Interview met kandidaat-Kamerlid Senna Maatoug

senna maatoug

In aanloop naar de verkiezingen ben ik in gesprek gegaan met kandidaat-Tweede Kamerleden van GroenLinks, om meer over hen te weten te komen. Senna Maatoug staat op nummer 5 op de kieslijst van GroenLinks. 

Door Esmee Zuurbier

Senna houdt heel erg van wandelen, zeker nu in corona-tijd, in de buurt of soms verder weg voor een grote wandeling. Naast wandelen houdt ze erg van lezen en nieuw eten uitproberen. Ze is ook gek op koffie, dus ze vindt het erg leuk om verschillende soorten koffies uit te proberen. Verder zijn er ook een paar mislukte hobby’s: zo kan ze bijvoorbeeld niet zo goed sporten, maar vindt ze het wel altijd leuk om nieuwe dingen uit te proberen. Zo heeft Senna laatst bijvoorbeeld gefrisbeed.

U heeft Politicologie en Economie gestudeerd. Waarom heeft u voor deze twee studies gekozen?

“Ik weet het eigenlijk niet. Je zit natuurlijk op de middelbare school, dan ga je kiezen en dan begin je ergens. Ik ben begonnen met Politicologie en toen merkte ik al heel snel dat ik dacht: oh, geld is echt heel belangrijk. Ik studeerde tijdens de vorige economische crisis en dat wilde ik heel graag heel goed snappen. Toen ben ik naast mijn studie Politicologie ook Economie gaan studeren in Utrecht. Ik denk dat ik niet zo bewust mijn studiekeuze heb gemaakt, maar wat er dan wel onder ligt, is dat ik wilde snappen hoe de wereld werkt. Ik denk dat ik dat wilde snappen omdat ik de wereld beter wilde maken.”

U bent gespreksleider en voorzitter bij stichting Het Collectief. Hiermee bent u mede organisator van het Kiesrecht Festival. Kunt u hier wat meer over vertellen?

“Ja, ik heb met een vriendin van mij de stichting Het Collectief opgericht in Leiden. Dat is een stichting die zich inzet – eigenlijk heel simpel – voor het collectief. Er gebeuren ontzettend veel dingen in de wereld en ook hier in Nederland. Wij vonden het heel belangrijk om daar met mensen over te spreken en gedachten over uit te wisselen die heel anders denken dan jij. Op basis van kennis die gesprekken voeren, met een heleboel verschillende soorten mensen. Wij vonden dat dat er niet genoeg was in Leiden, dus toen zijn we gewoon zelf begonnen en hebben we de stichting opgericht. Wij hebben heel veel gespreksavonden en debatten georganiseerd waar we dan een wetenschapper of een expert uitnodigden die iets kwam vertellen. Ook moedigden we heel veel verschillende soorten mensen aan om met elkaar in gesprek te gaan, uit te leggen wat ze vonden, waarom ze dat vonden en om kritische vragen te stellen. Maar allemaal vanuit respect.

Wat wij heel belangrijk vonden en vinden: we leven allemaal een beetje in bubbels. Dat gebeurt, en als je ouder wordt ontmoet je nauwelijks nieuwe mensen meer, dus spreek je weinig mensen die anders denken en anders kijken naar de samenleving. Daarom was die stichting iets wat we heel graag wilden doen.

We hebben ook twee keer het Kiesrecht Festival georganiseerd, omdat wij onze democratie wilden vieren. In 2017 was het 100 jaar mannenkiesrecht, in 2019 100 jaar vrouwen – en dus algemeen – kiesrecht. Dat is eigenlijk helemaal niet zo lang, het is maar één eeuw democratie. Daarvoor hadden zoveel mensen geen toegang tot onze democratie. Wij vonden het natuurlijk belangrijk om niet alleen maar die democratie te vieren, het was ook een soort van feestje, maar om ook bij stil te staan: hoe is het nu met onze democratie? Hoe is het door de tijd heen gegaan? Wat betekent het dan? Welke ontwikkelingen zien we?

Het klinkt natuurlijk allemaal heel vaag, maar het deed mij en het deed ons heel erg beseffen dat we heel vaak heel erg abstract denken over democratie. Maar het is gewoon iets wat we maken. Het was heel lang zo dat als jij een laagopgeleide man of een vrouw was, dan mocht je gewoon niet meedoen. Je mocht niet meebeslissen, je had geen stem. Dat vonden we iets meer dan 100 jaar geleden volstrekt normaal. Nou als je daar nu over nadenkt, dat je denkt: hoe dan? En zo zijn er wel meer dingen. We kunnen het ons dus eigenlijk niet veroorloven om te denken dat dat democratische stelsel goed is voor altijd. We moeten daar echt elke met z’n allen hard voor blijven werken.

