Vier jaar geleden liep ik samen met mijn toenmalige vriend in de ijzige koude naar het Beursplein in Amsterdam, waar de Occupybeweging haar tentjes had opgezet. Onderweg kwamen we een jongeman tegen, die ons vroeg of we niet beter een baan konden gaan zoeken. Iets nuttigs in een callcenter of zo. Hij droop af nadat ik hem vertelde dat ik op dat moment twee bacheloropleidingen deed, naast een druk studentenleven.

De vraag rijst regelmatig of er met zo’n beeld nog wel ruimte is voor de klassieke demonstratie.

Enkele alternatieven zijn de afgelopen decennia in zwang gekomen. Denk hierbij aan de eerlijke consument die in zijn eigen leventje alles ecovriendelijk zonder slavenarbeid koopt. Of de creatieveling die haar mening uit met een ludieke actie. En tot slot de organisatie die lief meepraat met industrie en politiek om stapje voor stapje een mooie wereld voor elkaar te krijgen.

Deze strategieën zijn ofwel nuttig om kleine veranderingen die jaren geleden hadden moeten worden ingevoerd nog eens onder de aandacht te brengen (afschaffen minimumjeugdloon), ofwel om geleidelijke veranderingen door te voeren (dierenrechten).

De impuls voor grote veranderingen is er pas wanneer je er niet meer omheen kan. Wanneer je stad door een massa lekker en minder lekker ruikende mensen wordt bezet, je hele tijdlijn vol staat met verontwaardiging en ook je ochtendkrantje schande spreekt van het huidige beleid. Niet iedereen zal dit leuk vinden, maar als je echt iets wilt veranderen kan je niet iedereen te vriend houden.

“De impuls voor grote veranderingen is er pas wanneer je er niet meer omheen kan”

Klimaatverandering is een immens probleem. Aan de ene kant zullen veel belangen geschaad worden om richting een duurzame wereld te bewegen. Van de tien grootste bedrijven ter wereld zijn er zeven fossiel. Veel landen verdienen zelf geld aan de verkoop van hun brandstoffen. Aan de andere kant zijn het degenen met de zachte stemmen die het hardst geraakt worden; de boeren in Afrika en het Midden-Oosten die met toenemende droogte kampen, de dorpelingen in Bangladesh die moeten vluchten voor het stijgende water.

Je kunt niet voor elk thema boos de (digitale) straat op rennen. Dan wordt aan de oprechtheid van je woede getwijfeld. Voor klimaatverandering wil je het wel. Ook wij als DWARS hebben deze strategie enkele keren gevolgd in onze klimaatacties. We hebben onze ministers, wiens acties vaak getuigen van kinderlijke kortzichtigheid, recentelijk zwembandjes overhandigd om zich drijvende te houden in een wereld die wel wil veranderen. Ook stonden we met een spandoek bij de Tour de France om gewone burgers meer bewust te maken van het probleem, en lopen we mee met de klimaatparades.

“Laat zien dat je geen rijkdom wilt stelen van je kinderen: kom van je reet af!”

Daarom roep ik jullie allen op: zorg dat je gezien wordt en dat men niet meer om je heen kan. Gebruik elk middel dat je hebt en deel je acties met de wereld. Wanneer je die fossiele ING ingeruild hebt voor de Triodosbank, schreeuw het van de daken. Eis dat jouw verzekering stopt met het investeren in bloedkoelen! Ga fossielvrij!

Met ludieke acties kun je veranderingen afdwingen waar men het stiekem eigenlijk al mee eens was. Maar via massale protesten kunnen we juist die grote stappen afdwingen. Om te zorgen dat onze generatie en toekomstige generaties in een weelderig klimaat kunnen leven, is grote verandering nodig. Laat zien dat je geen rijkdom wilt stelen van je kinderen en kom van je reet af!

P.S. Wanneer je inderdaad naar een eerlijke bank overgestapt bent, krijg je eerlijke chocolade van mij. Een beetje corruptie voor het goede doel moet kunnen toch?