Eerder deze maand riep de rechter de overheid op het matje over de opvangcrisis. Vluchtelingenwerk had het Rijk in een kort geding opgeroepen om zich te houden aan internationale afspraken over vluchtelingenopvang: migranten hebben recht op basisbehoeften als hygiënisch sanitair, privacy, maar vooral op een fatsoenlijke asielprocedure. Een mooi moment, zou je zeggen, voor Rutte IV om zich bij de uitspraak neer te leggen en eindelijk de schouders onder de al veel te langdurige opvangcrisis te zetten. De landsadvocaat (de advocaat van de overheid) besloot echter in beroep te gaan.

Deze apathische houding tegenover de opvangcrisis, maar ook tegen migratie in het algemeen, teistert zowel het Rijk als menig Nederlander al jaren. Waar komt die onwil vandaan, en hoe kan het beter?

Apathie

Dat de opvang van vluchtelingen – die niet uit Oekraïne komen – in Nederland ver onder de maat is, is allang geen nieuws meer. We zijn gewend geraakt aan de nieuwsberichten dat zes keer zoveel minderjarige alleenstaande vluchtelingen rondzwerven dan is toegestaan (rond de 300) in startlocatie Ter Apel, of dat mensen op stoelen moeten slapen. Het lot van mensen die volgens internationale verdragen recht hebben op een eerlijke asielprocedure, lijkt de politiek koud te laten.

Naast het hoger beroep in de zaak tegen Vluchtelingenwerk, miste staatssecretaris Van der Burg (VVD) een paar weken terug ook al de deadline die hij zichzelf had gesteld om met een oplossing te komen. Hij weigerde het wetsvoorstel voor te leggen aan de Kamer, waarmee het Rijk gemeenten kan dwingen tot opvang. Regeringspartij VVD heeft haar twijfels.

Waar de landelijke overheid haar verantwoordelijkheid ontloopt om asielzoekers een menswaardige opvang te bieden, springen sommige gemeentes in de bres en zetten crisisnoodopvanglocaties op om de druk in Ter Apel een beetje te verlichten. Ze zetten noodtenten op, stellen gymzalen ter beschikking en laten cruiseschepen aanmeren zodat asielzoekers een betere slaapplek hebben dan slechts een slaapzak in de open lucht. Dit soort noodoplossingen zijn helaas eerder de uitzondering dan de regel. De wanhopige roep van het Rijk om meer asielopvang te regelen, krijgt van gemeentes vaak geen gehoor.

Het kan wél

Ondertussen richt Nederland al maanden de ogen op Oekraïne. Aan het begin van de oorlog organiseerden Nederlanders allerlei activiteiten om de vluchtelingen te verwelkomen en om hun steun te uiten voor het land. In Brabant werden heuse bakwedstrijden voor Oekraïne georganiseerd, voetbalaanvoerders droegen banden met ‘No War’ en vrijwel de gehele Nederlandse politiek richtte zich op de noodopvang van duizenden Oekraïense vluchtelingen.

Hoewel het natuurlijk ontzettend belangrijk is om deze vluchtelingen op te vangen, voelt de toestand wat wrang. Hoe anders was de sfeer in 2015, toen vluchtelingen uit Syrië opgevangen moesten worden. Varkenshoofden voor azc’s (asielzoekerscentra) en grootschalige demonstraties zorgden ervoor dat vluchtelingen toen niet welkom waren. Een deal met een Turkse dictator zorgt er nog altijd voor dat de poorten van fort Europa gesloten blijven voor mensen die net als Oekraïners vluchten voor vervolging en geweld.

Als het om witte Europeanen gaat, blijkt het ineens een stuk makkelijker voor Nederland om vluchtelingen op te vangen. Al taarten bakkend doen mensen een poging hun morele schuld af te lossen uit 2015. Oekraïners mogen ook nog eens meteen aan de slag op de arbeidsmarkt, wat (gelukkig) hun kansen op integratie en acceptatie in onze samenleving ontzettend vergroot, als ze kiezen om te blijven.

De conclusie: het kan wél. Als het electoraal gezien uitkomt voor de VVD en het CDA, kan Nederland op grote schaal mensen opvangen, aan het werk zetten en een thuis bieden.

