Left parties in Europe: fight to thrive or survive? The example of the convergence of Green and Labour in the Netherlands.

TesseJeanine Goossens

Door Tesse & Jeanine Goossens namens Commissie Internationaal

Dit artikel is bedoeld voor publicatie in de Ecosprinter, het ledenblad van de FYEG (DWARS op Europees niveau). Het originele Engelstalige artikel kan je vinden door op de knop voor Engels te drukken.

Europa is een continent dat wordt gedomineerd door rechtse politiek, en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Maar liefst 21 van de 27 EU-landen hebben momenteel een rechtse regering. Van deze landen hebben er 8 zelfs extreemrechtse partijen in hun regering. De laatste grote overwinning voor rechts vond plaats in Nederland, waar de radicaal-rechtse PVV van Geert Wilders won. Ondertussen is de Europese linkerzijde voortdurend gekrompen in de meeste landen gedurende de afgelopen decennia. Het politieke landschap is nu meer gefragmenteerd aan beide zijden van het spectrum. Daarom bevinden veel linkse partijen zich in de behoefte om bondgenoten te vinden. Niet alleen om te regeren, maar zelfs alleen al om relevant te blijven. We zien met name samenwerkingen tussen groeiende groene partijen die zich verbinden met de gevestigde sociaaldemocraten.

Deze allianties variëren zowel in intensiteit als in breedte. Bij de verkiezingen in Frankrijk in 2022 omvatte de NUPES-alliantie 6 politieke partijen. Dit varieerde van de Communistische Partij tot de Socialistische Partij, inclusief de groene en antikapitalistische partijen. Hun presidentskandidaat bereikte echter niet de tweede ronde van het ‘first-past-the-post‘-systeem van Frankrijk, verslagen door de extreemrechtse kandidaat Marine Le Pen en zittend president Macron. De groep bemachtigde slechts een kwart van de parlementszetels. In Italië werd een ‘Groen-linkse’ alliantie gevormd tussen ‘Sinistra Italia’ en de Europese Groene partij. Later sloten ze een overeenkomst om samen te werken met de meer mainstream Democratische Partij om hun bereik te vergroten, maar dit leidde niet tot electoraal succes. De Groen-Linkse alliantie werkt nu als één groep in het parlement, maar heeft slechts een bescheiden 2,7% van de zetels.

Nederland

De meest significante groen-linkse samenwerking op Europees niveau, met misschien wel de meest veelbelovende en duurzame resultaten, is te vinden in Nederland. Al ontstaan uit de fusie van verschillende historische linkse partijen, werken GroenLinks en de Partij van de Arbeid (PvdA) sinds de provinciale verkiezingen (die ook de Senaat bepalen) in maart 2023 samen bij verkiezingen. Beide partijen leden grote nederlagen en verlies van zetels bij de twee vorige parlementsverkiezingen. Eerst de PvdA in 2017 (van 38 naar 9 zetels), daarna GroenLinks in 2021 (van 14 naar 8). Het doel van de alliantie bij de provinciale verkiezingen was om een gemeenschappelijke groep in de Senaat te vormen die de dominante VVD kon tegengaan. Ondanks dat ze de op één na grootste groep werden, liepen ze ver achter op de rechtse BBB. Later in 2023 gingen de twee partijen ook samen de parlementsverkiezingen in. Opnieuw werden ze de op één na grootste partij bij de verkiezingen, maar waren ze omringd door een zee van nog extremere rechtse partijen. Dit zal hen hoogstwaarschijnlijk opnieuw in een oppositierol duwen zodra de regering wordt gevormd.

Samensmelting van bewegingen

Historisch gezien is de arbeidsideologie waarop de PvdA haar identiteit baseert ouder en misschien een tikkeltje conservatiever dan de groene beweging. Hoewel de sociaaldemocratie in de westerse wereld sinds het einde van de 19e eeuw een prominente rol heeft gespeeld, begonnen groene bewegingen pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw wereldwijd terrein te winnen. Het was zelfs nog later voordat ze politiek belangrijk werden. Een samensmelting van deze twee bewegingen kan worden gezien als een kans om twee linkse ideologieën naar hetzelfde eindpunt te brengen, waardoor verschillende generaties van bewegingen worden verenigd.

Hoewel de samenwerking tussen PvdA en GroenLinks begon als een tactische actie om relevant te blijven te midden van de groeiende rechtse partijen, kunnen de overweldigende overeenkomsten tussen hun politieke programma’s worden beschouwd als een teken van hun succes. Deze politieke programma’s zijn niet alleen het resultaat van de kernideologieën van beide partijen, maar ook een reactie op de huidige stand van zaken in Nederland. Dit wordt zwaar bepaald door decennia van liberale dominantie door de VVD (en daarvoor het centrumrechtse CDA). Lang voor de fusie hebben GroenLinks en PvdA al talloze keren samengewerkt op onderwerpen als onderwijs, subsidies, minimumlonen of openbaar vervoer. Namelijk dat deze meer gefinancierd moeten worden, en dat dit niet verder mag vallen op de gemiddelde belastingbetaler, maar eerder op grote bedrijven en welgestelde individuen.

