Vrede is een belangrijke waarde van DWARS. In de drie artikelen rondom de nieuwe EU-investeringen in defensie, het ReArm Europe project, zijn wij op zoek gegaan naar hoe DWARS kan blijven streven naar een geweldloze wereld terwijl aan alle kanten wordt geroepen dat we veel meer moeten geld moeten stoppen in het leger voor onze ‘veiligheid’. In dit artikel zullen we eerst een ander idee van veiligheid beschrijven, waarbij we minder uitgaan van een ‘wij tegen zij’ denken. Daarna kijken we naar hoe we voor zo’n soort veiligheid kunnen zorgen, door het omvormen van het leger naar een volksleger en meer diplomatie en dialoog in het geval van een conflict. Tot slot zullen we deze inzichten concreet toepassen op het ReArm Europe project en de vraag beantwoorden: hoe kun je op een vredige en geweldloze manier voor veiligheid zorgen?

Hierbij is belangrijk te begrijpen dat geweldloos en vredig niet betekent dat er geen conflicten zullen zijn, maar betekent dat deze conflicten op een geweldloze manier worden opgelost. Verder is geweldloosheid een waardige aanpak voor sociale bewegingen, maar wij hebben het in dit artikel vooral over hoe we huidige en toekomstige conflicten tussen staten kunnen oplossen, totdat we leven in een staatloze wereld.

Dit artikel is onderdeel van een reeks van drie artikelen die zijn geschreven door de werkgroep Oorlogseconomie (binnen de Commissie Economie).

Twee ideeën over Veiligheid

Het centrale idee is dat we niet uitgaan van exclusieve veiligheid, waarin we onszelf moeten beschermen tegen vijanden van buiten, maar dat we streven naar inclusieve veiligheid, waarin niemand veilig is totdat iedereen veilig is. De veiligheid voor mensen die ergens anders leven, is verbonden aan onze veiligheid hier. Voor onze veiligheid moeten we daarom streven naar veiligheid voor iedereen.

Een inclusieve visie op veiligheid betekent verder dat we niet alleen veilig zijn voor een gewapend conflict, maar ook veilig zijn voor onderdrukking, armoede en voedseltekorten. Zoals ook de Finse groene partij Vihreät erkent, zijn de grootste risico’s voor onze veiligheid niet militair van aard, maar zijn de klimaatcrisis, sociale ongelijkheid, de opkomst van autocratieënRegering waar de volledige macht bij een iemand zit. en de groter wordende ongelijkheid tussen het Globale NoordenHet Globale Noorden is een verzamelterm voor landen met een hoger inkomen in vergelijking met landen uit het globale Zuiden. en het Globale Zuiden. Deze veiligheidsrisico’s zijn niet te bestrijden door meer te investeren in het leger, maar door goed beleid voor het klimaat, sociale rechtvaardigheid en solidaire samenlevingen. En zelfs als het dan wel tot een militaire inval komt, zoals 2022 in Oekraïne, is een sterk maatschappelijk middenveld, bestaande uit bijvoorbeeld NGO’s en vrijwilligersorganisaties, cruciaal. In de eerste kritieke maanden van de grootschalige inval van Rusland in Oekraïne werd het maatschappelijke middenveld van Oekraïne de ruggengraat van de noodhulp in het land. Zij ondersteunen het leger, zorgen voor de verdreven mensen en veteranen, vechten tegen corruptie, documenteren oorlogsmisdaden en controleren de overheid. De belangrijkste stap in het zorgen voor veiligheid is dus het investeren in de samenleving, wereldwijde samenwerking en de planeet.

Een volksleger strijdt voor inclusieve veiligheid

Passend bij het idee van inclusieve veiligheid zou ook het leger inclusief moeten zijn. Aan de ene kant door de angst-, macho- en pestcultuur en de hiërarchische structuur van het leger aan te passen. Dit leidt nu namelijk tot ongewenst gedrag zoals seksuele mishandeling, racistische en homofobe uitspraken, zware toetakeling en misbruik van middelen binnen het leger en de Koninklijke Militaire Academie.

