De Britse verkiezingen: ‘Linkse’ Tegenkracht of een Extreemrechtse Storm in Aantocht?

In de week dat Nederland haar meest rechtse kabinet ooit installeert, en Frankrijk zich opmaakt voor een ongekende golf van het radicaal rechtse Rassemblement National (RN), gloort er hoop aan de Britse horizon. Waar komt deze ‘linkse overwinning’ vandaan, kunnen we het wel zo noemen en schuilt er niet iets zorgwekkenders in de uitslagen van het Britse districtenstelsel?

Door Joshua Paans

 

De Uitslag

Het is donderdag 4 juli, er mogen een slordige 46 miljoen mensen in het Verenigd Koninkrijk (VK) naar de stembussen. Velen daarvan met één simpele opdracht, de Conservatieven (Tories) koste wat kost voor het eerst in 14 jaar de oppositie in te sturen. Een belangrijk doel, maar niet zonder bijwerkingen.

In tegenstelling tot het Nederlandse ‘evenredige vertegenwoordiging’, gebruikt het VK een ‘First Past the Post’ (FPTP) districtenstelsel. Elk district houdt een eigen verkiezing, en degene die daar de meeste stemmen haalt mag zichzelf parlementslid noemen. De meeste kandidaten zijn kandidaat namens een nationale of regionale partij, en op basis van die kandidaten haalt een partij een nationale uitslag. Wint een partij in 400 (van de 650) districten, dan heeft die partij 400 parlementsleden.

Dit systeem heeft veel problemen, waaronder dat veel stemmen onvertegenwoordigd blijven door het ‘winner takes all’ principe [de stemmen op de andere kandidaten telt niet meer mee], en dat kleine partijen, zelfs met miljoenen stemmen, maar moeilijk aan zetels komen [want die zijn dan nergens de gróótste].

Terug naar de uitslag. De Labour Party [tegenhanger van de PvdA] won een landslide ten koste van de Conservatieven.* Zij verdubbelden naar 412, terwijl de Tories tweederde van hun zetels verloren en kwamen uit op 121. Voor Labour, de grootste meerderheid in het VK sinds 1997 [en daarvoor 1935], en voor de Tories het slechtste resultaat in hun geschiedenis. Deze uitslag is echter niet terug te vinden in de daadwerkelijke stemmen op Labour, ze stegen met nog geen 2 procentpunt ten opzichte van 2019, maar juist te vinden in de stemmen tégen de Tories, zij halveerden.

De ‘stem tegen de Tories’ heeft Labour dan wel de winst opgeleverd, maar daarin hebben andere partijen ook het harde werk voorgedaan.

Net als Labour zijn de centrum-progressieve Liberal Democrats (Lib Dems) sterk gegroeid [een vervijfvoudiging]. Zij eindigen op derde plek, maar ook zonder een grote hoeveelheid stemmen erbij te krijgen. Beide partijen hebben namelijk ingezet op het spelen van het FPTP-spel, niet inzetten op zoveel mogelijk stemmen, maar inzetten op stemmen in de districten waar zij de Tories kunnen verslaan.

De échte stemmentrekkers: The Green Party, Reform UK, en independents.

 

Links of ‘Links’

Los van de stemmenaantallen, links heeft gewonnen! Menig journalist, opiniemaker en twitteraar schrijft over het Verenigd Koninkrijk als laatste linkse uitpost in een (extreem)rechtse golf in Europa. Nou klopt het inderdaad dat de rechtse partijen zetels hebben ingeleverd en dat een van oudsher centrumlinkse arbeiderspartij aan de macht is gekomen. Dat is ook zeker goed nieuws.

Maar laat je niet vergissen, dit is niet de Labour Party die de NHS [Nationale Gezondheidsdienst] heeft opgericht, de doodsstraf heeft afgeschaft en homoseksualiteit decriminaliseerde [legalisering was het VK toen nog een stap te ver]. Dit is een Labour die privatisering toe wil laten in de NHS, een belofte om de Palestijnse staat te erkennen heeft ingetrokken, het leven van transgender personen moeilijker wil maken, een plan voor klimaatinvestering van 28 miljard van tafel veegde, en datzelfde heeft gedaan bij een voorgesteld pakket met concrete verbeteringen van de rechten en inkomens van miljoenen werkers.*

De beloftes die gebroken zijn om een brede volkspartij te lijken is al lang niet meer op twee handen te tellen.

