Cultuur is een ambigue begrip. Cultuur kan ten eerste opgevat worden als nationale cultuur. De nationale cultuur is verantwoordelijk voor het verschil tussen ik als ‘lid’ van de Nederlandse cultuur en de ander als ‘lid’ van een andere cultuur. Cultuur kan echter ook gedefinieerd worden als het geheel aan culturele uitingen. In dat geval spreken we van kunst. In onze ervaring van kunst ontstaat de overeenkomst tussen ‘ik’ en de ‘ander’.

Het is onvermijdelijk dat cultuur onze identiteit vormt. Ieder van ons is in een bepaalde cultuur of meerdere culturen opgegroeid. In het Engels wordt dit fenomeen embedded genoemd: het ‘ingebed’ zijn in een specifieke cultuur. Cultuur is een noodzakelijke voorwaarde voor burgerschap. Dit komt voornamelijk door het feit dat burgerschap een essentieel component is van ieders identiteit. Het gedeelte van identiteit dat bepaald wordt door burgerschap kan nationale identiteit genoemd worden.

De cultuur die de nationale identiteit vormt kan de nationale cultuur genoemd worden. Deze vorm van cultuur staat bijna op gelijke voet met de natie. Door deze verbondenheid tussen identiteit, cultuur en natie worden culturele normen in stand gehouden. Deze normen zijn de normen waaraan een individu moet voldoen om tot het land te behoren. Dit betekent niet dat een individu zonder de culturele kennis van het land van afkomst niet tot dit land gerekend kan worden. Kennis van de nationale cultuur wordt echter wel als bekend verondersteld.

“Kunst staat buiten de nationale cultuur”

Kunst staat aan de andere zijde van de munt. Net als ieders nationale cultuur is kunst waardevol voor onze identiteit. Kunst wordt vaak gerekend tot ‘cultuur’. Zij staat echter buiten de nationale cultuur. Er is een uitzondering. Als kunst in relatie wordt gebracht met cultuur, dan spreken we van culturele uitingen die mogelijk ook verbonden zijn met het cultuur van een land. In dat geval spreken van een ‘cultureel gebruik’ zoals flamenco een vorm van dans is die gerekend kan worden tot de Spaanse cultuur. Op dit vlak komen kunst en cultuur nader tot elkaar.

In de meeste gevallen kan kunst niet in relatie gebracht worden met cultuur. Zo is de schilder Vincent van Gogh niet per definitie een Nederlandse kunstenaar, omdat zijn belangrijkste werken niet in Nederland zijn vervaardigd. In dat geval kunnen we alleen spreken van een kunstenaar als autonoom individu. Dit betekent echter niet dat een dergelijk vrij en zelfstandig individu niet beïnvloed is door culture normen en waarden. Van Gogh was bijvoorbeeld onder andere beïnvloed door Japanse kunstvormen. Dit laat zien dat culturele invloeden nooit volledig weg te denken zijn.

Maar wat is de waarde van kunst? De waarde van kunst ligt bovenal gelegen in haar functie: het verrijken en vormen van het individu, de toeschouwer. Een individueel kunstwerk of verzameling van kunstwerken kan aanzetten tot creativiteit en zodoende tot de culturele ontwikkeling van het individu. De culturele ontwikkeling van het individu leidt tot de vorming van andere aspecten van identiteit: de identiteitskenmerken die niet gedeeld worden met anderen. Deze kenmerken maken een bepaald persoon tot een individu. Dat is iemand die fundamenteel verschilt van anderen.

“De waarde van kunst ligt in haar functie”

De fundamentele verschillen die de basis vormen van identiteit kunnen in hun geheel omschreven worden als de wijze waarop naar de wereld gekeken wordt. Men zou dit kunnen beschrijven als het wereldbeeld van een individu. Dit is in concrete en eenvoudige vorm het geheel aan opvattingen van een bepaald persoon. Het wereldbeeld staat aan de basis van de ervaring van de wereld. De wijze waarop de wereld wordt ervaren is exclusief. Een ander persoon zou de wereld niet net zó kunnen ervaren. Om te kunnen ervaren wat de ander ervaart, is meer nodig: je moet die persoon daadwerkelijk zijn. Maar dit is niet mogelijk.

Het kijken naar kunst is een ervaring. Ieders ervaring van een bepaald kunstwerk is verschillend. Niemand ervaart de kleur rood zoals ik die ervaar wanneer ik naar een kunstwerk met rode verfstreken kijk. Toch is er iets wat individuen met elkaar delen wanneer ze naar een kunstwerk kijken. Ten eerste het feit dat ze samen naar hetzelfde kunstwerk kunnen kijken. Ze kunnen bijvoorbeeld bepaalde kenmerken herkennen die eigen zijn aan een bepaalde artistieke stijl. Ten tweede kunnen ze een ervaring hebben die niemand anders op dezelfde wijze kan hebben. Dit is het verschil in ervaring dat gedeeld wordt. Het verschil tussen ik en jij is in dit geval een overeenkomst.

“Kunst verandert verschillen in overeenkomsten”

Datgene wat ervaring zo verschillend maakt, is een overeenkomst omdat het voor iedereen alleen mogelijk is te ervaren wat anderen niet ervaren. Elk individu kijkt, hoort, proeft, voelt en ruikt op zijn of haar eigen manier. Maar het feit dat dit mogelijk is delen we met elkaar. In die zin kan kunst ons daarom bij elkaar brengen, omdat kunst het inzicht toont dat de verschillen in denken, doen en spreken gedeeld worden. De ervaring van een kunstwerk is namelijk verschillend ten opzichte van de ervaring van de ander. Dit geldt voor iedereen: het is een universeel gegeven dat er verschillen bestaan in de wijze waarop naar kunst en de wereld gekeken wordt.

Kunst verandert verschillen in overeenkomsten. De nationale cultuur vormt daarentegen de nationale identiteit die leidt tot grote culturele verschillen. Deze verschillen leiden tot breuken tussen culturen die niet eenvoudig zijn te overbruggen. Wellicht kan kunst daarbij helpen.

Dit artikel is deel van de OverDWARS themaserie over Cultuur.