“Je mag ook niks meer zeggen tegenwoordig” — een random rechts persoon in Nederland, zo ongeveer iedere minuut

Wij als linkse mensen krijgen tegenwoordig vaak het verwijt dat we een klimaat creëren waarin alleen nog maar politiek-correcte meningen geuit mogen worden. In de ogen van velen, waaronder bijvoorbeeld onze voormalig minister van justitie Yesilgöz, is links en ‘het wokisme’ daarmee een serieuze bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting geworden. Daartegenover presenteren conservatieve partijen zichzelf tegenwoordig juist als verdedigers van de vrijheid van meningsuiting en beweren ze deze te willen verdedigen tegen woke en politiek-correcte censuur.

Dit is een bizarre situatie. In de geschiedenis waren het namelijk vaak juist progressieve krachten die zich hard hebben gemaakt voor de vrijheid van meningsuiting. De vrijheid van meningsuiting is namelijk in de kern bij uitstek een progressieve waarde die sterk samenhangt met ideeën rondom sociale vooruitgang*. Ik zal betogen dat het hoog tijd is dat we ons als progressieve mensen weer nadrukkelijker gaan neerzetten als de echte verdedigers van de vrijheid van meningsuiting. Die is namelijk veel te belangrijk om aan rechts over te laten.

De vrijheid van meningsuiting is een progressieve waarde

Waarom is die vrijheid van meningsuiting nou zo ontzettend belangrijk voor progressieve politiek? Dat is omdat sociale vooruitgang vaak samenhangt met het kritisch beginnen na te denken over traditionele ideeën. Progressieve vooruitgang wordt immers juist geboekt wanneer dit soort ideeën ter discussie gesteld worden. Daarom is het van belang dat elk idee, hoe gezaghebbend*, onomstreden* of fundamenteel* het ook lijkt, bevraagd zou moeten kunnen worden. Alleen door dit te blijven doen, kun je er namelijk achter komen dat een idee dat volstrekt vanzelfsprekend leek toch niet blijkt te kloppen.

In de geschiedenis zijn hier veel voorbeelden van te vinden. Voor Galileo’s onderzoek, was het algemeen geaccepteerd dat de aarde het middelpunt van het universum was. Tot Darwin kwam, leek het vanzelfsprekend dat de mens fundamenteel anders was dan andere dieren. En honderd jaar geleden was men het er in de meeste Westerse landen (grotendeels) over eens dat homoseksualiteit een zonde was. De enige manier om echt sociale, morele en intellectuele vooruitgang te boeken is door al onze ideeën (hoe vanzelfsprekend of fundamenteel ze ook zijn) zo nu en dan ter discussie te blijven stellen.

Maar het weerleggen van onware ideeën is niet de enige reden waarom alles ter discussie gesteld zou moeten kunnen worden. Ook als een idee namelijk wel waar (b)lijkt te zijn, dan nog is het belangrijk om het zo nu en dan eens serieus kritisch te kunnen bevragen. Immers, hier wordt het ware idee alleen maar sterker van. Het is namelijk moeilijk om een mening echt met overtuiging te hebben als je niet ook kan uitleggen waarom de tegenovergestelde mening niet klopt. Iemand die beweert dat appels het lekkerste fruit zijn, kan deze mening nooit echt met ware overtuiging hebben als die nooit een peer geproefd heeft. Evenzo kan iemand een politiek standpunt alleen met echte overtuiging hebben als die ook de argumenten van de tegenpartij kent en serieus genomen heeft. Om echt overtuigende politieke standpunten in te kunnen nemen, is het daarom belangrijk om een klimaat te creëren waarin elke politieke mening geuit kan worden en daarna weerlegd kan worden. Daarmee hangt de vrijheid van meningsuiting niet alleen sterk samen met sociale vooruitgang, maar ook met het überhaupt kunnen hebben van overtuigende standpunten. Dat lijken mij meer dan genoeg redenen waarom we ons als progressieve mensen voor deze vrijheid hard moeten maken.