Aan de andere kant is inclusieve veiligheid groter dan dat. Een inclusief leger zou zijn doel niet halen als het enkel van binnen tolerant en veilig voor iedereen is, terwijl het naar buiten wordt ingezet voor imperialistische doelen. Al voor de Eerste Wereldoorlog is daarom gepleit voor een volksleger. Een volksleger is een democratisch ingericht leger dat de doelen van de meerderheid van het volk moet dienen en dus niet van de kapitalistische en heersende klasse. Een volksleger is minder gericht op discipline, gehoorzaamheid en op de kunstmatige scheiding tussen de bevolking en het leger, waar nu nog wel naar wordt gestreefd. Omdat een volksleger veel dichter bij de bevolking staat en handelt uit solidariteit, is het ook minder geschikt om als politiemacht van de heersende klasse te dienen. Anders dan nu zouden bijvoorbeeld ook de Europese grenzen niet of nauwelijks meer gemilitariseerd zijn. Ook de wapenindustrie zou enkel weer een ‘nutsvoorziening’ zijn in plaats van een winstmachine en de wapenproductie zou worden verminderd. Bij een inval door een vreemd leger van een grootmacht kan het volksleger worden ingezet om de vrijheid van de bevolking te verdedigen. Maar hierbij strijdt het volksleger niet uit patriottisme en vaderlandse trots maar in het belang van de internationale arbeidersklasse.

Doordat het volksleger dichter staat bij de bevolking en in haar handelen niet gestuurd wordt door (vaderlands)trots, zou een volksleger zich beter kunnen inzetten voor inclusieve veiligheid en de strijd tegen internationale uitbuiting, klimaatverandering, autoritaire leiders en armoede. De leiding over het leger mag niet meer in handen liggen van een kleine groep mensen, maar moet sterker gestuurd en bestuurd worden vanuit een streven naar inclusieve veiligheid.

‘Vrede sluit je met je tegenstander’

Maar als er wel een militair conflict uitbreekt, zoals nu tussen Rusland en Oekraïne, wat is dan de waarde van geweldloze en vredige plannen? Wie kan hier een beter antwoord op geven dan een genomineerde voor de Nobelprijs van de Vrede, de Palestijnse Reem Hajajreh van Women of the Sun. Women of the Sun is een onafhankelijke Palestijnse organisatie die probeert om kansen van vrouwen om politiek mee te doen aan besluitvormingsprocessen in Palestina te verhogen. Women of the Sun werkt samen met de Israelse Women Wage Peace, die voor een geweldloze, respectvolle en van beide kanten geaccepteerde oplossing voor het Israël-Palestina-conflict is. Ook hierin strijden ze voor de deelname van vrouwen.Een belangrijke les die we uit de acties van Women of the Sun en hun Israelse partner Women Wage Peace kunnen leren is dat je vrede sluit met je tegenstander en niet alleen met jezelf . Wil je in een militair conflict tot vrede komen, dan zul je deze moeten sluiten met de tegenstander. En dat kan.

Sommige van de grootste ontwapeningsakkoorden zijn gemaakt in tijden van grote spanningen Het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, dat het bezit van kernwapens beperkt, is bijvoorbeeld opgesteld in 1968 en ondertekend door zowel de VS en de Sovjet-Unie, te midden van de Koude Oorlog. Om dit voor elkaar te krijgen, moet er wel communicatie blijven plaatsvinden tussen de partijen en vertrouwen worden opgebouwd. En al leidt dit op korte termijn misschien nog niet tot ontwapening, is deze communicatie het meer dan waard als het op (midden)lange termijn wel tot ontwapening leidt. Voor duurzame vrede is diplomatie en dialoog essentieel.

