ook niet gekwalificeerd zou zijn.

Dit artikel is deel van de OverDWARS Reistijd.