Afleidingsmanoeuvres

De onwil van het Rijk, en vooral van regeringspartijen VVD en CDA, om niet-witte migranten op te vangen, resulteert nu in een noodregeling die de lokale democratie overtreedt. Het wetsvoorstel van staatssecretaris Van der Burg om gemeentes te kunnen dwingen om asielopvang te regelen, klinkt op het eerste gezicht niet eens als een slecht idee. Het zou geweldig zijn als alle gemeentes hun steentje zouden bijdragen aan de asielcrisis. Maar dat er dwang vanuit Den Haag aan te pas moet komen, betekent dat gemeenten nu de gevolgen moeten dragen voor een crisis die het Rijk zelf heeft gecreëerd en de afgelopen jaren in stand heeft gehouden.

Het is de zoveelste afleidingsmanoeuvre van dit kabinet om de opvangcrisis te schetsen als een crisis die is ontstaan door overmacht. Rutte IV aarzelt niet om incidenten van asielzoekers die zich misdragen uit te vergroten. Asielzoekers zouden zich niet gedragen en het draagvlak voor opvang ondermijnen. Ook zou de vluchtelingeninstroom te groot zijn en zou die stroom het ministerie vanwege corona hebben verrast. Het kabinet schortte zelfs gezinshereniging op, omdat te veel mensen hun gevluchte familielid achterna zouden reizen.

Nu zouden dus gemeentes de grote boosdoener zijn. Wie weet hoe het kabinet de afgelopen jaren heeft bezuinigd op de asielopvang, ziet echter in het bovenstaande slechts slappe smoezen, bedacht om gezichtsverlies te voorkomen en verantwoordelijkheid te ontlopen. De realiteit is heel anders. De instroom is lang niet zo groot vergeleken met de situatie in 2015. Toch lukt het niet om het asielproces goed te regelen. Dit komt bovenal omdat er de afgelopen jaren fors bezuinigd is op de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Hun werk is zo onmogelijk gemaakt. Daarnaast loopt de doorstroom van statushouders naar bijvoorbeeld sociale huur vast vanwege de wooncrisis.

Natuurlijk ligt het probleem ook bij gemeentes die asielopvang weigeren. Maar laten we niet vergeten dat dit een direct gevolg is van een angst voor de publieke opinie, die jarenlang gevoed is door een afschrikverhaal van onder andere de VVD over niet-Westerse vluchtelingen. Vaak wordt dit afschrikverhaal van de VVD ‘PVV-corvee’ genoemd. Daarmee wordt bedoeld dat de VVD dit verhaal strategisch vertelt om ervoor te zorgen dat de PVV kleiner blijft. Maar misschien moeten we maar eens stoppen met dit ‘PVV-corvee’ te noemen. Laten we zeggen wat het echt is: het ware gezicht van de VVD. De andere coalitiepartijen gaan erin mee en steunen het mensonwaardige beleid. ‘Dit kunnen we nét dragen’, aldus Gert-Jan Segers (CU) over de inperking van het recht op gezinshereniging.

Politieke moed

De overheid heeft laten zien dat het daadwerkelijk vluchtelingen kan opvangen op grote schaal. Op korte termijn gemeenten dwingen tot opvang is de enige manier om op de korte termijn uit deze crisis te komen. Toch voelt de dwang op gemeentes die al tijden lijden onder het slechte landelijke migratiebewind dubbel. Om in de toekomst nóg een opvangcrisis te voorkomen, is het daarom hoog tijd voor extra budget voor het IND en het COA. Een hogere standaard opvangcapaciteit, ook in tijden dat er minder vluchtelingen naar Nederland komen, zou met dit extra budget gerealiseerd kunnen worden. Als er dan wat extra migranten naar Nederland komen, zijn we er klaar voor. Bovendien is een tweede aanmeldcentrum (zoals Ter Apel) van groot belang.

Het is diep triest dat VVD en CDA dit keer op keer niet aandurven voor electoraal gewin. Mensenrechten worden met de voet getreden voor een paar extra zetels. Maatschappelijke problemen oplossen voor de lange termijn vereist politieke moed, die we van deze twee partijen niet kunnen verwachten. Het is nu aan de coalitiepartijen D66 en ChristenUnie om die moed eindelijk eens terug te vinden.