We hebben toen eigenlijk heel veel verschillende gesprekken georganiseerd met mensen van verschillende partijen, met actievoerders, met wetenschappers en er waren theatermakers om een hele dag vol muziek, theater en inhoud te vullen. Dat hebben we in 2017 gedaan en toen in 2019 nog een keer.”

Nu bent u beleidseconoom bij het Ministerie van Financiën. Waarom heeft u nu de stap richting de landelijke politiek gemaakt?

“Dat is dé grote vraag. Ik heb nooit gedacht dat ik zelf de politiek in ging. Ik vond mijn werk heel erg leuk. Ik werkte in Den Haag en ik gaf advies, ik was beleidseconoom. Ook was ik betrokken bij belangrijke dingen, je noemde net een paar dingen, en ik gaf les in Economie als deeltijddocent op de Universiteit Leiden en ik had een stichting. Ik had allemaal dingen die ik echt heel tof vond en leuk. Daar was ik heel blij mee.

Ik dacht: politiek is gewoon gedoe en politiek is heel ingewikkeld. Het is misschien ook niet een hele leuke omgeving en ik kan op een heleboel andere plekken ook impact maken. Maar af en toe krijg je die vraag van: zou jij dat niet willen doen? Ik zei dan van: nee joh ben, je gek. En dan ging ik gewoon door met mijn leven.

Op een gegeven moment werd die vraag nog een keer door iemand in mijn omgeving gesteld en toen dacht ik: ja, waarom wil ik dit nou eigenlijk niet? Ik merkte dat wat overbleef toch een soort angst was over wat politiek is. Dat het een nare omgeving is en dat je misschien niet altijd veel gedaan krijgt. Ik merkte dat ik dat een hele stomme reden vond, dat ik dacht: wat een onzin. Want – ik had het net over dat 100 jaar kiesrecht – dat is er ook alleen maar van gekomen omdat mensen erin geloofden. Dus ik dacht: ik kan het me helemaal niet veroorloven om niet in politiek te geloven.

Toen ik dat een beetje scherp had dacht ik: ja, maar dan moet ik mijn hand opsteken. Want ik heb ideeën, ik heb idealen, ik denk dat het beter kan. Ik heb van thuis meegekregen: doe mee, bemoei je ermee, sta op. Toen dacht ik: dan vind ik angst geen goede reden, angst om op je bek te gaan, of angst dat het misschien niet leuk is, of heel zwaar, of de angst dat het een nare omgeving is. Dan moet je mee gaan doen. Als andere mensen het schoolplein verpesten, dan moet jij zelf maar op het schoolplein meespelen om ervoor te zorgen dat het een fijn schoolplein wordt.”

Waarom heeft u voor GroenLinks gekozen als partij?

“Ik was al een tijdje lid. Voor mij zijn de idealen van GroenLinks gewoon heel logisch. Wij willen een mooie en eerlijke samenleving. Die is groen en met de linkse idealen van gelijkwaardigheid en eerlijkheid, daar pleiten we al sinds ons bestaan voor. Voor mij is dat het krachtigste verhaal over wat nu nodig is en wat we moeten doen. Dus toen ik eenmaal besloten had dat ik mijn hand op ging steken, was het ook wel duidelijk dat ik een brief ging sturen naar GroenLinks.”

 Als andere mensen het schoolplein verpesten, moet jij zelf maar op het schoolplein meespelen om ervoor te zorgen dat het een fijn schoolplein wordt.

U bent de hoogste nieuwkomer op de kieslijst. Had u van tevoren verwacht dat u zo hoog, op plek 5, op de lijst zou komen?

“Nee, hoe moet ik dit nou zeggen. Op een gegeven moment heb je dus van: nou ik steek mijn hand op. Hoe ik er in ben gegaan vind ik ook dat het moet. Je hoopt gewoon dat er zoveel mogelijk goede mensen solliciteren. Je hebt iedereen nodig. Die nummertjes op de lijst, ja je moet uiteindelijk een lijst maken, maar ik was ook heel trots geweest als het een ander nummer was geweest.

