Op zondag 19 april was het zover: mijn eerste landelijke DWARS-congres. Ondanks dat ik er al veel over had gehoord, wist ik niet echt wat ik ervan moest verwachten. Omdat ik op zaterdag niet kon, ben ik alleen de tweede dag aanwezig geweest.

De dag begon voor mij al erg vroeg, aangezien ik best een eindje moest reizen. Na een hele relaxte treinreis met weinig problemen kwam ik aan op station Eindhoven Beukenlaan. Voor het gebouw werd ik verwelkomd door een groep enthousiaste bestuursleden die me de weg naar binnen wezen. Eenmaal binnen stonden twee andere al even enthousiaste bestuursleden klaar om me te verwelkomen en me mijn naam- en stemkaartje te geven.

Er waren nog erg weinig mensen (iets met een wilde zaterdagavond, zo werd mij verteld) en het presidium werd dan ook vriendelijk verzocht om de tweede congresdag iets later te openen, met als reden dat er nog een hele toestroom van vermoeide DWARSers aan zat te komen, die anders de verantwoording van de zoekcommissie en de kandidatencommissie zouden missen.

Na die verantwoordingen moesten de nieuwe kandidatencommissie, Raad van Advies, commissie van beroep en kascommissie ingestemd worden – bij mijn weten is bijna iedereen die zich kandidaat had gesteld, ook daadwerkelijk in de gewenste commissie terechtgekomen. Hierna was het tijd voor parallelsessies, waarbij de aanwezigen de keuze uit drie thema’s hadden: cradle to cradle, belastingontduiking, of fiscale vergroening. Zelf koos ik voor fiscale vergroening, waarbij we de voors en tegens van belastingen op basis van vervuiling bespraken. Ondanks mijn beperkte kennis over dit onderwerp, was het interessant me erin te verdiepen en erover te discussiëren. Inmiddels begonnen de magen flink te rammelen en gelukkig kwam de lunch dan ook precies op tijd. Tijdens deze lunch werd een sinistere moordpoging op Leiden-Haaglanden verijdeld.

In Eindhoven was het feest, want PSV was kampioen.

In Eindhoven was het feest, want PSV was kampioen.

Na de lunch presenteerde de Commissie Economie & Financiën haar visiestuk over het basisinkomen, waarin voor de onvoorwaardelijke invoering van het basisinkomen werd gepleit. Na een hoop discussie en amendementen werd het visiestuk aangenomen. Vervolgens was het aan fractievoorzitter Bram van Ojik om een toespraak te houden, waarin hij het basisinkomen uitgebreid behandelde. Net als eerdere toespraken van Bram, was ook deze helder en scherp inhoudelijk. Na afloop kregen de congresleden de kans om Bram vragen te stellen en om met hem in discussie te gaan.

Tijdens een kort intermezzo was het aan voormalig DWARSer en dichter Frank Fabian van Keeren om ons te vermaken. Dat wist hij uitstekend te doen met zeer scherpe observaties over de tumult rond Jesse ‘Snotneus’ Klaver en het kamergevecht der kamergevechten; Voortman versus Van Miltenburg. Na de pauze begon het laatste hoofdstuk van het congres: de moties. Een grote diversiteit aan moties passeerde de revue. Van aandacht voor het aankomende lustrum tot het opzetten van een activiteitendatabase, van genderneutrale voornaamwoorden tot taalnazi’s binnen het bestuur. “Wie stemt er voor Zwerkbal binnen DWARS? Tien punten voor Rotterdam-Rijnmond!”

Na een lange maar voorbijgevlogen dag was het tijd om het congres af te sluiten met de nodige bedankjes en een gezellige borrel. Ondanks dat ik er maar voor een deel bij was, heb ik het ontzettend naar mijn zin gehad. Wanneer er over een half jaar weer een congres is, dan ben ik sowieso van de partij.