Vandaag heeft Marije Ploeg het woord van ons gekregen. Zij is campagneleider voor GroenLinks Den Haag. Dit heeft ze al eerder gedaan in Arnhem en ook heeft ze een tijdje in Amerika meegedaan met de BKB-academie en daar intensieve campagnetrainingen gevolgd. Zij vertelt ons wat ze heeft geleerd van het campagnevoeren, hoe het er in de praktijk aan toe gaat en wat er wel en niet goed gaat.

Op mijn negentiende werd ik campagneleider in Arnhem, en sindsdien heb ik mij altijd beziggehouden met campagnes. Niet alleen in Nederland, maar ook in Amerika heb ik campagne gevoerd. Het vertalen van een politieke boodschap naar de mensen toe vind ik geweldig mooi werk. Toen ik een jaar geleden naar Den Haag verhuisde stopte mijn voorganger al vrij snel. Ik miste het campagne voeren en sprong toen dankbaar in het ontstane gat. Dat was in november vorig jaar, en ik ben aangesteld voor een periode van twee jaar. Ik mag dus van harte hopen dat ik tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar weer campagneleider ben.

Naarmate de verkiezingen naderen, wordt het steeds drukker. Deze laatste weken voor de campagne ziet mijn week er vooral hectisch uit. Naast campagneleider ben ik accountmanager bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, een baan waar ik ook fulltime mee bezig ben. Ik beantwoord vaak tussendoor mailtjes van campagnevoerders en geïnteresseerden, maak planningen voor huis-aan-huisacties, coördineer de nieuwsbrief en heb vaak contact met het landelijk bureau van GroenLinks. Vaak ga ik na mijn werk eerst zelf mee de straat op en doe daarna mijn ‘bureauwerk’.

“Meer huizen en mensen dan ooit bereikt!”

Ik ben blij met de resultaten tot nu toe. We hebben meer huizen en mensen dan ooit bereikt! Alleen deze week al is er bijna 1700 keer aangebeld bij mensen thuis om ze over GroenLinks te vertellen. Dit kan dankzij een grote groep nieuwe en enthousiaste vrijwilligers. Ook is er nog de nodige ruimte voor verbetering. De grootste valkuil is toch wel de toewijding van de vrijwilligers. Ze beginnen vaak enthousiast, maar zakken na een tijdje weg. Het blijft vaak lastig om vrijwilligers voor langere tijd aan je te binden. Daarvoor heb je ook een harde kern nodig, die rondom het campagne voeren genoeg andere leuke activiteiten organiseert. Helaas heb ik daar zelf niet altijd de tijd voor.

Ik heb veel geleerd van het campagneleiderschap. Het belangrijkste waar ik achter ben gekomen is dat het voor het voeren van campagne niet eens zo belangrijk is om je eigen boodschap over te brengen en de ander te overtuigen. Maar soms kan het zijn van een luisterend oor en het bieden van een opening voor gesprek al voldoende zijn. Mensen willen graag gehoord worden. Ik hoop natuurlijk dat we een hoop zetels binnen kunnen halen, maar het belangrijkste is dat we de komende verkiezingen gaan winnen!

Dit artikel is deel van de OverDWARS Campagne-serie in samenwerking met de Ecosprinter, in aanloop naar de landelijke verkiezingen van 15 maart 2017.