Komende zaterdag vindt de People’s Climate March plaats. Natuurlijk is DWARS hier ook bij aanwezig. Dat gezegd hebbende, tegenwoordig schuren actievoeren en DWARS nog wel eens. Hoewel demonstraties nog wel breed gedragen worden, zijn de meningen verdeeld over andere actievormen zoals directe actie en burgerlijke ongehoorzaamheid. Een centrale vraag in deze discussie is “Wat bereik je eigenlijk met actie en protest?”. In dit artikel probeert Gjalt Annega een begin van een antwoord te geven.

De eerste stap naar het geven van een nuttig antwoord is inzicht te krijgen in hoe de adoptie van ideeën en overtuigingen werkt. Daarvoor maken we een uitstapje naar de technologiewereld. Voor de introductie van nieuwe ontwikkelingen en technologieën wordt daar de ‘adoption curve’ gebruikt. Deze curve laat de verschillende fases zien die doorlopen worden, beginnend met de ‘innovators’ en eindigend met de ‘laggards’. De mobiele-telefoonrevolutie in de Westerse wereld is een prachtig voorbeeld van dit proces. Het begon met enkele gebruikers in de zakenwereld (innovators), breidde zich uit naar de vermogende consument (early adopters) en al snel volgden gezinnen en jongeren om met elkaar in contact te blijven (majority). We zitten nu in de laatste sectie van de curve waar een klein deel van de bevolking geen mobiele telefoon heeft, wat nu als een curiositeit wordt gezien.

Deze curve kan ook gebruikt worden voor het weergeven van de druk om iets aan klimaatverandering te doen. De ‘innovators’ fase hebben we daarin al gehad, waarin wetenschappers aan de bel trokken dat er iets moest gebeuren en de eerste activisten zich roerden. Momenteel zitten we waarschijnlijk ergens op de grens tussen early adopters en early majority: er is een significant deel van de bevolking dat klimaatbeleid een speerpunt maakt in hun stem- en consumentengedrag, al is het nog verre van een meerderheid. Om de gevolgen van klimaatverandering beperkt te houden is het zaak om als een achtbaankarretje door de rest van deze curve heen te vliegen.

“Ga naar buiten en dwing me iets te doen”

Hoe helpen acties en protesten hierin? Beide vormen van uiting hebben als doel het doorlopen van de ‘adoption curve’ te versnellen. In de eerste fases van de curve is het moeilijk om aandacht te genereren voor een onderwerp en grote massa’s op de been te brengen, dus zijn aandachttrekkende acties van belang. Afhankelijk van het onderwerp kan dit variëren van goed uitgevoerde creatieve/visuele acties tot blokkade-acties.. Zodra de zorgen over een onderwerp breder gedeeld worden (Early Adopters) kunnen hier massalere protesten aan toegevoegd worden. Dit is dus de fase waar we nu in zitten. Na het bereiken van de top (50% van de bevolking wil stevig klimaatbeleid) gaan in de tweede helft van de curve sociale druk en groepsdynamiek hun rol spelen om de rest van de bevolking mee te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan de weerstand die zou ontstaan als je nu in een restaurant zou roken, terwijl dit 10 jaar geleden nog geaccepteerd was.

Hoe dragen protesten en acties bij aan het versnellen van de curve? Er zijn hier vier hoofdcomponenten te identificeren: gespreksinitiators creëren, solidariteitsgevoel, verbindingen creëren en druk uitoefenen. Laten we kijken wat deze componenten inhouden.

Vier stappen om de curve te versnellen
Wat betreft de component gespreksinitiators: de aandacht die actie en protest genereert kan een behoorlijk effect hebben op de gesprekken in de samenleving. Als bij de koffieautomaat het nieuws besproken wordt, kan die aandacht zorgen voor een dieper gesprek over het betreffende onderwerp. Over het algemeen geldt dat hoe meer er over iets gesproken wordt, hoe meer aandacht het krijgt van politiek en leidinggevenden.

De tweede component, solidariteitsgevoel, ontstaat wanneer mensen het gevoel krijgen dat hun opvattingen en zorgen breder gedeeld worden. Het aanwezig zijn bij een protest of medestanders vinden bij de koffieautomaat kan vaak een bevestiging zijn geen roepende in de woestijn te zijn. Omdat juist het gevoel alleen te staan ontzettend verlammend werkt, kan het doorbreken van dit idee een katalysator zijn voor verdere initiatieven.

Volgend op het solidariteitsgevoel kunnen nieuwe verbindingen tussen mensen ontstaan. Iemand kan de beste ideeën en intenties hebben, maar individueel komen deze vaak niet tot wasdom. Een enkele persoon heeft simpelweg niet de tijd, kennis of middelen om alles te kunnen doen. Juist door elkaar tegen te komen en te vinden in gedeelde ideeën kunnen langdurige, duurzame samenwerkingsverbanden ontstaan die ontzettend effectief dingen werkelijkheid kunnen laten worden.

Franklin D. Roosevelt

President Franklin D. Roosevelt.

De laatste component, druk uitoefenen, is vaak de enige component die brede aandacht geniet. Het is dan ook een belangrijke component, omdat elke vorm van (politiek) leiderschap bestaat bij een achterban die niet dwars ligt. Door dat wel te doen, moeten leiders en beleidsmakers de afweging maken om het te negeren en schade aan hun mandaat op te lopen of aanpassingen te maken aan het beleid. Zelfs als leiders het met het voorstel eens zijn hebben ze soms nog steeds de externe druk nodig om dit ook politiek voor elkaar te krijgen. Tekenend is een anekdote over Franklin Delano Roosevelt, de 32ste president van de Verenigde Staten. Tijdens zijn presidentschap kwamen er regelmatig progressieve groepen langs om te pleiten voor nieuwe, progressieve onderdelen van de New Deal. FDR luisterde aandachtig terwijl de wensen en ideeën van deze groepen uit de doeken werden gedaan. Het antwoord dat hij gaf na de pitch was misschien niet precies waar de pleiters op hoopten, maar bevat wel een grote waarheid: “Ga nu naar buiten en dwing me om het te doen”.

Genoeg redenen dus om je stem te laten horen wanneer dat kan. De volgende kans daarop is tijdens de People’s Climate March op 29 april in Amsterdam. Ga mee met DWARS om de onderhandelaars te dwingen goed (klimaat)beleid te voeren. Als voorbereiding kun je ook nog op 25 april naar de film Before the Flood en banners maken op de Universiteit Utrecht.