Ik had daar dus eigenlijk niet echt verwachtingen van, maar was natuurlijk wel heel blij verrast toen ik hoorde dat ik op die lijst stond én op zo’n mooie plek. Maar ik ben er echt gewoon ingegaan van: ik ga tegen de partij zeggen wat ik meebreng en dan heb ik het volste vertrouwen dat die commissie die lijst het beste maakt waarmee we Nederland kunnen gaan veranderen. Ik vind het heel eervol dat ik zo’n mooie plek heb en dat ik hopelijk na maart met zoveel mogelijk collega’s aan de slag kan.”

Op welke onderwerpen zou u graag woordvoerder willen worden?

“Uiteindelijk bepaal je dat natuurlijk pas met elkaar na de verkiezingen. Je kan je voorstellen als GroenLinks 40 zetels heeft, of 20 zetels, dat dat iets doet met hoe de portefeuilles worden verdeeld. Maar bovenaan mijn wensenlijstje staat de arbeidsmarkt, dat was voor mij ook een hele belangrijke reden om te solliciteren. Er zijn grote problemen op de arbeidsmarkt en ook vraagstukken die we te lang voor ons hebben uitgeschoven. Dat merken we nu ook in coronatijd. Ik wil daar heel erg graag mee aan de slag om te helpen de juiste keuzes te laten maken.”

De doorrekening van het CPB laten over het verkiezingsprogramma van GroenLinks zien dat er door de plannen van GL minder werkloosheid, meer koopkracht en minder inkomensongelijkheid zal zijn.

Is er een specifiek onderwerp dat u absoluut wilt gaan waarmaken de komende vier jaar in de Kamer?

“Ik vind het heel belangrijk dat de bestaanszekerheid van mensen omhoog gaat. Wat we nu zien is dat de mensen die de meest flexibele banen hebben, ook de laagste salarissen hebben. Ik wil heel graag dat er meer bescherming is voor flexwerkers en dat het minimumloon omhoog gaat, wat we met veel linkse partijen willen. Wat ik zelf ook heel belangrijk vind is dat het belastingsysteem eerlijker wordt. De afgelopen tien jaar zijn de belastingen op kapitaal naar beneden gegaan en die op arbeid enorm gestegen. Dat moet gewoon gelijker.”

Op welke prestatie uit uw carrière tot nu toe bent u het meest trots?

“Ik ben heel erg trots op dat ik heel erg veel verschillende dingen heb mogen doen. We hebben het net gehad over het werk wat ik deed in Den Haag. Ik heb dus lang als beleidseconoom gewerkt, maar ik ben heel trots dat ik daarnaast les gaf, me inzette voor de maatschappij en met mijn eigen stichting dingen organiseerde. Ik vind het heel fijn om meer dan één ding te zijn. Daar ben ik ook trots op. Ik vind het helemaal niet fijn om teruggebracht te worden naar dat ik alleen een beleidseconoom ben. We zijn veel meer dan ons werk. Ik denk dat ik daar het meest trots ben dat ik zoveel dingen heb kunnen doen tot nu toe en daarmee veel bijzonder mensen heb mogen ontmoeten. Daar leer ik veel van.”

Heeft u nog persoonlijke ambities?

“Ik hoop dat ik vanaf maart met een grote GroenLinks-fractie in de Kamer mag. Mijn ambitie is om een hele goede parlementariër te worden en een goede volksvertegenwoordiger. Volgens mij is dat één van de moeilijkste vakken. Ik heb daar ideeën bij, maar ik ga gewoon heel hard werken en hopelijk word ik er heel goed in zodat ik op de beste manier onze idealen kan vertalen voor mensen.”

Wilt u verder nog iets kwijt aan de lezers van OverDWARS?

“Ik zeg altijd dat ik een beetje jaloers ben op dat ik nooit DWARS-lid ben geweest. Ik heb inmiddels op de website gezien dat ik een DWARS trui kan bestellen, dus dat ga ik nog even doen. Want ik houd heel erg van truien dragen, dat is ook misschien wel een hobby.

En jullie, blijf alsjeblieft dwars, blijf ons prikkelen, blijf je er tegenaan bemoeien, blijf ons uitdagen. En voel je altijd vrij om iets te vragen, of samen te werken of een berichtje te sturen, want dat vind ik super fijn. Daar heb ik veel lol in en daar leer ik altijd ook van.”

lees ook

LVolg ons op facebook

L