Eind vorige maand verscheen Djinn, het openhartige boek van Tofik Dibi. Hiermee verrast het voormalig Tweede Kamerlid van GroenLinks vriend en vijand. Want: hij komt uit de kast als homo. Redelijk laat, aangezien Dibi vandaag zijn 35e verjaardag viert. Lyle Muns, kersvers voorzitter van DWARS, geeft zijn reactie op Tofiks coming out.

Muns weet uit eigen ervaring maar al te goed wat een coming out is. Hij is zelf niet vies van mannen en heeft twee jaar terug geopenbaard dat hij prostitutiewerk doet. Lyle heeft respect voor Tofik: “Ik vind het heel knap dat hij na al die tijd zijn verhaal gedaan heeft.”

En het verhaal van Tofik is op zijn zachtst gezegd niet mals. Van jongs af aan voelde hij zich een paria. Doordat hij zijn seksuele geaardheid verborgen wilde houden, was hij veroordeeld tot de underground scene. In zijn boek Djinn beschrijft Tofik hoe hij online zocht naar geheime afspraakjes met andere mannen. Tijdens die afspraakjes is hij regelmatig in elkaar geslagen – simpelweg omdat die andere mannen dat fijn vonden, of omdat hij liever een gesprek wilde dan seks.

Leven als hetero
Lyle vindt het vreselijk om Tofiks verhaal te horen. “Het is heel erg dat veel Nederlanders het anno 2015 toch nog heel moeilijk vinden om hun seksualiteit een plekje geven. Ik zie dat om me heen in alle hoeken en lagen van de samenleving.” Hij weet zelf ook: “Als homo groei je op met de dominantie van heteronormativiteit: iedereen verwacht dat je hetero bent. Het lijkt dan alsof de samenleving en cultuur bepalen hoe jij je seksualiteit moet invullen. En dat terwijl seksualiteit bij uitstek iets enorm persoonlijks is.”

“Seksualiteit is een spectrum – dat is niet alleen een theorie van een gekke GroenLinkser”

Daardoor kiezen homo’s er soms voor om door het leven te gaan als hetero. Tofik heeft dat ook een poos geprobeerd, zonder succes. Lyle: “Ik kom in mijn werk heel vaak homoseksuele mannen tegen die voor de buitenwereld als hetero leven.” En hij begrijpt het ook wel. “We leren vaak: je bent óf homo óf hetero. Ik zie het veel meer als een spectrum. Het is dan ook heel goed mogelijk dat jij je heel erg aangetrokken voelt tot mannen en dat je toch seks met een vrouw kunt hebben of liefde kunt voelen voor een vrouw.” Er is ook steeds meer wetenschappelijk onderzoek dat die kant op wijst, vertelt Muns. “Dit is dus niet alleen maar een theorie van een gekke GroenLinkser”.

Wel waarschuwt de opperDWARSer: “Als die aantrekkingskracht tot mannen heel erg groot is, breekt het je op termijn wel op.” Hij heeft wel eens pijnlijke situaties gezien: “Sommige homoseksuele mannen trouwen met een vrouw en krijgen kinderen en denken dat het dan wel overgaat. Vervolgens blijkt op latere leeftijd toch dat het zo niet werkt, dat ze telkens weer een leegte tegenkomen.”

Bezorgdheid
Lyle weet dat de druk waarmee de samenleving sommige homo’s tot het heterodom drijft niet per se kwade wil is, maar ook juist bezorgdheid. “Zo lezen veel ouders in kranten of zien ze op tv dat alle homo’s hiv hebben en losbandig leven. Het gevolg: ze zijn bang dat hun kind als homo een leven vol ellende inglijdt en aan de duistere kant van de samenleving terechtkomt.”

Neem Tofik als voorbeeld: “Als hij zichzelf had kunnen zijn in zijn omgeving, was hij nooit in die duistere kant van seksualiteit gestapt.” De voorzitter vindt dat we deze gevallen in de toekomst moeten voorkomen. “Dat kan als we het signaal afgeven dat onze samenleving naar je luistert en je beschermt. Openlijk praten over seksualiteit zorgt ervoor dat mensen zich op hun gemak voelen, ongeacht op wie ze vallen of hoe vaak ze het met wie doen. En dan hoeft niemand de underground scene in.”

Foto van Lyle Muns.

Foto van Lyle Muns.

Toch vindt Muns dat je best mag zeggen dat je tegen homoseksualiteit bent. Hij put uit zijn ervaring met voorlichting op middelbare scholen: “Het is dan heel belangrijk dat iedereen alles kan zeggen.” Het lijkt misschien gek dat een DWARS-voorzitter het belangrijk vindt om antihomo-uitspraken te doen. Hij legt het uit: “Als je mensen vertelt hoe zij hierover moeten denken, werkt dat contraproductief. Zij voelen zich dan niet gehoord in hun angsten of bedenkingen. De kans is groot dat zij zich dan juist tegen het emancipatiedebat keren.” Lyle predikt: “We moeten daarom niet onderwijzen of homoseksualiteit goed of slecht is, we moeten objectief en feitelijk onderwijzen dat het bestaat en dat heel veel mensen op deze manier leven en gelukkig kunnen zijn.”

Voorbeeldfunctie
Muns staat dus veel opmerkingen over seksualiteit toe. Toch is hij wars van bepaalde kritiek op Tofik. Sommigen vinden dat een hij als Tweede Kamerlid een voorbeeldfunctie had en zich niet seksueel losbandig had mogen gedragen. “Dat is flauwekul”, reageert Lyle geërgerd. “Je mag best een politiek vertegenwoordigende functie hebben en nog steeds een seksueel leven hebben. Als je in de Tweede Kamer zit, zijn niet ineens al je seksuele behoeften geëlimineerd.” De DWARSer heeft een andere mening: “Kamerleden moeten vooral zichzelf zijn. Dát is het voorbeeld. En dat kan best betekenen dat je naar seksfeestjes gaat; ik zie niet wat daar op tegen kan zijn.”

“Er is niks mis met losbandige seks”

En Lyle trekt deze lijn nog verder door: “Er is niks mis met losbandige seks. Van dat idee moeten we af.” Hij ziet gelukkige mensen die monogaam leven, en ook gelukkige mensen die met Jan en alleman seks hebben. “Het is niet aan de samenleving om te zeggen: hij heeft veel seks, dus hij is niet gelukkig. Nee, je moet kijken naar hoe het individu met zijn seksualiteit omgaat en of dat hem gelukkig maakt.”

Helaas maakte Tofik dit geluk lange tijd niet mee. Inmiddels heeft hij in verschillende media verteld dat hij heel veel positieve reacties kreeg op zijn coming out. Lyle ziet hierin een belangrijke boodschap: “Vaak lijkt een coming out vooraf veel enger dan het achteraf blijkt te zijn.” Hij drukt op het hart: “Als je hiermee zit, zoek zoveel mogelijk mensen op. Je bent echt niet alleen met dit verhaal. Ga naar het COC, kijk op het internet, kom naar mij of wie dan ook toe. Praat met mensen! Want er zijn er heel veel zoals jij en jij hebt het recht om jezelf te zijn. Daar hoef je niet alleen mee te worstelen; er is een hele samenleving die je daarbij kan helpen. Wij zijn er voor je.”