Inschatten of hoorcolleges wel de moeite waard zijn, erachter komen dat collegeblokken weer op zijn bij de HEMA, eerstejaars die hun weg proberen te vinden in halflege gebouwen: het hoger onderwijs is weer begonnen. Ondanks het einde van de vakantie heeft het toch altijd wel wat om aan een nieuw collegejaar te beginnen. Maar het roept ook vragen op, en zeker nu. Is er wel genoeg capaciteit om alle nieuwe studenten op te vangen?

Niet elke instelling of opleiding is natuurlijk hetzelfde. Sommige opleidingen zijn kleinschalig, andere hebben 800 eerstejaars. De lerarenopleiding Duits zal minder geld voor materiaal nodig hebben dan werktuigbouwkunde. De ene opleiding heeft een stabiele en sterke toename in inschrijvingen waar andere moeten vechten voor hun bestaansrecht binnen de faculteit.

Toch wordt er in het algemeen één trend duidelijk zichtbaar. Ondanks hogere uitgaven aan hoger onderwijs blijft er per student steeds minder over. Zowel voor hbo’s als voor universiteiten was er per student, gecorrigeerd voor inflatie, minder geld beschikbaar in het afgelopen jaar dan het jaar daarvoor. Er wordt wel meer geld vrijgemaakt, maar de studentenaantallen groeien nog harder.

Maar onderwijsinstellingen krijgen toch meer geld als er meer studenten komen? Ja, maar niet helemaal. Omdat een deel van het geld pas komt per nominaal behaalde diploma, zit er altijd een vertraging van een paar jaar in het systeem. Voor snelgroeiende opleidingen is dit een gigantisch probleem. Daarnaast geeft deze methode een prikkel voor instellingen om studenten zo snel mogelijk af te laten studeren. Vaak is dit niet eens haalbaar. En hier bovenop gaat de bijdrage per student er, zoals hiervoor beschreven, alleen maar op achteruit. Hierdoor is er omgerekend een kwart minder geld beschikbaar per student ten opzichte van 20 jaar terug.

Dit geeft een bizarre situatie die precies het probleem in het moderne hoger onderwijs omvat. De enige manier voor onderwijsinstellingen om het hoofd boven water te houden is om meer studenten binnen te halen, maar het budget per student krimpt steeds maar harder. Het is een dubbele verliessituatie voor studenten: grotere groepen, en minder geld.

Het resultaat hiervan in de praktijk: overwerkte docenten en assistenten. Geen tijd voor persoonlijke feedback. Te weinig studeerruimtes. Meerkeuzetentamens over filosofiestof. Studentengroepjes die elkaar moeten beoordelen. Ik zie het zelf ook om me heen. Toen ik een tijd terug de conceptversie van een intensief project af had, kreeg ons groepje vriendelijk van de beoordelaar te horen dat hij het “natuurlijk” niet had gelezen, maar vast wel wat algemene tips kon geven. Om ons verslag vervolgens beoordeeld te krijgen door een ander groepje studenten dat net zo weinig wist als wij. Naar de studiebegeleider gaan moet je langer van tevoren inplannen dan een vakantie, want er is er maar één op een bachelor van 1000 studenten. Een tijd lang was er zelfs maar één begeleider voor de hele faculteit – bachelors en masters – omdat een van de twee een burn-out kreeg. Begrijpelijk. Investeringen in gebouwen en materiaal loopt al helemaal achter op studentenaantallen, en zijn zelfs afgenomen ten opzichte van een paar jaar terug, terwijl de opleidingen alleen maar meer uit hun voegen barsten.

Stop de doorgeslagen diplomafinanciering en te krappe budgetten die nu het onderwijssysteem permanent op ondercapaciteit laten draaien. Alleen meer geld in hoger onderwijs stoppen is niet genoeg, laat het gelijklopen met het aantal studenten. Juist nu het nog moeilijker wordt om onderwijs persoonlijk te maken, blijft er onderaan de streep minder over voor degenen voor wie het onderwijs bedoeld is. Op de lange termijn raakt dat niet alleen studenten, maar ons allemaal.