De man verkeert in een identiteitscrisis. Eeuwenlang werd hij gezien als het sterke geslacht. Hij was krachtig, dominant en doortastend; de tegenpool van de vrouw, die labiel, zwak en passief was. Tot in de jaren zestig werd de vrouw simpelweg gezien als een incomplete versie van de man, die als taak had de man te bekoren met haar uiterlijk en vervolgens de zaken in huis te regelen terwijl de man zich buiten de deur ontplooide en liet gelden. Ambitie was de ultiem mannelijke eigenschap, status zijn streven.

Geheel gerechtvaardigd bevocht het feminisme dit beeld van de vrouw als het zwakke en ondergeschikte geslacht. Dat deed het onder meer door de positieve kant van vrouwelijk gedrag te benadrukken: het was beter om zorgzaam en verbonden te zijn, dan kil en agressief.

Die ontwikkeling heeft de man echter opgezadeld met een imagoprobleem. Mannelijkheid wordt nu geassocieerd met gewelddadigheid, gebrek aan inlevingsvermogen en een onvermogen om emoties te uiten. Mannelijkheid zou de oorzaak zijn van de economische crisis, van alle oorlogen en verkrachtingen en van agressie in het verkeer en in voetbalstadions.

Biologische verschillen
Inderdaad zijn de daders van al deze vergrijpen in overgrote meerderheid mannen, maar dit kwalijke gedrag is niet inherent mannelijk – net zoals zorgzaamheid en empathie niet inherent vrouwelijk zijn. Biologische verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan wel degelijk, maar die vallen in het niet als je ze afzet tegen de variatie binnen de populaties van alleen mannen of vrouwen. De grootste verschillen zijn een gevolg van nurture, niet van nature.

De vrouwenemancipatie heeft aangetoond hoe flexibel stereotype gedrag is. Vrouwen hebben bewezen ook atletisch, competitief, dominant en autonoom te kunnen zijn, en technisch, ambitieus en ondernemend. In hun vrije tijd lusten ze best een biertje, gaan ze boksen of voetballen. Dat brengt de man, die zich steeds heeft afgezet tegen het vrouwelijke, in het nauw.

Daardoor is mannelijkheid verworden tot een karikatuur, die om niks lijkt te draaien dan seks, bier, voetbal en auto’s. En om roekeloosheid en onverschilligheid.

“Man-zijn is na roken de belangrijkste risicofactor om vervroegd te overlijden”

Mannen raken vaker betrokken bij ongevallen en gewelddadige situaties. Ze grijpen twee keer vaker naar verdovende middelen. Mannen zoeken vaker een uitweg in gokken, seks of hard werken, of uiten hun frustraties in boosheid. Mannen roken meer dan vrouwen, eten ongezonder en zijn vaker te dik. Ze praten minder over hun problemen en zoeken minder snel hulp. Bijna overal ter wereld plegen mannen meer dan twee keer zo vaak zelfmoord als vrouwen. Man-zijn is daarmee na roken de belangrijkste risicofactor om vervroegd te overlijden.

Wie denkt dat dit gedrag nu eenmaal bij mannen hoort, komt bedrogen uit. Mannelijkheid verschilt sterk van cultuur tot cultuur, en veranderde ook door de eeuwen heen. Er zijn altijd gezonde en ongezonde uitingen van mannelijkheid geweest. Het wordt dus tijd dat we de mannelijkheid opnieuw uitvinden, zodat die wél bij deze tijd past en ons sterker in plaats van zwakker maakt.

Het is bijvoorbeeld tragisch dat veel mannen mannen nog altijd zo ongeïnteresseerd zijn in hun leefstijl. Tijdschriften over de wereld ‘vanbinnen’ worden vooral gelezen door vrouwen, terwijl mannen zich nog richten op de wereld om hen heen. Mannelijke lifestyle lijkt louter te draaien om statussymbolen zoals sportwagens, zeilboten en horloges. Terwijl uit onderzoek is gebleken dat bijna alle mannen denken zich meer zorgen te maken over hun gezondheid dan de mannen om hen heen. We houden ons groot, om vooral niet voor vrouwelijk uitgemaakt te worden. Die kunstmatige scheidslijn speelt ons parten.

Een man achter een laptop.

Is de man meer geïnteresseerd in statussymbolen zoals sportwagens, zeilboten en horloges dan in zijn innerlijk?

Dat betekent niet dat we alles wat met mannelijkheid geassocieerd wordt, overboord moeten gooien. Klassieke mannelijke waarden als zelfbeheersing, zelfontplooiing, verantwoordelijkheidsgevoel, doortastendheid, geldingsdrang, zelfredzaamheid en beschermingsdrang, komen in de moderne tijd net zo goed van pas als inlevingsvermogen, zorgzaamheid en kwetsbaarheid. De klassieke man was niet alleen stoer, maar zocht juist de balans tussen zijn harde en zachte kant. En soms is het beter om emoties te uiten door er iets mee te doen, in plaats van er eindeloos over te praten.

De moderne man combineert het goede van klassieke mannelijkheid met het goede van klassieke vrouwelijkheid en vormt zo een nieuw ideaal, waarin kracht en kwetsbaarheid samen gaan.

Dat heeft ook als consequentie dat wat we verstaan onder mannelijkheid niet meer exclusief iets voor mannen is. Het is tijd om de mannelijkheid los te weken van de man en om te vormen naar iets als deugdelijkheid, zodat iedereen die zich kan vinden in die waarden zich kan ontplooien op een manier die het beste bij hem of haar past.

“Pas zonder normen zal blijken wat de verschillen daadwerkelijk zijn”

Dat betekent niet dat mannelijkheid en vrouwelijkheid zullen verdwijnen. Alleen al door de fysieke verschillen zullen mannen en vrouwen verschillend gedrag blijven vertonen – pas zonder normen zal blijken wat die verschillen daadwerkelijk zijn. Een grote groep mensen zal behoefte blijven voelen aan een mannelijke of vrouwelijke identiteit en het (heteroseksuele) paringsritueel zal blijven vragen om mannelijke en vrouwelijke symbolen. Maar het is voor iedereen beter als we de strakke rolverdeling in het dagelijks leven loslaten.

Het is tijd voor de man die zichzelf, zijn lijf en leven serieus neemt. Die het heft in eigen hand neemt, maar ook de hulp van anderen niet schuwt. Die sterk is wanneer dat moet, maar zijn emoties toont, deelt en een plaats geeft wanneer dat beter of prettiger is. Die niet streeft naar een holle status, maar naar een plek in de maatschappij waar hij tot zijn recht komt en van waarde is. Die zich verdiept in de dingen die er voor hem toe doen, dus ook aandacht besteedt aan zijn gezondheid, zijn sociale leven, zijn seksleven en zijn werk.

Het is tijd voor de man die staat voor wie hij is en wat hij belangrijk vindt, maar ook werkt aan zichzelf, die rekening houdt met anderen maar zich ook durft af te zetten tegen de rolpatronen die zijn omgeving hem probeert op te leggen. En we noemen hem: de karakterman.


Meer weten? Op 14 november spreekt Jop de Vrieze over dit onderwerp in Hokjesdenken.

Dit artikel verscheen ook in Knack.
Samen met Stephan van der Duin schreef Jop het boek
De Karakterman over dit onderwerp.