De waterschappen: waarover stemmen we eigenlijk?

Een blik in de keuzes waar het algemeen bestuur van een waterschap voor staat.

Binnenkort is het weer zover: de waterschapsverkiezingen. Met hun kerntaken, oppervlaktewaterbeheer, dijk- en oeverbeheer en waterzuivering staan ze aan de basis van het bestaansrecht van onze onheilspellende, maar kansrijke delta. Echter, dat lijken op het eerste gezicht geen ideologische onderwerpen waar de politiek een heftige discussie over moet voeren. Dus waarom hebben waterschappen dan toch een democratisch bestuur? En welke afwegingen moet en kan een waterschap maken?

Door Matthijs Verdaasdonk, namens de Commissie Natuur, Milieu & Landbouw

Naar aanleiding van die vragen ging de Commissie Natuur, Milieu & Landbouw in gesprek met Maarten Verkerk en Margot Kwee. Maarten is kandidaat-bestuurder bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnland (Utrecht en omstreken) en Margot staat op de lijst bij Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard (de oostkant van Rotterdam), beiden voor de partij Water Natuurlijk. Water Natuurlijk is een onafhankelijke vereniging, maar wordt gesteund door GroenLinks, D66 en Volt, die op hun beurt zelf niet deelnemen aan de waterschapsverkiezingen.

Waterkwaliteit

Dan nu het eerste onderdeel van de verantwoordelijkheden, regionaal oppervlaktewaterbeheer (tevens een interessant woord voor scrabble). Hiermee wordt bedoeld het verzorgen van een constant waterniveau en een goede waterkwaliteit. Hier speelt meteen een interessant en uitdagende kwestie. De Europese Unie heeft namelijk besloten dat al het oppervlaktewater in de EU een goede kwaliteit moet hebben, met een uiterste deadline van 2027. Deze ‘goede’ waterkwaliteit wordt bepaald aan de hand van omgevingsfactoren, zoals bodemtype (zand, klei, steen) en stroomsnelheid. Hierdoor sluiten de eisen goed aan bij een watergang en zijn ze dus belangrijk voor het desbetreffende water om aan te voldoen. Met een zeer riante 1% van het Nederlandse water dat op dit moment aan die eisen voldoet, is dit een serieuze kwestie waarbij geen tijd te verliezen is.

De keuzes voor het waterschapsbestuur zitten hem meestal in de aanpak van de kerntaken, zoals het verbeteren van de waterkwaliteit. Echter hebben waterschappen enkel zeggenschap over de watergangen en oevers, niet over wat er verder ‘landinwaarts’ ligt, zoals een woonwijk of weiland. Hier komt de vervuiling, meegevoerd door de regen, wel vandaan. Dit maakt dat hier wat creativiteit, samenwerking en bovenal initiatief van een waterschap gewenst is, waar elke partij zijn eigen ideeën over heeft.

Een oplossing die Water Natuurlijk hier bijvoorbeeld voor heeft, legt Maarten uit, is als volgt. Een waterschap kan bijvoorbeeld aanbieden om ‘verouderd’ landbouwgif bij boerderijen op te halen. Dit is natuurlijk op vrijwillige basis, maar is één van de creatieve oplossingen om de vervuiling bij de bron aan te pakken. Dit is dus een belangrijke keuze die waterschappen maken: beperk je jezelf tot je eigen systeem, of zoek je de samenwerking met de omgeving op om hopelijk effectievere oplossingen te vinden?

Droogte en overstromingen

Ten tweede, is de bescherming tegen droogte en wateroverlast een belangrijke taak van de waterschappen. Die droogte is een grote uitdaging voor Nederland, aangezien ons watersysteem is ingericht om van het water af te komen, niet om het vast te houden. Dit is risicovol omdat droogte allerlei schadelijke effecten met zich meebrengt, zoals schade aan natuurgebieden, verloren oogsten, het rotten van houten funderingspalen en druk op de drinkwatervoorzieningen. Droogte aanpakken kan op verschillende manieren: hogere grondwaterstanden, meer oppervlaktewater of inzetten op minder watergebruik. Dat laatste kan bijvoorbeeld door beperkingen op te leggen voor het onttrekken van grondwater voor drinkwater, irrigatie of industriële doeleinden. Het is aan jouw waterschap om keuzes daarover te maken, keuzes die ingrijpend kunnen zijn voor de omgeving waarin jij leeft.

Daarnaast zijn de waterschappen natuurlijk ook verantwoordelijk voor de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen. Ook hier liggen een hoop keuzes voor de waterschappen. Hoe ga je bijvoorbeeld om met kades? Kies je voor harde oplossingen, zoals damwanden, stenen kades of beton?  Of ga je voor natuurvriendelijke, zachte kades, waar de overgang van water naar land bij uitstek geschikt is voor een grote biodiversiteit? Daar komen nog keuzes bij over het blijven ophogen van dijken, of bijvoorbeeld kiezen om de betreffende rivier meer ruimte te geven. Dit zijn allemaal keuzes waarmee een waterschap veel invloed heeft op de ruimtelijk omgeving.

Bij kades en dijken komt nog iets kijken, namelijk het beheer van al het grondgebied rondom waterkeringen, die in bezit zijn van de waterschappen. De waterschappen gaan dus ook over wat er met deze grond gebeurt: zoals het beschikbaar stellen voor recreatie, ontwikkelen van natuur, een combinatie van beide of een ander spannend idee dat naar boven komt.

Waterzuivering

Als derde verantwoordelijkheid is er de waterzuivering van het rioolwater. Weer een onderdeel wat op het eerste oog heel vanzelfsprekend lijkt: je maakt simpelweg het water schoon. Toch gaat er veel meer achter schuil, zoals rondom stoffen die (nog) niet in bestaande regelgeving staan. Ga je als waterschap innoveren en onderzoeken hoe deze stoffen uit het water gehaald kunnen worden, of beperk je je tot de taken die je per wet- en regelgeving opgelegd hebt gekregen?

Ook kan je als waterschap kiezen om je in te zetten op het beperken van de instroom van vervuiling, zoals specifieke reiniging al uitvoeren bij de bron (zoals ziekenhuizen of bedrijven). Maar het waterschap kan ook accepteren dat alles samenkomt in een centrale rioolzuiveringsinstallatie. Die laatste oplossing is dan misschien wel makkelijker, maar mogelijk minder effectief of efficiënt, doordat de desbetreffende stof (bijvoorbeeld uit medicijnresten) ondertussen verdund voorkomt in de gehele inkomende stroom, wat technisch minder makkelijk aan te pakken is.

Tot slot nog heel even over het waterschapsbestuur. Een waterschap heeft 18 tot 30 leden in het algemeen bestuur. Daarvan zijn vier zetels ‘geborgd’, dat zijn vertegenwoordigers die niet op democratische wijze verkozen worden. Twee zetels zijn geborgd door vertegenwoordigers van de natuurterreinen en twee zetels door vertegenwoordigers van de landbouw (officieel de categorie ‘ongebouwd’). Maar wie de overige, overgrote merendeel van de zetels krijgen kunnen wij als kiezers dus besluiten. Op die manier kunnen wij dus veel invloed uitoefenen!

Kortom, er valt genoeg te kiezen op 15 maart. Gebruik je stemrecht en houdt Nederland droog, maar niet té droog!

Maarten Verkerk. Foto: Marleen Annema.

Margot Kweek. Foto: Marleen Annema.

Met dit artikel hoopt de Commissie Natuur, Milieu en Landbouw een breder beeld te geven van de waterschappen. Dank aan Maarten en Margot voor de medewerking!

lees ook

LVolg ons op facebook

L