Vóór de jaren 90 was het Eurovisiesongfestival vooral een West-Europese aangelegenheid. De landen die in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie lagen, waren niet aangesloten bij de European Broadcasting Union (EBU) – de organisator van het evenement – en konden daarom niet deelnemen. Maar net zoals dat de NAVO het Warschaupact als tegenhanger had, had ook het Eurovisiesongfestival een Oost-Europese rivaal: het Intervisiesongfestival. De ontwikkeling van dit festival reflecteerde de veranderende verhoudingen tussen Oost en West tijdens de Koude Oorlog en doet dit nu opnieuw.

Onlangs kondigde president Poetin aan dat Rusland in 2025 een internationale muziekcompetitie zal organiseren onder de naam Intervisie. Nu het oorspronkelijke festival nieuw leven wordt ingeblazen, is het interessant om de geschiedenis van het Intervisiesongfestival onder de loep te nemen.

Eerste reeks: Tsjechoslowakije 1965 – 1968

De eerste incarnatie van het Intervisiesongfestival vondt plaats in Tsjechoslowakije in de jaren 1965 tot 1968. De oorsprong van het festival ligt in de destalinisatiepolitiek onder Sovjetleider Nikita Chroestjov. Als gevolg van deze liberaliserende hervormingen namen de contacten tussen de EBU en de Oost-Europese Organisation Internationale de Radiodiffusion et de Télévision (OIRT) toe. Vanaf 1965 werd het Eurovisiesongfestival daardoor ook in het Oostblok uitgezonden (met als enige uitzondering in 1979, aangezien het toen in Israël plaatsvond). Omdat de Oostbloklanden echter zelf niet deel konden nemen aan het songfestival, vond in 1965 tevens de eerste editie van het Intervisiesongfestival plaats, dat qua format erg leek op Eurovisie. Het Intervisiesongfestival werd ook in West-Europa uitgezonden, hoewel Eurovisie beduidend meer succes had in het oosten dan Intervisie had in het westen.

In 1968 werd de democratisch socialist Alexander Dubček verkozen tot eerste secretaris van de Communistische Partij van Tsjecho-Slowakije. Onder de noemer “Socialisme met een menselijk gezicht” voerde hij een reeks van pro-democratische en liberaliserende hervormingen uit in een periode die bekend is gaan staan als de Praagse Lente. Als gevolg deden er in dat jaar voor het eerst ook West-Europese landen mee aan het Intervisiesongfestival, waaronder zelfs het fascistische Spanje van Franco. Hiermee was Intervisie het eerste echt pan-Europese songfestival. 1968 zou echter ook de laatste editie van het festival in Tsjechoslowakije zijn, doordat de Sovjet-Unie en haar bondgenoten hardhandig een einde maakte aan de Praagse Lente.

Tweede reeks: Polen 1977 – 1980

In 1977 werd het Intervisiesongfestival nieuw leven ingeblazen. Deze tweede incarnatie kwam voort uit het reeds bestaande Sopotfestival; in deze periode werd Intervisie dan ook in de Poolse stad Sopot gehouden. Wederom was Intervisie internationaler georiënteerd dan Eurovisie: niet alleen deden zowel Oost- als West-Europese landen mee, maar ook landen buiten Europa zoals Cuba.

Net zoals de Tsjecho-Slowaakse versie, kwam de Poolse editie van het songfestival echter ten einde als gevolg van toenemende spanningen binnen het Oostblok. In 1980 gingen de havenarbeiders van de Leninwerf in Gdansk – vlak bij Sopot – in staking. Deze staking vormde de aanleiding voor de oprichting van Solidarność, de eerste onafhankelijke vakbond in het Oostblok, die een cruciale rol zou spelen in de ondergang van het communisme in Polen. In reactie op deze toenemende oppositie tegen het autoritaire regime, werd in 1981 de staat van beleg afgekondigd, waarmee het doek viel voor het Intervisiesongfestival. Opmerkelijk genoeg beweert de oud-presentator van het festival, Jacek Bromski, in een BBC-interview in 2012 dat het geen toeval was dat staking plaatsvond vlak voordat de opnames zouden beginnen: de stakers zouden willen profiteren van de aanwezige internationale journalisten om aandacht te trekken voor hun zaak.

In 1993 hield de OIRT op met bestaan en werden de voormalige Oostbloklanden lid van de EBU. Vanaf 1994 konden zij deelnemen aan het Eurovisiesongfestival.

(Mislukte) revivals: Rusland 2008, 2014, 2025?

In 2008 organiseerde Rusland een revival-versie van het het Intervisiesongfestival. Dit was echter slechts een slecht aftreksel van het origineel: alleen landen van de voormalige Sovjet-Unie deden mee. In 2014 was er nog een revivalpoging gepland voor in Sochi, in reactie op de winst van dragqueen Conchita Wurst in Eurovisie dat jaar, maar hier is uiteindelijk niets van terechtgekomen.

Aangezien Rusland sinds de inval in Oekraïne uitgesloten is van deelname aan het Eurovisiesongfestival, wordt er vanaf het najaar van 2023 gesproken over een nieuwe revivalpoging. In februari 2025 werden deze plannen definitief, toen Poetin opdracht gaf voor het organiseren van een nieuwe editie van het Intervisiesongfestival in Moskou later dit jaar. Naar verluidt van het Kremlin zullen er zo’n twintig landen deelnemen, waaronder de BRICS-landen. Volgens Reuters zal het nieuwe muziekfestival “traditionele, spirituele, universele en familiewaarden” benadrukken. Verwacht hier dus geen dragqueens of regenboogvlaggen in beeld te zien, al mogen Eurovisie-deelnemers vanaf dit jaar ook niet meer met pride-vlaggen zwaaien van de EBU.

Conclusie

De komende maanden zullen we waarschijnlijk meer te weten komen over deze nieuwe editie van het Intervisiesongfestival. Tot die tijd is het nuttig om, ondanks de voor de hand liggende gelijkenissen, ook de verschillen tussen het origineel en de Russische revival te benoemen.

Ten eerste werd Intervisie tijdens de Koude Oorlog nooit door Rusland georganiseerd, maar was het juist een Tsjechoslowaaks en later Pools initiatief. Een nog veel belangrijker onderscheid is dat het Intervisiesongfestival destijds het gevolg was van toenadering tussen Oost en West en van toenemende culturele openheid binnen het Oostblok, terwijl de revival juist het gevolg is van toenemende spanningen tussen Rusland en het Westen en van de wereldwijde backlash tegen lhbti-representatie. Of de eerste editie van het nieuwe Intervisiesongfestival een succes zal zijn moeten we nog zien, maar de symboliek erachter is in elk geval erg triest.