2 april. Een op het eerste oog nietszeggende datum, die voor veel mensen stilletjes voorbijsluipt. Waarschijnlijk is de enige associatie bij deze dag het opgeluchte gevoel dat de dag ervoor eindelijk afgelopen is – geen punaises meer op stoelen, geen losse veters meer aan schoenen die toch wél gestrikt bleken te zijn. Toch is 2 april een veel waardevollere datum dan je zou denken. Op deze dag is het namelijk Wereld Autisme Dag. Op deze dag wordt wereldwijd aandacht gevraagd voor autisme, en voor de problemen waar mensen met autisme tegenaan lopen. Ook is er op deze dag aandacht voor alles wat deze mensen – ondanks alle obstakels – voor elkaar boksen. Op 2 april kleurt de wereld dus blauw, en wordt iedereen uitgenodigd een blauwe bril op te zetten. Maar waarom zou je dat moeten doen, en hoe?

Wat is autisme?

Laten we bij het begin beginnen: wat is autisme eigenlijk? Autisme is de verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op gebieden als sociale interactie, bewegen en handelen, zintuiglijke prikkelverwerking en het filteren en integreren van informatie. Autisme beslaat een spectrum: dat betekent dat geen een persoon met autisme hetzelfde is. De ene persoon kan bijvoorbeeld heel sociaal zijn, maar moeite hebben met het verwerken van grote hoeveelheden informatie. Bij de andere persoon kan dat dan weer precies omgekeerd zijn. Kortom: ken je één persoon met autisme, dan ken je één persoon met autisme, en dan weet je dus nog niks over alle andere autistische personen.

Omdat autisme voor veel neurotypische mensen – dat zijn dus mensen zonder autisme, of bijvoorbeeld ADHD of ADD – een nogal complex begrip is, zijn er veel fabels, misvattingen en vooroordelen over mensen met autisme. Zo zouden alle mensen met autisme mannen zijn, maken ze nooit oogcontact, kunnen ze geen grijntje empathie opbrengen en werken ze stuk voor stuk in de ICT. En dan heb ik het nog niet eens over de neurotypische man die me voor de voeten wierp dat hij in een werksituatie twijfelde of hij met een persoon met autisme te maken had “of gewoon met een lul”. Tja.

Muren en talenten

Dit onbegrip is echter niet het enige waar autistische mensen tegenaan kunnen lopen: mensen met autisme kunnen overal in de samenleving problemen ervaren. Of het nu gaat om werk, wonen, zorg, onderwijs of simpelweg vrijetijdsbesteding, overal zijn muren opgeworpen die allesbehalve autismevriendelijk zijn. Denk dan aan de sociale uitsluiting op de werkvloer omdat mensen met autisme werkborrels als te intens kunnen ervaren. Of aan overprikkelende klassen die het voor autistische leerlingen onmogelijk kunnen maken om mee te doen in het onderwijs. Ook de inrichting van de zorg kan voor veel mensen met autisme een drempel vormen. Die is namelijk gestoeld op menselijk contact. Als een gevolg hiervan zitten 85.000 mensen met autisme werkloos thuis, is de helft van alle leerplichtige thuiszitters autistisch en leven mensen met autisme gemiddeld veel korter dan mensen zonder autisme. De precieze verschillen in levensduur variëren enorm per autismegroep. Zo heb je bijvoorbeeld ook nog autistische mensen met een verstandelijke beperking. Het staat echter vast dat mensen met autisme over het algemeen meerdere jaren korter leven dan mensen zonder autisme. Al deze hierboven genoemde cijfers – en het is nog maar het topje van de ijsberg – monden uit in de huiveringwekkende cijfers dat maar liefst 80% van de Nederlanders met autisme wel eens aan zelfdoding denkt of heeft gedacht. Ter vergelijking: in de groep Nederlanders zonder autisme betreft dat percentage 8%. In een Nederland waarin we tegenwoordig alle zeilen bij moet zetten om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan blijven doen in de samenleving, alarmeert het mij dat er nog steeds zo weinig aandacht is voor deze cijfers, en dus voor mensen met autisme. Laat staan dat ernaar wordt gehandeld.

Maar zijn alle mensen met autisme dan zielig en hulpbehoevend? Nee! Autistische mensen kunnen heel zelfstandig, creatief, loyaal en eerlijk zijn, en kunnen met hun analytisch denkvermogen en oog voor detail een enorme bijdrage leveren aan de samenleving. Natuurlijk is het ook hier zo dat dit niet voor álle personen met autisme geldt; de ene persoon heeft net weer andere kwaliteiten dan de andere. Het staat desondanks als een paal boven water dat mensen met autisme unieke talenten te berde brengen. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat deze talenten en de dragers ervan massaal onderschat, weggecijferd en stukbevooroordeeld worden.

Begrip als oplossing

Toch gloort er hoop. Het enige dat ons richting een autismevriendelijke samenleving loodst, is immers begrip. Ben je bewust van eventuele vooroordelen. Stel jezelf open richting je neurodiverse naasten, wees geïnteresseerd en vraag waar nodig hoe je het de ander een stukje makkelijker kan maken. Vraag bijvoorbeeld, als dat nodig is, hoe je iemand op een prikkelrijke dag even tot rust kunt laten komen. De stilteruimtes op onze congressen zijn daar een mooi resultaat van. Met meer begrip koersen we af op een open samenleving, waarin mensen met autisme op eigen kracht mee kunnen doen en waar nodig een helpende hand kunnen vinden.

De Blauwe Bril opzetten

Op 2 april sta ik dus stil bij dat doel. De kleur die op Wereld Autisme Dag gevoerd wordt, is zoals eerder beschreven blauw. Deze kleur staat symbool voor solidariteit en bewustwording, precies wat we op deze belangrijke dag nodig hebben. Ook bij DWARS gaan we prat op deze kleurensymboliek: zelf hebben wij natuurlijk rood (sociale gelijkheid), groen (duurzaamheid) en paars (inclusie en diversiteit). Elke dag staan wij op, zetten wij de rode, groene en paarse brillen op onze neus en proberen wij de wereld weer een stukje beter te maken. Aangezien DWARSers een enorm fijne neus hebben voor rechtvaardigheid, past er dus nog prima een blauwe bril op. Met deze bril houden we dat broodnodige stukje begrip voor autisme altijd in ons achterhoofd, en brengen we een nieuwe, inclusieve laag aan op ons activisme. Zet vandaag én alle dagen erna dus vooral die blauwe bril op!