Wat Labour gaat doen moeten we natuurlijk nog gaan zien, en er zit ook zeker potentie is. Zo is op het moment van schrijven Starmer bezig aan zijn eerste dag als Minister President, en heeft de regering de controversiële en gruwelijk inhumane Rwanda-deportaties van de afgelopen regering* per direct geschrapt. Toch blijf ik sceptisch over een kabinet-Starmer.

Is links Britannië dan verloren? Zeker niet. In de megawinst van Labour verschuilen een aantal verloren districten en onbenutte kansen. Belangrijk, en wellicht opmerkelijk, was de winst van de linkse Green Party. Onder co-leiders Carla Denyer en Adrian Ramsay hielden zij hun enige zetel in Brighton vast en kwamen er drie bij. Zij hebben twee keer enorme Tory-meerderheden omgedraaid, en in het district van Denyer zelf is het gelukt om een zittend Labour prominent te verslaan. Onder de streep heeft de partij meer dan een miljoen stemmen erbij en hebben ze zichzelf steviger op de kaart gezet, toch blijft de partij in een lange strijd om uit de politieke zijlijnen te stappen.

Het grotere probleem voor Labour is echter de winst van independents. In vijf districten is het onafhankelijken gelukt om Labour te verslaan op een doorgaans links, maar vooral sterk pro-Palestijns geluid*, in kritiek op Labour’s gematigde en instabiele stellingname op het handelen van de Israëlische overheid.  Voornamelijk Islington North, een district in Noord-Londen, zal de partij pijn doen. Hier won Jeremy Corbyn, al 40 jaar parlementslid en oud-labour leider (2015-2020) die eerder dit jaar de partij uit is gezet, nadat hij aankondigde als independant mee te gaan doen omdat de landelijke Labour Party had verboden dat hij de Labour-kandidaat zou worden.

 

Het Verscholen Gevaar

De derde stemmentrekker, en deels het geheim van Labour’s overwinning, is het populistisch-rechtse Reform UK. De reïncarnatie van UKIP [de partij die onder Nigel Farage de Brexit referendum heeft afgedwongen] spreekt zich, het zal ook niet anders, uit tegen Europa, tegen migratie, tegen klimaatinvesteringen, en tegen de Covid-lockdowns.*

Onder leiding van carriére-politicus Nigel Farage [die zelf voor de achtste keer kandidaat stond*] is het Reform gelukt om vijf zetels te bemachtigen. Weliswaar minder dan in de exitpoll, maar toch mogen ze daar absoluut blij mee zijn. Wij moeten ons juist zorgen gaan maken. Het grootste effect van Reform bij deze verkiezingen is namelijk dat in districten, ook waar Labour stemmen verloor, genoeg stemmen van de Conservatieven hebben weggehaald waardoor Labour de grootste kon worden. Nu nog leuk en aardig dus.

Maar als Labour hun gematigde, overgenuanceerde en onambitieuze plannen doorzet, en zowel Labour als de Conservatieven állebei afgerekend worden door het Britse publiek, dan staat Reform om de hoek.

Als partij staat Reform in het rijtje van de PVV, Rassemblement National, Fratelli d’Italia en de andere ver- en extreemrechtse partijen die achter onze rechten, vrijheden en toekomst aan komen. Daarnaast is Farage ongeveer net zo goed in potentiele kandidaten screen als Geert Wilders.*

Een land met Reform aan de macht is als een Nederland die Wilders verkiest, Frankrijk Le Pen, en Italïe Meloni. Maar hoe uiterst rechts kabinet Schoof-1 ook is, het is en blijft een coalitie met 4 partijen en circusoptredens van debatten. Nou heeft het Verenigd Koninkrijk dat tweede ook, maar als Reform niet genoeg heeft om de grootste te worden, zouden zij de steeds verrechtsende Conservatieven aan een meerderheid kunnen helpen. Om even een beeld te schetsen zou dat een JA21-PVV kabinet voorstellen.

De vraag is natuurlijk hoe Labour en de Conservatieven omgaan met de ruime 4 miljoen stemmen die Reform heeft gekregen. Rishi Sunak is na de verkiezingen afgetreden als leider van de Tories, en zal een opvolger nodig hebben. Twee van de favorieten hebben al duidelijk gemaakt open te staan voor samenwerking met Reform.* Waar hebben we dat nou eerder gehoord?

Bronnen:

lees ook

LVolg ons op facebook

L