Grenzen aan de vrijheid van meningsuiting?

Het is echter wel belangrijk om duidelijk te maken dat vrijheid van meningsuiting niet betekent dat alles altijd en overal zonder gevolgen gezegd moet kunnen worden. Er is immers een juiste tijd en plek voor alles. Een drukke mensenmassa is bijvoorbeeld een ongeschikte plek om (terwijl dit niet het geval is) luid ‘brand’ te roepen en voor paniek te zorgen. Een persoon die dit doet zou daar best juridisch voor gestraft mogen worden. Ook betekent vrijheid van meningsuiting geen verplichting om elke mening een gelijk podium te geven. Het zou bijvoorbeeld onwenselijk zijn als televisiezenders grote hoeveelheden zendtijd besteden aan het behandelen van duidelijk valse flat-earth theorieën of nepwetenschap van klimaatontkenners.

Ten slotte betekent vrijheid van meningsuiting geen vrijheid van kritiek of consequenties. Als iemand verklaart dat die Hitler wel een toffe peer vond, dan is het meer dan terecht dat deze persoon hier felle kritiek op krijgt. Daarnaast is het niet onredelijk dat veel mensen die persoon daarna toch wat minder aardig vinden of een beetje uit de weg zullen gaan. Vrijheid van meningsuiting draait er daarmee vooral om dat er zo min mogelijk belemmeringen zijn om (op de juiste tijd en plaats) alles ter discussie te stellen. Vervolgens moet het echter óók mogelijk zijn om deze meningen dan weer keihard aan te vallen en eventueel te weerleggen.

Hoe nu verder?

Ik heb in dit opiniestuk betoogd dat de vrijheid van meningsuiting niet alleen sterk samenhangt met sociale vooruitgang, maar ook met het überhaupt kunnen hebben van overtuigende standpunten. Daarom is het ontzettend belangrijk dat wij ons als links (met bovenstaande nuanceringen) keihard voor deze vrijheid inzetten. Dit niet in de laatste plaats omdat deze in de praktijk bij rechts niet in erg goede handen is. Dit zien we bijvoorbeeld sterk terug in discussies rondom Israël-Palestina, waarbij inhoudelijke kritiek op Israël vaak al snel weggezet wordt als antisemitisme en er weinig ruimte is om hier open en inhoudelijk over te kunnen discussiëren. Daarnaast zien we in veel conservatieve kringen dat het ter discussie stellen van bepaalde traditionele (of religieuze) normen en waarden nog steeds taboe is. Een extreem voorbeeld hiervan zien we bijvoorbeeld in een aantal republikeins geregeerde staten in de Verenigde Staten, waarvan Florida het duidelijkste voorbeeld is. Hier zijn de afgelopen jaren massaal boeken die racisme en queerthema’s behandelen uit scholen verbannen, omdat deze ‘ongepast voor kinderen’ zouden zijn.

Het is daarom hoog tijd dat we ons op links weer wat nadrukkelijker gaan opwerpen als de échte verdedigers van de vrijheid van meningsuiting. Als DWARSers weten wij immers als geen ander dat taboes* er zijn om doorbroken te worden en alles ter discussie gesteld zou moeten kunnen worden. Laten we er daarom op blijven hameren dat elke mening in het publieke debat geuit mag worden, hoe schokkend, omstreden of raar deze ook lijkt. En laten we ons daarom actief afzetten tegen het frame dat je van links niks meer zou mogen zeggen tegenwoordig. Echte progressiviteit betekent namelijk júist dat je alles ter discussie mag stellen.

Begrippen

Sociale vooruitgang: de verbetering van de levensomstandigheden en het welzijn van mensen in een samenleving.

Onomstreden: Iets waarover iedereen het eens is (tegenovergestelde van omstreden).

Fundamenteel: Iets wat de basis van iets groters vormt.

Taboes: Iets wat als ongepast wordt beschouwd om te bespreken.