Economie

Neem als voorbeeld de benadering van beide partijen ten opzichte van vrijemarktkapitalisme. De socialistische ideologie is geworteld in een gewenst economisch systeem waarin de kapitalistische vrije markt wordt beperkt door ingrijpen van de overheid om inkomensherverdeling mogelijk te maken. Dit is ook zeer aanwezig in de groene denkrichting, waar het nodig is om de uitstoot van broeikasgassen door grote (bedrijfs)vervuilers te beperken. Of om zowel consumenten als bedrijven naar groenere energiebronnen te sturen door middel van subsidies en boetes. Dit is een typische situatie waarin hetzelfde politieke instrument (door de overheid geleide beperkingen en regelgeving) verschillende politieke doelen dient (milieu en inkomensherverdeling). Dit maakt het voor partijen met nog steeds afzonderlijke identiteiten gemakkelijk om samen te werken. Daarom raken de ideologieën van GroenLinks en PvdA op verschillende niveaus verweven, wat hen een sterke inhoudelijke basis geeft om een duurzame samenwerking aan te gaan. Beide partijen nemen een krachtig standpunt in ten gunste van klimaatrechtvaardigheid, waarbij ze kritisch kijken naar de rol die hun eigen land heeft gespeeld in klimaatverandering en de rol die het moet spelen in de wereldwijde uitdagingen die nog komen.

Klimaat

Dit wil niet zeggen dat er geen punten zijn waarop de twee partijen (moeilijkheden) hebben om elkaar de hand te schudden. Bijvoorbeeld, in eerdere verkiezingen zou de PvdA voorstander zijn van het bouwen van huizen om de nationale woningcrisis op te lossen, zelfs ten koste van bestaande natuurgebieden. GroenLinks zou meer behoudend zijn om te bouwen op onaangetaste natuur. GroenLinks is ook veel liberaler wat betreft recreatieve drugs, zij pleiten voor de legalisatie van XTC, terwijl de PvdA nog steeds de nadruk wil leggen op het aanpakken van drugsgerelateerde criminaliteit. Tot nu toe wegen hun overeenkomsten echter zwaarder dan hun verschillen. Dit kan hun relatieve succes ten opzichte van andere landen verklaren, zowel bij verkiezingsresultaten als in de duurzaamheid van de samenwerking.

Zo duurzaam en succesvol als de alliantie tussen GroenLinks en PvdA ook mag lijken, het heeft nog geen significante invloed gehad op het Nederlandse politieke landschap, dat nog steeds door rechts wordt gedomineerd. Dit succes kan moeilijker te reproduceren zijn in minder evenredige politieke systemen zoals Frankrijk, waar de first-past-the-post presidentsverkiezingen de winnaar disproportionele macht geven. In de meeste andere EU-landen neigt de samenwerking tussen Groenen en sociaaldemocraten naar provinciaal (Duitsland) of is het tijdelijk (Italië en Frankrijk). Het komt nog steeds over als een overlevingsstrategie in plaats van een winnende strategie. Hoewel het waarschijnlijk niet het definitieve antwoord is om Europa naar links te brengen, is het toch een stap in de goede richting. Het is essentieel voor het overleven en de geloofwaardigheid in parlementen. Waar links niet kan leiden, kunnen ze op deze manier in ieder geval een serieuze democratische tegenwicht bieden voor een steeds rechtser wordend Europa. Bovendien kunnen deze twee linkse ideologieën elkaar heel goed aanvullen en zo versterken.

Begrippen:

Het first-past-the-post systeem is een kiessysteem waarbij de kandidaat met de meeste stemmen in een kiesdistrict de verkiezing wint. Het wordt vaak gebruikt in systemen met één zetel per kiesdistrict, zoals in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.

Inkomensherverdeling verwijst naar beleidsmaatregelen die tot doel hebben om inkomensongelijkheid te verminderen door een herverdeling van inkomen van de welvarende naar de minder welvarende groepen in de samenleving. Dit kan onder meer gebeuren door middel van belastingen, subsidies en sociale voorzieningen.

Een politiek instrument is een middel dat wordt gebruikt door politieke actoren, zoals regeringen, partijen of belangengroepen, om hun doelstellingen te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld wetgeving, beleid, propaganda, diplomatie of economische sancties omvatten.

Duurzame samenwerking verwijst naar het aangaan van samenwerkingsverbanden tussen individuen, organisaties of landen met een focus op lange termijn doelen, om de samenwerking zo lang mogelijk vast te houden.

Klimaatrechtvaardigheid is het streven naar een eerlijke en rechtvaardige aanpak van klimaatverandering, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende manieren waarop verschillende groepen in de samenleving worden beïnvloed door klimaatverandering en de bijbehorende beleidsmaatregelen. Dit omvat onder meer het erkennen van de verantwoordelijkheid van ontwikkelde landen, het beschermen van kwetsbare gemeenschappen en het waarborgen van een rechtvaardige transitie naar een duurzame samenleving.

Disproportioneel verwijst naar iets dat niet in verhouding is tot iets anders, of buiten proportie. Bijvoorbeeld, een reactie kan worden beschouwd als disproportioneel als het veel zwaarder is dan gerechtvaardigd is gezien de ernst van de situatie.


TesseJeanine Goossens

Dit artikel is geschreven door Tesse & Jeanine Goossens namens Commissie Internationaal

Ontvang elke maand de overdwars nieuwsbrief!

Heb jij een idee voor OverDWARS?

Laat het ons weten via over@dwars.org en wie weet wordt het werkelijkheid!

ba6u