DWARSer Jan Daalder ging recentelijk op vakantie naar Marokko, waar hij een aantal waardevolle levenslessen meekreeg.

Een van de eerste ervaringen voor elke toerist in Marokko, arriverend met de ferry uit Spanje, is de frontale aanval van taxichauffeurs, straatverkopers en algemene ‘hustlers’. Met een 60-liter-rugzak op de rug, een klein rugzakje op de buik, paspoort en portemonnee nog in de hand van de grenscontrole proberen ze allemaal hun deel van jouw vakantiegeld op te eisen.

Nu arriveerde ik om 19:30 Marokkaanse tijd. Little did I know: tussen 19:30 en 20:30 rijdt er geen enkele bus vanwege de ondergaande zon en het breken van het vasten – de ramadan was immers gaande. Zelfs de ‘petit taxies’, bruine, sjofele, taxi’s uit de jaren ’70 voor lokaal vervoer, hielden het voor gezien.

Wat volgde was een eerste verhitte poging tot onderhandelen met een chauffeur van een ‘grand taxi’, de luxere, grotere taxi’s bestemd voor lange-afstand-vervoer. In gebroken Frans maakte hij mij duidelijk dat mijn bod van 100 dirham (10 euro) belachelijk was en dat ik het zelf maar moest uitzoeken. Afgepeigerd door een lange dag reizen en het complete gebrek aan alternatieven ging ik akkoord.

Petit taxi Marokko

Een petit taxi in Marokko.

Wat ik vervolgens meemaakte vat in een bepaald opzicht de Marokkaanse cultuur, hun ideeën van gastvrijheid, vriendelijkheid en hartelijkheid samen. De houding van de taxichauffeurs met wie ik onderhandelde, veranderde totaal zodra we het eens waren over de prijs. Hij vroeg me hoe ik heette, waar ik vandaan kwam, waar ik sliep en wat ik van plan was te doen in Marokko en stelde me hartelijk voor aan de chauffeur die mij in het donker (want dat was het inmiddels) naar Tanger, mijn bestemming zou brengen.

Yassine sprak geen woord Engels of Frans, maar vond het fantastisch om een Nederlander in de auto te hebben. Hij wees me tijdens de rit op mooie uitzichten of dorpjes, begeleid door Arabische uitroepen waar ik niets van begreep. Onderweg deelden we twee stroopwafels; we hadden allebei immers nog niet gegeten.

Veel mensen vertellen over hoe ze het afdingen en het gebrek aan prijskaartjes in Arabische landen zo vervelend vinden. Het lijkt altijd alleen maar om je geld te gaan. Met eens stroopwafel in de mond realiseerde ik mij echter dat geld, hoe ongeloofwaardig het ook klinkt, van secundair belang is voor Marokkanen. Natuurlijk is geld belangrijk als je zo (relatief) arm bent, maar uiteindelijk is het een volk dat overkookt van nieuwsgierigheid en goedlachsheid.

Na een kleine week in Marokko vroeg ik aan een winkelier de weg naar de dichtstbijzijnde pinautomaat. Door de kleine straatjes en steegjes van de Medina heb ik wel tien minuten achter hem aangelopen, intussen naar wat kleingeld zoekend om hem als bedankje te geven. Eenmaal bij de pinautomaat probeerde ik hem het geld in de handen te duwen, om vervolgens met een brede lach en schuddend hoofd geweigerd te worden: geld is niet altijd het belangrijkst en wij Nederlanders kunnen nog flink wat leren van de Marokkanen.

Dit artikel is deel van de OverDWARS Reistijd.