Samira Rafeala, Nilüfer Gündoğan en Khadija Arib: stuk voor stuk vrouwen van kleur die de gevolgen ervaren van hun eigen handelen. De drie politica worden beschuldigd van grensoverschrijdend en intimiderend gedrag. Vrouwen van kleur lijken hun fouten harder te moeten voelen dan alle anderen om hen heen. Zo staan hun affaires in schril contrast met het geval van Dion Graus. Een nieuwe vorm van systematische discriminatie lijkt zich te ontvouwen in het hart van onze democratie. De verschillende behandeling van man en vrouw is op het meest zichtbare punt van deze eeuw. Hoe kan GroenLinks dit zomaar laten gebeuren?

Tijdens een lopend onderzoek een oordeel vellen is terecht not done. Dit stuk is dan ook geen oordeel richting GroenLinks over het wel of niet steunen van Arib dit weekend. Het was terecht lastig voor GroenLinks om over zo’n gevoelige kwestie meteen een reactie te geven, zonder precies te weten wat er aan de hand is. Grensoverschrijdend gedrag onderschatten, zelfs bij een geliefd politicus als Arib, is daarnaast niet alleen een middelvinger naar mogelijke slachtoffers. Het is een belediging richting alle andere slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag. Of iemand geliefd was moet dan ook niet uitmaken.

Maar mede daarom is er een groter punt waar wij ons bewust van moeten zijn. Er lopen op dit moment meerdere onderzoeken naar het handelen van vrouwen van kleur in de politiek. Die vrouwen vormen vaak een uitzondering op de regel. Witte mannen krijgen meer kansen om de macht te grijpen, en die te behouden. Zo zit de politiek en onze maatschappij op dit moment in elkaar. De eerste generatie vrouwelijke leiders die het glazen plafond doorbreekt én haar best doet de heropbouw van dat plafond te stoppen, lijkt keer op keer extra media-aandacht te krijgen, waarvan het merendeel negatief. Wij als DWARS en GroenLinks merkten dat zelf toen Kauthar Bouchallikht tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen continu onder druk stond. Jesse Klaver verdedigde haar, maar achteraf kan je twijfelen of de invulling van die verdediging niet te klein en slap was. Gaf Klavers verdediging niet teveel ruimte voor haat richting het eerste prominente kandidaat-Kamerlid met een hoofddoek in de Nederlandse geschiedenis?

De invulling van de verdediging van die diversiteit is precies waar GroenLinks geen zekerheid in lijkt te hebben. De partij heeft eerder ervaren wat het probleem is van groene politiek aankaarten: als je dat te vroeg doet – voordat het een crisis is – interesseert het mensen niet. Op het gebied van discriminatie lijkt de partij ditzelfde probleem zo erg te willen voorkomen, dat het weigert zich uit te spreken over de aankomende crisis van het nieuwe racisme. Zelfs de politieke junkies van DWARS kunnen lastig uitleggen wat GroenLinks aan het doen is. En dat terwijl vrouwen met een migratieachtergrond, die Arib een vele betere Kamervoorzitter vonden dan Bergkamp, met het vertrek van de oud-Kamervoorzitter wéér een van de weinige puntjes van vertegenwoordiging verliezen aan een witte saaie socialist.

Er ontstaat met dit soort kwesties een nieuw frame: de vrouw van kleur die niet normaal leiding kan geven. Daarmee vervallen langzaam de geboekte winsten van de MeToo-beweging. Waar in een korte tijd mannen hun carrière verloren door seksueel misbruik, lijkt de ophef over dit soort gedrag nu tijdelijker van aard. Neem Dion Graus, die alle grenzen (van zijn vrouw) te buiten ging en zijn functie misbruikte, maar al langer dan een jaar na de onthullingen over zijn gedrag nog steeds Kamerlid is. Het is een kwestie van tijd totdat Graus tijdens de Algemene Beschouwingen zal ja-knikken als Wilders het debat opent met een racistisch betoog over het functioneren van vrouwen van kleur.

In plaats van actie te ondernemen tegen deze ontwikkelingen, lijkt GroenLinks de situatie zwijgend aan te kijken. De partij stelt zich op als een soort VVD, die bang is zetels te verliezen als het een punt maakt dat hen zetels kan kosten, omdat de burgers die het niet raakt er niet op zitten te wachten. Zo ontstaat een systeem waarin minderheden harder straffen dan witte mannen gerechtvaardigd is en waarin vrouwen extra onveilig zijn. Mensen die zoeken naar een partij die hen niet alleen verdedigt, maar racisme en seksisme ook durft aan te vallen, zien GroenLinks wegkijken, juist wanneer ze ons nodig hebben.

De stilte over racisme vanuit onze (vrij witte) partij sinds de kwestie rond Bouchallikht geeft het idee dat het optioneel is om over racisme te beginnen. Als wij een wetsvoorstel tegen hatecrimes hebben zijn we zo trots als een pauw. Maar waar is de passie die we voelden bij de Black Lives Matter beweging, nu racisme zich voordoet recht voor onze neus? Waar is de steun voor Kamerleden als Sylvana Simons, als zij op hun vrouw-zijn worden aangevallen? Waar is de partij die over de crisis van morgen durft te praten als deze zich aandient? GroenLinks zou zich bewust moeten zijn van wat er gebeurt en dit op de agenda moeten zetten, voordat we onze gekleurde achterban terecht verliezen.