Rechtvaardige vrede

Als voorwaarde voor een duurzame vrede wordt vaak genoemd dat de vrede rechtvaardig moet zijn. Dit betekent niet dat de situatie van voor de oorlog moet worden hersteld, maar bijvoorbeeld dat economische, politieke en sociale ongelijkheden worden aangepakt. De afwezigheid van (militair) geweld is echter soms genoeg reden voor vrede. Geweld, zo schrijft de Palestijnse pastor en vredesactivist Mitri Raheb, is namelijk: “niet intelligent, je verliest altijd wanneer de ander sterker is. In de tweede plaats: geweld corrumpeert altijd. In de derde plaats: geweld vernietigt de humane dimensie van je bestaan en zo vernietigt het jezelf altijd meer dan de vijand. In de vierde plaats: het is niet creatief.”.

Verder kunnen de voorwaarden voor een rechtvaardige vrede niet worden onderhandeld op een slachtveld, maar alleen in zalen waar alle betrokken partijen zitten. Om ook de bevolking bij deze onderhandelingen te betrekken is het belangrijk dat ook partijen uit het maatschappelijke middenveld, zoals NGO'sNon-Governmental Organisation, oftewel een organisatie die niet van de overheid is en een maatschappelijk probleem wil aanpakken., toegang hebben tot deze onderhandelingen. En ook al duren deze onderhandelingen lang, beaamt de Belgische Partij voor de Arbeid, dat vanwege de vernietigende aard van geweld, jarenlang onderhandelen beter is dan enkele dagen aan oorlog. Bij deze diplomatieke onderhandelingen is het voor ons belangrijk dat deze worden gebaseerd op het internationale recht, het behouden van de grenzen van staten en het streven naar veiligheid voor iedereen. Dus ook voor rechtvaardige vrede is een sterk diplomatenkorps essentieel.

Willen we echt nóg meer geld in defensie stoppen?

Sommigen houden vol dat diplomatie moet worden gesteund door militaire kracht om de geloofwaardigheid ervan te waarborgen. Daarom zouden volgens hen ook meer investeringen in het leger, oftewel het ReArm Europe project, nodig zijn. De EU geeft echter nu al drie keer zoveel uit aan het leger dan Rusland en zelfs meer dan China. Daarnaast valt volgens Brunet en collega’s te verwachten dat een gemilitariseerd Europa ook zal leiden tot meer militaire handelingen vanuit de EU. Door hier te gaan investeren in het leger, ‘beschermen’ we onszelf niet alleen, maar zijn we ook een bedreiging voor anderen. Voorbeelden van hoe Europese ‘defensie’ een bedreiging werd voor anderen, zijn te vinden in het vorige artikel in deze reeks.

In de huidige context van de Russische aanvalsoorlog in Oekraine, wordt het bedreigende kenmerk van defensieinvesteringen door velen juist als voordelig gezien. Maar de wereld is groter dan Rusland en vanuit een solidair en pacifistisch oogpunt is het de vraag of wij ook door andere landen als bedreiging willen worden gezien. Anders dan in de koloniale tijd, is er in het Globale Zuiden tegenwoordig minder angst voor het ingrijpen van Europese troepen in het buitenland, behalve dan van Frankrijk misschien, maar vooral voor een sterkere bewapening van de Europese grenzen, waardoor het steeds gevaarlijker wordt voor migranten en vluchtelingen om de veiligheid in Europa op te zoeken.

ReArm Europe is ook onderdeel van een wapenwedloop, met alle negatieve gevolgen vandien. Historisch onderzoek laat zien dat wapens geen afschrikkende werking hebben, maar juist een conflict erger maken. Gezien het destructieve karakter van geweld, wapens en het leger lijkt ReArm Europe ons niet de juiste manier om voor veiligheid te zorgen. In plaats van te investeren in herbewapening, is een veel breder democratisch debat over veiligheid nodig, waarin wordt geherdefinieerd wat veiligheid is en hoe we die veiligheid willen waarborgen. Tot die tijd leggen wij de bewijslast voor het investeren hierin bij de andere kant. Elke euro die naar wapens en het leger gaat in plaats van naar diplomatie, internationale samenwerking, inclusieve veiligheid en gesprekken moet worden uitgelegd.